Your cart is currently empty!
Tag: CWI
-
CWI-bijeenkomst. Resolutie over de wereldwijde economische crisis
We naderen snel een beslissend keerpunt in de wereldrelaties met een vertraging in de wereldeconomie die steeds meer wijst op een diepere neergang, met inbegrip van de mogelijkheid van een financiële crash van het type 2008-2009. Bij een dergelijke ontwikkeling is het kapitalisme veel minder in staat om te reageren dan tien jaar geleden. In sommige landen kan het de strijd van de arbeidersklasse tijdelijk verlammen, terwijl het in andere landen tot scherpe crises en zelfs tot pré-revolutionaire situaties kan leiden.
In de meeste landen was de arbeidersklasse tijdens de crisis van 2008 grotendeels onvoorbereid. Dit keer is dit minder waar, ondanks het feit dat de organisatie van de arbeidersklasse over het algemeen zwak blijft en ondanks de aanhoudende effecten op het bewustzijn van de ineenstorting van het stalinisme. Deze korte verklaring gaat in op de ontvouwing van de economische crisis en de waarschijnlijke effecten ervan op het bewustzijn van de arbeidersklasse.
De belangrijkste directe oorzaak van de huidige neergang is het effect van het groeiende handelsconflict op een toch al kwetsbare wereldeconomie, waar de schulden enorm zijn opgestapeld. De wereldhandel vertraagt snel. De jaarlijkse groei van de wereldhandel is gedaald van 5,5% in 2017 naar 2,1% dit jaar volgens de OESO. Dit kan worden vergeleken met een gemiddelde groei van de wereldhandel van 7% tussen 1987 en 2007. Een belangrijke factor in deze vertraging is de onzekerheid die is ontstaan doordat Trump de dreiging van tarieven als een belangrijk instrument van zijn nationalistisch buitenlands beleid gebruikt. Het conflict van Trump met China heeft al ernstige gevolgen: de meest recente gegevens tonen aan dat de Amerikaanse export naar China met 31,4% is gedaald ten opzichte van een jaar eerder, terwijl de Chinese export naar de VS met 7,8% is gedaald.
Het is ook opvallend dat de directe buitenlandse investeringen (FDI) vorig jaar wereldwijd met 3% zijn gedaald, tot het laagste niveau sinds de financiële crisis. De daling van de FDI, een kenmerk van de globalisering, is zelf een indicatie van de gedeeltelijke omkering van de globalisering die we hebben beschreven en die The Economist “slowbalization” heeft genoemd.
In het vorige materiaal hebben we enkele van de indicatoren opgesomd die wijzen op een teruggang van de wereldeconomie en ook hoe de zich ontwikkelende handelsconflicten, met name tussen de VS en China, rechtstreeks bijdragen tot een versnelling van dit proces. In april voorspelde het Internationaal Monetair Fonds een groeivertraging van 70% van de wereldeconomie in 2019. Veel commentatoren hebben het nu over een wereldwijde recessie die voor het einde van dit jaar begint. Dit wordt gekenmerkt door een wereldwijde groei van minder dan 2,5% per jaar, de “stagnatiesnelheid” van de wereldeconomie. De Wereldbank heeft in juni haar groeiprognose voor 2019 herzien van 2,9% naar 2,6%.
Een andere belangrijke indicator is de Purchasing Manager Indexes (PMI), die de activiteit in de productie- en dienstensector meet. Elke PMI-maatstaf onder de 50 wijst op een inkrimping. De wereldwijde productie is op de PMI al bijna tot 50 gezakt, maar ook de dienstensector, die goed is voor twee derde van de wereldwijde economische activiteit, is teruggevallen naar het niveau dat voor het laatst tijdens de minirecessie in 2015-6 werd vastgesteld.
Hoe de crisis zich ontvouwt
Om een duidelijker beeld te krijgen is het de nuttig om te kijken hoe dit proces zich in belangrijke regio’s en landen voltrekt.
De Chinese economie vertraagde snel in 2018, met de zwakste groei in 28 jaar. De industriële productie daalt en de werkloosheid neemt toe, ook in de technologiesector. Volgens de Wereldbank zal de groei van het bbp in 2019 naar verwachting 6,2% bedragen, een daling ten opzichte van de 6,6% in 2018, maar het reële niveau is waarschijnlijk 3-4% of zelfs lager. Internationale bedrijven trekken zich terug van investeringen in China vanwege de onzekerheid als gevolg van de handelsoorlog met de VS, maar ook industriële bedrijven hebben de afgelopen periode hun activiteiten verplaatst naar Zuidoost-Azië vanwege de stijgende arbeidskosten in China.
Het economisch herstel in de VS zal binnenkort het langste zijn dat ooit is geregistreerd, hoewel de voordelen van het herstel overduidelijk naar de rijken zijn gegaan. Dus de VS is zeker ‘klaar’ voor een recessie en er zijn inderdaad steeds meer tekenen van vertraging. De PMI van de Amerikaanse verwerkende industrie daalde tot 50,6 in mei, de laagste waarde sinds augustus 2009. Na een nominale groei van 3,1% in het eerste kwartaal van 2019 als gevolg van tijdelijke factoren, schat één model (de Atlanta Fed’s GDP Now) de groei in het tweede kwartaal op 1,3%. In werkelijkheid is er sprake van zwakte in veel belangrijke sectoren van de economie, waaronder de industrie, de woningmarkt en de consumentenbestedingen.
Het vermogen van Trump om de handel in te kapselen – door de wereldwijde toeleveringsketens te bedreigen – toont in zekere zin de invloed die het Amerikaanse imperialisme nog steeds heeft. De handelsoorlog met China heeft duidelijk geleid tot ernstige moeilijkheden voor het regime van Xi Jingping, samen met de algemene vertraging van de economie en de ontwikkelingen in Hongkong. De VS heeft ook de aanhoudende relatieve sterkte van de dollar als wereldwijde “reservemunt” gebruikt om bedrijven en banken – bijvoorbeeld die welke zaken doen met Iran – te bedreigen met uitsluiting van het dollarbetalingssysteem. Dit is een krachtige bedreiging, aangezien, zoals The Economist opmerkt, “ongeveer 88% van de valutahandel gebruik maakt van greenbacks.” We zien ook pogingen om deze dominantie van de dollar tegen te gaan met bijvoorbeeld de toenemende handel in euro’s of zelfs roebels door Rusland en – op een veel beperktere schaal en met een sterk speculatief element – de stijging van cryptomunten en projecten zoals de Facebook-munt Libra die de beperkingen van staten kan omzeilen.
Maar hoewel de VS in staat is om pijn te doen, stuiten ze ook op sterker verzet dan voorheen bij hun concurrenten. Zo heeft de EU, als reactie op de dreiging voor Europese banken die zaken doen met Iran, een ruilsysteem voor de handel met Teheran bedacht. En het is duidelijk dat de handelsoorlogen een economische impact zullen hebben in de VS, met lagere winsten voor veel bedrijven die afhankelijk zijn van Chinese importen, hogere consumentenkosten en mogelijk een aanzienlijk verlies aan werkgelegenheid.
Als gevolg van de verslechterende positie in de VS wijst de Federal Reserve erop dat zij de rente dit jaar waarschijnlijk zal verlagen, nadat zij deze enkele jaren langzaam heeft verhoogd en zich in eerste instantie verzet tegen de eisen van Trump om deze te verlagen. Trump had olie op een oververhitte economie gegooid met zijn belastingverlagingen uit 2017, maar de gevolgen daarvan in het opvoeren van de groei zijn nu bijna uitgewerkt. Er werd beweerd dat de belastingverlagingen bedrijven meer geld zouden geven om te investeren in de uitbreiding van hun activiteiten, maar het zal geen verrassing zijn dat het grootste deel ervan werd gebruikt voor het terugkopen van aandelen.
Ondertussen is de eurozone nipt aan een derde recessie op tien jaar tijd ontsnapt, maar het is duidelijk dat zowel externe als interne schokken de situatie kunnen doen omslaan. De Wereldbank heeft haar groeiprognose voor de eurozone voor 2019 verlaagd van 1,4% naar 1,2%. In het recente halfjaarverslag van de Bank staat: “De economische omstandigheden in de eurozone zijn sinds medio 2018 snel verslechterd, met name in de verwerkende industrie.” De bewerkende en verwerkende industrie in de eurozone als geheel is in mei van dit jaar voor de vierde maand op rij gekrompen. De PMI van de bewerkende en verwerkende industrie bedroeg in mei 47,7 %. De investeringen zijn laag en de burgerlijke commentatoren wijzen op het feit dat het ‘oude continent’ achterloopt op het gebied van innovaties en nieuwe technologieën. Een komende crisis bedreigt zowel de euro als de EU in haar huidige vorm, aangezien de nationale belangen steeds meer met elkaar in conflict komen en nationalistische politici de EU als oorzaak van de crisis aanwijzen.
Duitsland, de grootste industriële economie van de eurozone en de grootste exporteur, kende in april een krimp van de industriële productie met 1,9%. De groeiperspectieven voor 2019 zijn gedaald tot minder dan 1%. De orders voor industrieproducten daalden in mei met 2,2% op maandbasis en met 8,6% op jaarbasis. Deze daling was veel groter dan de 0,3% die verwacht werd door economen die deelnamen aan een onderzoek van Wall Street Journal. De cruciale autosector is bijzonder hard getroffen. De omzet van Volkswagen in China daalde van januari tot mei met 7%. Een rapport van het Duitse Center for Automotive Research voorspelt een daling van de wereldwijde autoverkoop in 2019 met vier miljoen. Het rapport van Ferdinand Dudenhoffer wijst erop dat “dit wereldwijd twee keer zo’n grote daling is als in het midden van de wereldwijde financiële crisis.” (Forbes, 6/12/19) Zijn analyse houdt geen rekening met de effecten van Brexit of mogelijke Amerikaanse tarieven op de Europese auto-industrie.
Draghi, het aftredende hoofd van de ECB, bespreekt nu al het nemen van serieuze maatregelen in de komende maanden. Zo zou de bank bijvoorbeeld de zogenaamde negatieve rente op de deposito’s van commerciële banken bij de centrale bank kunnen verhogen. Dit is in feite “een sanctie op de deposito’s en een manier om de banken ertoe aan te zetten het geld aan het werk te zetten in de economie.” (New York Times, 6/19/19) De ECB bereidt zich ook voor om Quantitative Easing opnieuw uit te breiden, waarbij op zeer grote schaal effectief geld wordt gedrukt om de economie te stimuleren. Dit beleid van goedkoop geld zal hoogstwaarschijnlijk worden voortgezet door de volgende ECB-directeur Christine Lagarde – en zal de toch al grote schuldenberg in Europa nog verder doen aangroeien.
Hoewel minder besproken, blijft Japan de op twee na grootste nationale economie ter wereld. Ondanks agressieve stimuleringsmaatregelen, waaronder het uitbreiden van enorme overheidstekorten (de verhouding tussen schuld en BBP is de hoogste ter wereld), verslechtert de economie volgens de regering voor het eerst in zes jaar tijd. De Wereldbank voorspelt een groei van 0,8%, waardoor de situatie zelfs nog zwakker is dan in de EU.
Zelfs Australië, met een record van 28 jaar economische expansie, wordt nu geconfronteerd met de reële mogelijkheid van een recessie.
Het beeld in de ontwikkelende en ontwikkelingslanden is nog ernstiger. Uit de laatste cijfers blijkt dat Rusland al twee kwartalen in een recessie verkeert. De reële inkomens dalen al zes jaar lang. Turkije, Argentinië en Pakistan bevinden zich al in een recessie, terwijl Brazilië en Zuid-Afrika beide op de rand van de afgrond staan. In het geval van Brazilië komt dit na een kortstondig herstel na de meest verwoestende recessie in de geschiedenis van het land. India is de uitzondering: de Wereldbank voorspelt een versnelling van de groei tot 7,5% in 2019/20.
De situatie in Turkije is een voorbeeld van hoe een zeer scherpe crisis zich snel kan ontwikkelen. De groei van de schuldenlast ging plots heel snel toen internationale investeerders zich begonnen terug te trekken. Dit leidde tot een snelle devaluatie van de lire, die sinds begin 2018 met meer dan 40% is gedaald ten opzichte van de dollar. De inflatie bedraagt nu 19% en de reële lonen dalen snel, terwijl de werkloosheid 14% bedraagt. De Turkse regering en particuliere bedrijven hebben voor 328 miljard dollar aan schulden op middellange en lange termijn geaccumuleerd, waarvan het grootste deel in dollars. Nu de lire snel in waarde daalt, kan de situatie zeer onstabiel en zelfs explosief worden. Moody’s heeft al een aantal belangrijke Turkse banken gedegradeerd. De politieke gevolgen van de crisis, zoals blijkt uit de enorme nederlaag van Erdogan en de AKP bij de burgemeestersverkiezingen in Istanbul, zullen aanhouden.
Deze gegevens van zowel de ontwikkelde kapitalistische landen als de ontwikkelingslanden geven een duidelijk beeld van een gelijktijdige vertraging in een groot deel van de wereldeconomie, waarbij sommige landen al in een scherpe crisis zijn beland.
Oorzaken van de neergang
We moeten een onderscheid maken tussen de onmiddellijke oorzaken van de komende recessie en de oorzaken op langere termijn van de structurele crisis van het kapitalisme. De directe aanleiding voor de Grote Recessie van 2008-2009 was het uiteenspatten van de zeepbel op de derivatenmarkt als gevolg van de subprime-leningen van de grote banken op de Amerikaanse huizenmarkt. Dit leidde tot de ineenstorting van andere activa zeepbellen.
De belangrijkste directe oorzaak van de huidige recessie is, zoals we al zeiden, waarschijnlijk het effect van de vertraging van de wereldhandel en het groeiende handelsconflict dat niet met Trump is begonnen, maar onder hem is versneld.
De diepere structurele problemen waarmee de kapitalistische economie wordt geconfronteerd, gaan terug tot het einde van de naoorlogse groei in de jaren zeventig. De belangrijkste tegenstrijdigheid in de kapitalistische economie in dit tijdperk kan worden gekarakteriseerd als een overaccumulatie van kapitaal, een groeiende tendens om meer meerwaarde te produceren dan er winstgevend geïnvesteerd kan worden. Deze rentabiliteitscrisis leidde tot een zoektocht naar nieuwe investeringsgebieden, met name door de privatisering van grote delen van de publieke sector in veel landen, waaronder pensioenstelsels, gezondheidszorg en onderwijs. De rentabiliteitscrisis leidde ook tot een toenemende financialisering van het systeem vanaf de jaren ’80, met een steeds grotere rol voor de banken en een enorme uitbreiding van de kredietverlening. Dit leidde op zijn beurt tot het fenomeen van schuldgroei met een wereldwijde schuld die nu drie keer zo groot is als het niveau van het mondiale BBP.
En natuurlijk heeft de financialisering ook een steeds groter wordend wereldwijd casino met zich meegebracht. Tien jaar geleden was er veel commentaar over de rol van “zeepbellen” vol fictief kapitaal in de financiële markten, waarvan de implosie een verwoestend effect had op de reële economie. Maar het kapitalisme heeft geen vermogen getoond om zijn gedrag te veranderen. De oplossing voor de financiële crisis van ’08-’09 was letterlijk om nieuwe zeepbellen te blazen. Het wereldwijde financiële casino is nu nog groter dan in 2009. Er wordt 1,2 quadriljoen dollar belegd in de derivatenmarkten, terwijl valutaspeculatie elke dag goed is voor 5,3 biljoen dollar!
Kapitaal is altijd op zoek naar nieuwe mogelijkheden om te investeren. Momenteel is één daarvan de technologiesector, die een uitzondering lijkt te zijn op het algemene falen van de kapitalisten in de afgelopen periode om de productiekrachten te ontwikkelen. De kapitaalstroom naar de technologie is niet alleen een poging om de internationale concurrentiestrijd te winnen, maar heeft, in een omgeving waar zoveel kapitaal op zoek is naar winstgevende afzetmogelijkheden, ook een speculatief karakter. Dit kan leiden tot zeepbellen. De technologiesector zal ook negatief worden beïnvloed door het handelsconflict met China. Andere zeepbellen ontwikkelen zich in veel landen met financieel kapitaal dat investeert in huisvesting (nog los van de desastreuze sociale gevolgen). Maar in een periode van dalende winstgevendheid kunnen verschillende gebieden nieuwe investeringsgebieden worden en zelfs zeepbellen doen ontwikkelen zoals rond cryptomunten of ‘groene economie’.
Perspectieven
We kunnen niet op voorhand zeggen hoe diep de komende neergang zal zijn en of deze qua omvang vergelijkbaar zal zijn met de crisis van 08-09. Als Trump en Xi Jinping een gedeeltelijke handelsovereenkomst zouden bereiken, zou dit een zeer tijdelijke impuls kunnen geven aan de wereldeconomie, maar het zou de algemene richting niet veranderen. The Economist waarschuwt echter expliciet en terecht dat “het risico van een onhandige fout [in het handelsconflict] die een financiële crisis teweegbrengt, hoog is.” Dit is een verwijzing naar het feit dat de VS een harde aanpak heeft van Chinese bedrijven die ter waarde van 1 biljoen dollar handel drijven op de Amerikaanse financiële markten of de dreiging van andere vergeldingsmaatregelen van beide partijen.
Verschillende factoren wijzen op het gevaar van een nog ernstiger crisis dan tien jaar geleden. Zoals we hebben aangegeven, is de ‘toolkit’ van het kapitalisme uitgeput, wat niet wil zeggen dat hij leeg is. De drastische maatregelen die werden gebruikt om te reageren op de crisis van 2008-2009 waren onder meer kwantitatieve versoepeling en negatieve rentetarieven die het systeem van een nog diepere crisis hielpen redden, maar nieuwe tegenstrijdigheden creëerden. Toch lijkt er weinig of geen uitzicht te zijn op het soort gecoördineerde reactie dat Obama samen met de EU en China organiseerde om een nog diepere wereldwijde crisis te voorkomen. Een belangrijk onderdeel van deze reactie was het massale stimuleringsprogramma in China dat leidde tot een enorme vraag naar grondstoffen uit de hele wereld. Het stimuleringsprogramma creëerde op zijn beurt een schuldbom in China die nu een verder stimuleringsprogramma van deze omvang in de weg staat.
Dit wijst ook op een algemener punt: na de crash van ’08-’09 fungeerden de BRIC-economieën (Brazilië, Rusland, India en China), en vooral China, als een motor die de kapitalistische economie uit de put trok. Dit keer zal dit zeker niet gebeuren.
Nogmaals, het moet worden benadrukt dat het niet mogelijk is om met zekerheid te zeggen hoe diep de komende neergang zal zijn, maar de algemene situatie wijst op een zeer diepe crisis en niet op een “mini-recessie” zoals in 2015-2016.
Gevolgen voor het bewustzijn
De enorme impact op het bewustzijn van de crisis van ’08-’09 blijft natuurlijk tot op de dag van vandaag voortduren, met een wrede bezuinigingspolitiek die in veel geavanceerde kapitalistische landen nog steeds van kracht is. In de meeste landen heeft het herstel van de laatste jaren niet geleid tot een stijging van de levensstandaard en zijn nieuwe banen vaak precair. Werknemers en jongeren die het vertrouwen in het systeem en zijn instellingen hebben verloren, zullen niet verbaasd zijn over de nieuwe fase van de crisis van het kapitalisme.
Het is zeker het geval dat er in veel landen een gedeeltelijk ‘verlammend effect’ kan zijn op de klassenstrijd. Bijvoorbeeld, als de Amerikaanse economie volgend jaar in een recessie terechtkomt, zou het waarschijnlijk de stakingsgolf in de VS doorbreken die zich met de lerarenopstand heeft opgericht. Maar in de VS zien we ook de massale steun voor de radicale hervormingen die door ‘democratische socialisten’ zoals Ocasio Cortez en Bernie Sanders worden voorgesteld. Dit was een factor die in 2008-2009 niet bestond en is het resultaat van de radicalisering van miljoenen arbeiders en jongeren sinds Occupy. Deze factor wijst er duidelijk op dat het verlammende effect van kortere duur en beperkter kan zijn dan tijdens de Grote Recessie en dat de massale woede over het systeem sneller kan worden omgezet in een massale strijd, inclusief verdere stappen in de richting van de wederopbouw van een strijdbare arbeidersbeweging. Terwijl een algemene toename van syndicale strijd voor een bepaalde tijd zou kunnen worden doorbroken, kan de strijd worden gekanaliseerd naar het politieke vlak in termen van verkiezingen, politieke organisatie en massale strijd rond politieke en sociale kwesties. Vroeg of laat zullen er weer verdere stappen worden gezet in de richting van de wederopbouw van een strijdbare arbeidersbeweging en een toename van de arbeidsconflicten.
In deze situatie kunnen sterkere eisen, onder meer inzake gemeenschapsbezit van belangrijke sectoren van de economie, een veel bredere weerklank beginnen te krijgen. Dit blijkt al uit de discussie rond de Green New Deal in de VS. Ondanks beperkingen bij dit voorstel, konden we het stoutmoedige doel om de economie om te vormen met duurzame energie gebruiken om gehoor te krijgen voor het in publieke handen brengen van de gehele energiesector. Naarmate de klimaatcrisis verergert, kunnen de verregaandere socialistische eisen in veel landen massaal steun krijgen. Een ander voorbeeld is in Berlijn, waar de wanhopige woningcrisis een beweging heeft uitgelokt voor een referendum om de bedrijfseigenaars die nu een groot deel van de woningen van de stad bezitten, te onteigenen. Deze strijd kan internationale implicaties hebben.
Opvallend is ook dat de economische crisis in Turkije en Brazilië nu al een belangrijke rol speelt in het ondermijnen van de positie van autoritaire en rechtse populistische figuren die aan de macht komen als de storm toeslaat. In Turkije speelden de hierboven beschreven snel verslechterende economische omstandigheden een directe rol bij het feit dat Erdogan en de AKP-partij hun grootste politieke nederlaag in 16 jaar aan de macht opliepen. Bij de nieuwe burgemeestersverkiezingen in Istanbul leed Erdogan eind juni een veel ernstiger verlies dan in de eerste ronde eind maart.
In Brazilië is de populariteit van Bolsonaro in een aantal opiniepeilingen drastisch gedaald en de recente algemene staking tegen zijn neoliberale pensioenhervorming heeft hem stevig in het defensief gezet. We mogen niet vergeten hoe de diepe economische crisis in Argentinië aan het begin van deze eeuw het land snel naar een pré-revolutionaire situatie heeft gebracht. Dit zou in de komende periode in een aantal landen zeker ook kunnen gebeuren als gevolg van een catastrofale economische crisis.
Als de recessie in de VS in het komende jaar toeslaat, kan dit een belangrijk effect hebben op de presidentsverkiezingen. Als de delen van de arbeidersklasse die Trump steunden beginnen te concluderen dat hij zijn belofte om goede jobs terug te brengen naar de zwaar getroffen industriegebieden niet is nagekomen, kan dit de kansen van Trump op herverkiezing tenietdoen. Er zijn aanwijzingen van dit begin in sommige belangrijke staten in het middenwesten van het land.
Maar deze trends mogen ons niet blind maken voor de gevaren van de situatie. Alle zwakke punten van ‘nieuw links’ zullen in de komende crisis volledig tot uiting komen. Als links en de arbeidersbeweging er niet in slagen om de werkenden die willen terugvechten tegen de bazen en de corrupte politieke klasse een echte leidraad te geven, zal de weg nog meer worden geopend voor de rechtse populisten en extreemrechts. Zoals blijkt uit de handelsoorlog, zal een steeds nationalistischer en protectionistischer beleid de neergang nog verergeren. Een belangrijk kenmerk van deze crisis, die anders is dan in 2008-2009, is de manier waarop rechtspopulisme en de neergang elkaar kunnen voeden. De gevaarlijke groei van het anti-immigrantengevoel in veel landen, aangemoedigd en opgezweept door regeringen en gevestigde partijen, is een waarschuwing voor wat er zich in de komende periode kan ontwikkelen, als links en de arbeidersklasse niet het voortouw nemen in de strijd voor een socialistisch alternatief.
Een ander voorbeeld van het effect van de komende neergang kan zijn dat de eurozone wat nieuw leven krijgt als links en de arbeidersklasse geen antwoorden en oplossingen bieden op vragen rond de economische crisis en migratie. De situatie in Italië is nu al zeer ernstig en de regering overweegt stappen te ondernemen in de richting van een parallelle munteenheid naast de euro. Het deel van de Italiaanse heersende klasse dat een breuk met de euro voorstaat of wil voorbereiden, vreest de extreme kosten van schulden in euro’s, vergelijkbaar met de crisis in “opkomende” landen met enorme schulden in vreemde valuta. Ondertussen woedt de Brexit-crisis verder. De Duitse en Franse heersende klassen waren nauwelijks in staat om de eurozone na 2008 te handhaven. Ze moesten hun toevlucht nemen tot allerlei extreme maatregelen. Deze evenwichtsoefening is misschien niet houdbaar met een nieuwe scherpe terugval. Het uiteenvallen van de eurozone met een aantal landen die de eurozone verlaten en het terugbrengen van de euro tot een kern van landen is een mogelijkheid die we in de volgende fase in gedachten moeten houden. Een dergelijke ontwikkeling zou bijna onvermijdelijk gepaard gaan met een explosieve politieke en sociale strijd, waarbij radicaal-linkse conclusies worden getrokken door grote delen van de bevolking, met name de jeugd, maar waarbij ook extreemrechtse en nationalistische krachten worden versterkt.
Hoewel keynesiaanse economen beweren dat regeringen hun schuldenlast kunnen uitbreiden zolang deze in hun eigen munt is uitgedrukt, wijst de situatie in de eurozone op de grens van dat argument. Een andere schuldencrisis is nu al aan de gang met landen in het Chinese Belt-and-Road-programma die te maken hebben met zware schuldaflossingen aan China voor investeringen in infrastructuur. Dit kan een belangrijke factor zijn in de volgende periode.
Een nieuwe wereldwijde economische crisis in combinatie met een escalerende klimaatcatastrofe opent het vooruitzicht op een nog explosievere periode dan de vorige. In de periode na de Grote Recessie van 2008-2009 was de arbeidersklasse niet in staat om haar stempel te drukken op de gebeurtenissen, door de aanval van de heersende klasse terug te duwen en het tegenoffensief aan te gaan. De centrale reden hiervoor is de rol van de leiding van de vakbonden en de linkse partijen en formaties, zowel oude als nieuwe. Desondanks is het bewustzijn van grote lagen van de bevolking wel toegenomen. Miljoenen werden geradicaliseerd en zochten een alternatief voor het systeem, en keken daarbij in de richting van linkse en socialistische ideeën. Deze sfeer van strijd en verzet werd ook weerspiegeld in de opkomst van machtige sociale bewegingen tegen onderdrukking, vooral door vrouwen in veel landen en door jongeren die zich de laatste jaren inzetten voor het milieu. Het was ook gericht op bewegingen om onderwijs of pensioenen te verdedigen tegen neoliberale aanvallen of tegen nationale onderdrukking, zoals in Catalonië. We mogen verwachten dat soortgelijke processen zich zullen voortzetten en verdiepen.
Ongeacht de vorm en de intensiteit van de klassen- en sociale strijd, iets wat niet van tevoren kan worden voorspeld, zal het bewustzijn van miljoenen mensen zich ongetwijfeld ontwikkelen in een antikapitalistische en socialistische richting. Dit zal de vruchtbare basis vormen waarop de krachten voor de socialistische revolutie moeten inspelen en bouwen. Het belangrijkste obstakel in deze richting zal opnieuw de leiding van de vakbonden en de partijen van “links”, en in het bijzonder de Nieuwe Linkse Formaties (NLF), zijn. Hun gebrek aan leiderschap schept ruimte voor rechtspopulisme en extreemrechts, wat een complicerende factor zal zijn, hoewel het het proces van linkse radicalisering in grote delen van de arbeidersklasse, vooral onder jongeren, niet kan stoppen. Deze radicalisering kan leiden tot nieuwe politieke initiatieven en tot uitdagingen voor de bestaande vakbondsleiders, waaronder in sommige gevallen de vorming van nieuwe vakbonden en nieuwe linkse, socialistische, arbeiders- en arbeidersorganisaties en -partijen. Het is daarom van cruciaal belang dat elke gelegenheid wordt aangegrepen om in te grijpen in het proces van radicalisering om de beste activisten te winnen om hen tot kaders te ontwikkelen, zodat er een duidelijk revolutionair alternatief wordt geboden naarmate het proces zich ontwikkelt.
Natuurlijk is er geen “definitieve crisis” voor het kapitalisme. Zelfs een volledige economische ineenstorting zou uiteindelijk de voorwaarden scheppen voor een hervatting van de kapitaalaccumulatie. De kapitalisten kunnen door de omvang van de crisis en de dreiging van sociale onrust gedwongen worden om drastischer maatregelen te nemen. Dit kan onder meer inhouden dat er stappen worden ondernomen in de richting van meer overheidsingrijpen met een agressiever nationaal of regionaal “industriebeleid” van overheidsinvesteringen in belangrijke sectoren. Dit zou een meer beslissende breuk betekenen met het geglobaliseerde neoliberalisme en zou de hervormingsgezinde illusies in delen van de arbeidersklasse voor een periode kunnen versterken. Maar dit zal geen einde maken aan de anarchie van het wereldkapitalisme en zijn onvermogen om een uitweg te bieden uit de crisis waar de mensheid mee te maken heeft.
Het CWI, nationale afdelingen, leden en aanhangers zullen deel uitmaken van de komende strijd, ze initiëren waar mogelijk en strijden binnen de bewegingen, vakbonden en partijen voor een socialistisch programma dat de noodzakelijke weg naar de overwinning van de respectieve strijd koppelt aan de noodzakelijke strategie om de wortels van de problemen aan te pakken: het kapitalisme. Er is een wereldwijd revolutionair proces nodig als de enige uitweg en de wereldwijde arbeidersklasse, objectief sterker dan ooit, is de enige kracht die dit kan leiden tot een wereld zonder uitbuiting en onderdrukking, gebaseerd op de behoeften zodat de echte geschiedenis van de mensheid kan starten.
-
Bureaucratische coup zal CWI-meerderheid niet stoppen in opbouw sterke revolutionaire socialistische internationale
Een minderheid van het CWI heeft op bureaucratische wijze een ongelukkige en schadelijke breuk doorgevoerd in de grootste en meest invloedrijke revolutionaire socialistische organisatie ter wereld, het Committee for a Workers’ International.Wie het CWI volgt, via publicaties en activiteiten, zal zich bewust zijn van de belangrijke debatten die de afgelopen 7 maanden in onze revolutionaire socialistische internationale plaatsvonden. Deze debatten zijn voortgekomen uit een complexe wereldsituatie, waarbij het kapitalisme in economisch, sociaal en ecologisch opzicht als parasitair werd ontmaskerd en zijn instellingen grotendeels in diskrediet werden gebracht, terwijl de meeste linkse en arbeidersorganisaties en hun leiders op internationaal vlak de uitdagingen niet aankunnen. Als gevolg daarvan heeft de arbeidersbeweging in het algemeen nog geen beslissende invloed op de gebeurtenissen uitgeoefend.
Gedurfde initiatieven of conservatisme in denken en handelen
Aan de andere kant hebben de omstandigheden waaronder grote delen van de werkenden, jongeren, vrouwen, migranten en andere lagen van de samenleving gebukt gaan, velen in actie gebracht. In het geval van massabewegingen tegen specifieke vormen van onderdrukking zijn deze vaak gekenmerkt door ideologische verwarring en een wisselende mate van burgerlijke en kleinburgerlijke invloeden. De meerderheid van het CWI is van mening dat we deze verwarring het best kunnen overwinnen door deel te nemen als de meest dynamische en programmatisch duidelijkste component van deze bewegingen, door een duidelijke scheidslijn te trekken tussen onze aanpak vanuit de arbeidersklasse en die van onze tegenstanders.
De voormalige dagelijkse leiding van het CWI, die een bureaucratische coup in de organisatie heeft gepleegd (de meerderheid van het Internationaal Secretariaat en de minderheidsfractie die het om zich heen verzamelde), toonde een gebrek aan vertrouwen om in deze bewegingen tussen te komen. Zij benadrukten de vrees dat ons lidmaatschap beïnvloed zou worden door de kleinburgerlijke identiteitspolitiek en andere “vreemde ideeën” in deze bewegingen en gaven er de voorkeur aan om, in hun eigen woorden, de gebeurtenissen binnen de officiële arbeidersbeweging af te wachten en zich intussen “in te graven”.
Ze vielen onze afdelingen in Ierland en de VS aan; afdelingen die op succesvolle wijze massastrijd van werkenden, vrouwen en jongeren hebben geleid en overwinningen afdwongen terwijl ze de vlag van het revolutionair socialisme hoog hielden op een principiële en flexibele wijze. Deze afdelingen werden ervan beschuldigd “te capituleren voor kleinburgerlijke identiteitspolitiek.” De meerderheid is van mening dat deze benadering de arbeidersklasse niet op socialistische basis beschermt, maar net onze leden onvoorbereid laat waardoor kleinburgerlijke invloeden niet betwist worden in enkele van de belangrijkste massamobilisaties van deze periode. Bovendien worden deze bewegingen vaak ook gekenmerkt door een sterke deelname van de arbeidersklasse en komen ze steeds meer tot uiting in stakingen van de arbeidersklasse, bijvoorbeeld door stakingen tegen seksisme in de hele wereld, van de VS tot Zuid-Afrika.
Nu massabewegingen overal ter wereld nieuwe en vernieuwende vormen aannemen, vaak maar niet altijd buiten de formele structuren van de officiële arbeidersbeweging, werden marxisten die energiek tussenkomen in deze bewegingen vanuit een socialistisch en klassenperspectief, door de CWI-minderheidsfractie rond de IS-meerderheid afgedaan alsof ze “de vakbonden de rug toekeren”. Dat is niet correct. Integendeel: de krachten van de CWI Meerderheid behouden een strategische, maar flexibele oriëntatie op de vakbonden, waar we cruciale overwinningen hebben behaald in strijd. Dit werd soms weerspiegeld in het winnen van leidinggevende posities in vakbonden in heel wat landen.
Democratische tradities
Op democratische wijze debatten voeren, was steeds onderdeel van de rijke tradities van het CWI. In het verleden voerden we belangrijke discussies over Europa en de invoering van de euro, het karakter van sommige populistische rechtse partijen, het klassenkarakter van het Chinese regime en tal van andere kwesties. Wij zijn van mening dat deze debatten en uitwisselingen het politieke begrip van alle deelnemers hebben versterkt.
Gebaseerd op de tradities van de revolutionaire arbeidersbeweging en haar organisaties, heeft het CWI in haar statuten en in die van de secties een aantal ingebouwde garanties die het lidmaatschap beschermen tegen het mogelijke ondemocratische gedrag van haar leiders. Alle leidende posities worden verkozen en kunnen worden teruggeroepen, geen enkele gekozen positie levert materieel voordeel op, en om de drie jaar kiest een wereldcongres bestaande uit gekozen delegaties van de nationale secties een IEC (International Executive Committee of Internationaal Uitvoerend Comité). Het IEC leidt het CWI tussen de congressen door en kiest een Internationaal Secretariaat dat de dagelijkse leiding op zich neemt. Geen enkele nationale sectie of combinatie van enkele secties alleen kan op zich een wereldcongres domineren. Als een derde van de IEC-leden de organisatie van een IEC eist, heeft het IS de statutaire verplichting om dit te doen. Financiële auditors worden gekozen op het Wereldcongres om de financiën te controleren.
Maar hoe democratisch de regels ook mogen zijn, in een marxistische organisatie bestaat de belangrijkste garantie voor een gezonde democratie volgens ons niet uit regels, maar uit het bestaan van een kritisch denkend lidmaatschap van werkenden en jongeren die bereid zijn om leiders ter verantwoording te roepen, en met een politiek begrip en vorming die een volwaardige deelname aan alle belangrijke discussies mogelijk maakt.
Het CWI is, net als elke andere organisatie, niet immuun voor alle fenomenen die in de samenleving aanwezig zijn, waaronder de groei van conservatieve lagen en bureaucratisme. In ons 45-jarig bestaan hebben we deze verschijnselen op verschillende niveaus moeten bestrijden, en meestal waren we in staat om ze zonder al te veel schade te corrigeren. Soms was echter de tussenkomst van een politiek bewust lidmaatschap tegen een ontaarde centrale leiding nodig om het programma van het CWI veilig te stellen. Dit was het geval toen de grote meerderheid van het CWI in 1992 in opstand kwam tegen de leiding rond Ted Grant, en dit jaar helaas ook tegen de leiding rond Peter Taaffe. Bureaucratische schendingen van onze democratische statuten volstonden nooit om het lidmaatschap van het CWI te verhinderen om door te gaan met het opbouwen van zijn afdelingen en zijn internationale.
De CWI Meerderheid, verenigd en intact in 35 landen over de hele wereld, zal blijven strijden voor een socialistische wereld. Wij zullen in de nabije toekomst verdere informatie en analyse van ons interne debat en crisis verstrekken, onder meer door de publicatie in de nabije toekomst van de belangrijkste interne documenten van het geschil.
Een bureaucratische coup
Ongeveer halverwege de overeengekomen periode van democratische politieke discussie en debat heeft een minderheidsgroepering, gebaseerd op de meerderheid van het Internationale Secretariaat van het CWI en de leiding van de Socialist Party van Engeland en Wales, op 25 juli in een artikel op socialistworld.net (een belangrijk instrument dat uit de handen van de meerderheid van de CWI-leden gestolen is) verklaard dat zij op een conferentie het besluit heeft genomen om “het CWI opnieuw op te richten” en “een wereldcongres in 2020 bijeen te roepen van de secties en groepen die het programma van het CWI verdedigen”.
Dit betekent in werkelijkheid dat zij een nieuwe organisatie oprichten die alleen openstaat voor de minderheid die hun leiding ondersteunt. Het is een stap zonder enige verwijzing naar de bestaande democratische structuren van het CWI. In werkelijkheid is het een bureaucratische stap zonder politieke of organisatorische legitimiteit.
Deze groepering heeft zich daarbij ook onrechtmatig de collectieve materiële, financiële en politieke middelen van het CWI (met inbegrip van de internationale website en de meeste sociale media) toegeëigend, tegen de duidelijke wil van de meerderheid van de afdelingen en de leden van het CWI in. Van de 45 landen waar het CWI is georganiseerd in nationale organisaties, heeft deze groepering een meerderheid in slechts zeven landen.
Deze bureaucratische coup betekent een duidelijke breuk met hele nationale afdelingen en leden van het CWI in Oostenrijk, Australië, België, Brazilië, Canada, China, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Hongkong, Israël/Palestina, Ierland, Italië, Ivoorkust, Mexico, Nederland, Noorwegen, Portugal, Québec, Roemenië, Rusland, de Spaanse staat, Soedan, Zweden, Taiwan, Turkije, Tunesië en de Verenigde Staten, alsook met een meerderheid van de leden van het CWI in Duitsland en Zuid-Afrika die tegen hun plannen zijn.
Bovendien zijn in Engeland en Wales meer dan 100 leden, een meerderheid van de activisten in meer dan tien belangrijke steden, uit de Socialist Party gezet omdat ze de meerderheid van het CWI steunen, en zijn ze gedwongen om te beginnen met de wederopbouw van de krachten van het CWI daar. Een speciaal congres van de SP op 21 juli nam een resolutie aan waarin werd gesteld dat aanhangers van het CWI buiten de Socialist Party om zouden moeten handelen, en kreeg van de partijleiding vanop het podium te horen “tot ziens en blij dat we van jullie af zijn.”
Een versnelde bureaucratische ontaarding
In november 2018 lanceerde de meerderheid van het Internationaal Secretariaat (IS – een leidinggevend orgaan gekozen door het Internationaal Uitvoerend Comité van het CWI), dat in een minderheid gesteld was in het orgaan dat het verkozen had, een fractiestrijd. Het begon met een campagne van uit hun context gehaalde en sectaire aanklachten tegen de Socialist Party in Ierland, maar ondertussen werd een politiek verhaal opgebouwd waarin de grote meerderheid van het CWI ervan beschuldigd werd te hebben gebroken met de fundamentele principes van het socialisme en het marxisme – in het bijzonder inzake de oriëntatie op de arbeidersklasse als de kracht die maatschappijverandering kan bewerkstelligen.
Op de vergadering van het IEC in november 2018, waar de meerderheid van het IS de stemming verloor, werd een minderheidsfractie in het CWI opgezet (onder de naam: “In defence of a working class Trotskyist CWI” of IDWCTCWI). Meteen daarna begon de IS-meerderheid de democratische en politieke legitimiteit van het orgaan dat haar heeft gekozen, te negeren. Het IEC had unaniem besloten om een jaar lang een politiek debat te voeren over de fundamentele politieke kwesties die de minderheidsfractie op tafel legde, waarbij het IEC in augustus 2019 opnieuw bijeen zou komen en er in januari 2020 een wereldcongres zou worden georganiseerd – het hoogste besluitvormingsorgaan van de afgevaardigden van de nationale afdelingen.
De IS-meerderheid probeerde dit akkoord onmiddellijk te torpederen en boycotte het organisatiecomité van het Congres, dat werd gekozen om het debat te begeleiden. Zij verklaarden vervolgens dat de democratische structuren van het CWI niet legitiem waren, vanwege het bestaan van “fundamentele politieke verschillen”. Dit kwam neer op de openlijke verwerping van elke verantwoordingsplicht jegens degenen die hen verkozen hebben.
De democratische procedures van een organisatie van de arbeidersklasse, die vooral belangrijk zijn in tijden van debat en onenigheid, werden volledig overboord gegooid. De IS-meerderheid verklaarde expliciet dat ze niet konden deelnemen aan een vergadering waar ze mogelijk met een democratische stemming zouden kunnen worden afgezet (wat ze “regimewisseling” noemden). De overgrote meerderheid van het CWI, die het fundamentele principe van de arbeidersdemocratie verdedigde, werd afgedaan als “constitutionele fetisjisten”.
De IS-meerderheid, die technisch in het bezit is van honderdduizenden dollars die van CWI-leden komen, belemmerde ook de toegang van een gekozen auditor van de CWI-rekeningen tot de boeken van de organisatie, in een duidelijke voorbereiding om met dit geld te gaan lopen, wat ze nu lijken te hebben gedaan.
De Orwelliaanse beslissing om, tegen de wil van de enige bestaande democratische structuren in, een organisatie “opnieuw op te richten”, komt neer op een bureaucratische coup. De inbeslagname van de collectieve middelen van een organisatie op deze basis is bijzonder wraakroepend. Hoewel elke groep leden het recht heeft om zich van het CWI te scheiden en een aparte entiteit op te richten, zal elke organisatie die op basis van dergelijke methoden geboren is, doorheen de arbeidersbeweging als een schande gezien worden.
Deze bureaucratische aanpak betekent een volledige breuk met de democratische cultuur van discussie en debat die tot nu toe bestond in het CWI, waar talloze interne debatten en discussies op een democratische manier zijn gevoerd, met een leiding die vertrouwen heeft om zijn ideeën te verdedigen zonder toevlucht te nemen tot bureaucratische maatregelen.
Het CWI gaat door
Deze bureaucratische sektarische splitsing van het CWI, waarbij helaas veel eerlijke klassenstrijders gedesoriënteerd of ontspoord zijn, is een ernstige tegenslag voor het CWI. Maar zoals het gezegde luidt: niet treuren, maar ons organiseren!
Naast de criminele acties van een ontaarde bureaucratisch leiding die elke verantwoording ontloopt, heeft deze crisis voor onze organisatie ook het tegendeel aangetoond: dat het CWI een gezonde en levende organisatie is waarin een meerderheid in staat is om op te komen tegen bureaucratische ontaarding en de eenheid van de overgrote meerderheid van onze internationale gemeenschap te behouden, ondanks het feit dat ze het op moet nemen tegen enkele van haar meest gezaghebbende stichtende leiders in het proces.
De CWI Meerderheid is verenigd, intact en behoudt een aanzienlijke militante capaciteit in meer dan 30 landen over de hele wereld! We zijn vastbesloten om te discussiëren en te debatteren om alle lessen te trekken uit de crisis die we hebben meegemaakt voor de opbouw van een jonge, democratische en machtige wereldpartij die zich inzet voor de strijd voor een socialistische revolutie. Op dit moment komen we tussen in de explosieve gebeurtenissen in Puerto Rico, Hongkong, Soedan en elders.
Binnenkort lanceren we een internationale website en andere publicaties.
We roepen alle CWI-leden, en werkenden en jongeren van alle landen op om met ons te discussiëren en lid te worden!
Voorlopig comité van de CWI Meerderheid:
Stephen Boyd
Eric Byl
Danny Byrne
Tom Crean
Andre Ferrari
Cedric Gerome
Sonja Grusch
Vincent Kolo
Claire Laker-Mansfield
Andros Payiatsos
Per-Ake WesterlundFacebook pagina
-
CWI en Izquierda Revolucionaria: naar eenmaking
Verklaring van de internationale leidingen van het CWI en Izquierda Revolucionaria
In september 2016 publiceerden we een korte verklaring na een eerste bijeenkomst tussen onze organisaties. Dat was een erg vruchtbare vergadering die wees op een algemene overeenkomst, zowel op politiek vlak als wat onze methoden van opbouw van revolutionaire partij betreft. We besloten toen om een proces van politieke dialoog en debat op te starten, en tegelijk ook een praktische samenwerking en uitwisseling van documenten en bezoeken op te starten.
Sindsdien was er een regelmatige, dichte en intense samenwerking tussen onze organisaties. Kameraden van het Internationaal Secretariaat van het CWI en van verschillende CWI-afdelingen bezochten Spanje de voorbije maanden om deel te nemen aan verschillende bijeenkomsten van Izquierdo Revolucionaria, naast deelname aan het congres van de studentenvakbond in november.
Vertegenwoordigers van IR namen deel aan verschillende belangrijke bijeenkomsten van zowel het CWI als de Socialist Party (CWI-afdeling in Engeland en Wales), waaronder het geslaagde Socialisme 2016 weekend in Londen en het Nationaal Comité van de Socialist Party in januari 2017. Vertegenwoordigers van IR namen ook deel aan het Internationaal Uitvoerend Comité van het CWI in november 2016.
Deze uitwisseling en discussie zal de komende maanden verdergezet worden doorheen verschillende belangrijke evenementen en bijeenkomsten, waaronder de Latijns-Amerikaanse school van het CWI, het Centraal Comité en congres van IR in Spanje en het congres van de Mexicaanse afdeling van IR, naast andere activiteiten.
In zowel Venezuela als Spanje, waar zowel het CWI als IR over georganiseerde krachten beschikken, is er een erg bemoedigend proces van praktische samenwerking en politieke toenadering bezig.
Er werden ook artikels, documenten en publicaties uitgewisseld. Enkele belangrijke teksten werden vertaald en gepubliceerd in onze kranten, websites en theoretische magazines maar ook in interne documenten.
Naar eenheid
Deze ervaringen hebben de politieke, programmatorische en methodologische overeenstemming tussen onze organisaties enkel bevestigd, uitgediept en versterkt. Dit wordt niet alleen bevestigd door onze algemene politieke standpunten maar ook door concrete en praktische benaderingen tegenover de ontwikkelende klassenstrijd en inzake de opbouw van een revolutionaire partij en internationale organisatie in de 21ste eeuw.
Het is duidelijk dat de voorwaarden aanwezig zijn om veel verder te gaan in onze samenwerking. We denken dat de principiële overeenkomst tussen onze organisaties betekent dat we concrete stappen kunnen zetten in de richting van een volledige eenmaking.
De Internationale Uitvoerende Comités van zowel het CWI als IR komen daarom overeen om:
- Deze verklaring te bespreken en te stemmen in de democratische structuren en leidinggevende organen van het CWI en IR
- Een programmatorisch document op te stellen over onze eenmaking en dit te publiceren rond april/mei 2017. Dit document zal besproken en gestemd worden in alle democratische structuren en leidinggevende organen van het CWI en IR.
- Een eenheidsconferentie te houden in 2017.
25 jaar geleden was er een pijnlijke scheiding tussen onze organisaties en dit in een periode van enorme uitdagingen en stappen achteruit voor de revolutionaire marxistische linkerzijde doorheen de wereld. We hielden echter vol, slaagden erin onze krachten te behouden en bij te dragen aan de klassenstrijd, ook al gebeurde dit via afzonderlijke wegen. De aanvang van een nieuwe periode in de structurele crisis van het kapitalisme en de enorme mogelijkheden voor revolutionaire marxisten brachten onze wegen terug bijeen.
2017 – het jaar waarin we de 100ste verjaardag van de Russische Revolutie vieren – kan ook beslissend zijn voor onze organisaties. Onze eenmaking op principiële basis zal ons politiek versterken en ook onze mogelijkheden vergroten om te bouwen aan een marxistische internationale die de arbeidersklasse kan bewapenen met de revolutionaire leiding die ze verdient. Het kan ook een inspirerend voorbeeld zijn voor de volledige linkerzijde, de arbeidersbeweging en revolutionairen.
We doen een gezamenlijke oproep aan werkenden, jongeren en revolutionairen doorheen de wereld om het debat aan te gaan om te komen tot een zo verregaand mogelijke samenwerking en eenheid op de principiële basis van het revolutionaire marxisme.
-
1 mei doorheen de wereld
1 mei is wereldwijd een strijddag van de arbeidersbeweging. Leden van onze internationale beweging, het Committee for a Workers’ International, waren in tientallen landen van de partij op de acties en betogingen. Hieronder een beperkt overzicht met enkele foto’s.
[divider]
Londen: pas overleden strijdbare vakbondsleider Bob Crow en linkse politicus Tony Benn herdacht
Duizenden vakbondsmilitanten betoogden in Londen op 1 mei om de pas overleden strijdbare vakbondsleider Bob Crow en het socialistische Labour-parlementslid Tony Benn te herdenken. De militanten van de transportbond RMT zetten de toon op de betoging en waren massaal aanwezig. Er waren RMT-militanten uit heel het land. De dochter van Bob Crow kondigde aan dat zij kandidaat zal zijn bij de Europese verkiezingen, ze doet dat op de lijst die ook door de Socialist Party wordt ondersteund: No2EU.
[divider]
Maleisië: 30.000 betogers in Kuala Lumpur
De Maleisische regering wil vanaf 1 april volgend jaar een nieuwe taks op goederen en diensten invoeren. Het verzet daartegen is erg groot en dat bleek ook op 1 mei. Volgens een recente peiling is 62% van de bevolking tegen de taks, maar de regering zegt dat er geen andere keuze is dan besparen. Bij de miljardairs worden de middelen niet gezocht, wel bij diegenen die al moeite hebben om rond te komen. De officiële vakbondsbetoging op 1 mei bracht amper een duizendtal mensen op de been. De betoging tegen de besparingen daarentegen had 30.000 aanwezigen, waaronder veel jongeren. Militanten van het CWI in Maleisië verkochten bijna 250 exemplaren van onze krant.
[divider]
Sri Lanka: betoging van United Socialist Party
In Colombo was er een optocht van onze Sri Lankese zusterpartij, de United Socialist Party. De betoging van USP verenigde verschillende bevolkingsgroepen: Singalezen, Tamils en moslims. De betoging verenigde ook zowel jongeren als ouderen en werkenden uit diverse sectoren. Het was een strijdbare optocht van socialistisch verzet tegen het beleid van een regime dat steeds dictatorialer wordt.
[divider]
Pakistan: betoging in Mirpur Khas, provincie Sindh
De Socialist Movement Pakistan was aanwezig op tal van activiteiten in het kader van 1 mei. In Mirpur Khas, in de provincie Sindh, namen we traditioneel het voortouw van een linkse eenheidsbetoging. Hieronder foto’s van deze strijdbare optocht.
[divider]
Zweden: betoging in Göteborg
In het Zweedse Göteborg hield Rättvisepartiet Socialisterna een eigen activiteit in het kader van 1 mei. Met honderden aanwezigen, waaronder ook groepen linkse migranten, was het een sterke en strijdbare optocht en meeting.
[divider]
VS: toespraak Kshama Sawant
Enkele jaren geleden zetten migranten, voornamelijk Spaans-sprekenden, de traditie van 1 mei terug op de agenda in het land waar deze traditie haar oorsprong kent. Ook nu kwamen laag betaalde arbeiders op straat op 1 mei. In Seattle werden ze onder meer toegesproken door het socialistische gemeenteraadslid Kshama Sawant.
[divider]
Israël: voor vrede en socialisme
In Tel Aviv en Haifa waren er betogingen waar ook leden van de Socialistische Strijdbeweging aan deelnamen. Ze deden dat met een spandoek met als centrale slogan: “Vernietig het kapitalisme, strijden voor socialisme en vrede.”
[divider]
Hong Kong: solidariteit met staking bij Chinese schoenproducent
In Hong Kong hielden de kameraden van Socialist Action een solidariteitsactie voor de staking bij de Chinese schoenfabrieken. De grootste staking uit de recente Chinese geschiedenis gaat deels verder.
-
1 Mei 2014: werk aan de strijd voor een socialistische wereld!
Vecht tegen bezuinigingen, uitbuiting en armoede!
De 1e mei is traditioneel de dag van solidariteit onder de arbeiders, gevierd door mensen die vooraan staan in de klassenstrijd in de hele wereld. De oorsprong ligt in de strijd, in de 19e eeuw, vooral onder handarbeiders in de VS en in Europa, voor vermindering van de werkdag tot 8 uur. De socialistische Tweede Internationale riep op tot een dag van protest die begin mei 1890 gehouden moest worden op dezelfde dag als die waarop de American Federation of Labour een demonstratie over dezelfde kwestie wilde organiseren. Het meidag protest op de zondag die het dichtst lag bij 1 mei kende niet minder dan 300.000 deelnemers in Hyde Park in Londen.1 Mei verklaring van het CWI, gepubliceerd op de website van Socialistisch Alternatief (Nederland)







