Tag: COP26

  • Klimaattop in Glasgow. Good COP of Bad COP?

    Aan het einde van COP26 in Glasgow vatte de Belgische klimaatwetenschapper Jean-Pascal van Ypersele het resultaat als volgt samen: “Veel meer dan blah blah blah, maar het is zeer onvoldoende”. Onze nationale deskundige is veel minder pessimistisch dan Greta Thunberg, die van mening is dat COP26 niet meer was dan een “greenwashing”-operatie zonder enige echte vooruitgang. Wie heeft er gelijk?

    door Jean (Luxemburg) uit de december/januari-editie van De Linkse Socialist (die vrijdag van de drukker komt)

    Voor Jean-Pascal van Ypersele zijn “de nog duidelijkere erkenning van de urgentie van actie en een gunstig onthaal van het laatste IPCC-rapport” reden tot tevredenheid, net als de oproep om het gebruik van steenkool en de subsidies voor fossiele brandstoffen te verminderen. “Het in Glasgow goedgekeurde pakket zorgt niet onmiddellijk voor een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, maar schept wel een kader en geeft steeds duidelijkere signalen in de richting van een koolstofarme economie voor alle regeringen, economische actoren en burgers. Laten we nu aan het werk gaan”, concludeert de klimaatwetenschapper. Hij erkent dus expliciet dat er geen concrete en onmiddellijke maatregelen zijn voortgekomen uit COP26… Wat impliciet Greta Thunberg gelijk geeft.

    Op basis van de op de conferentie gedane aankondigingen spreken de deskundigen over een opwarming tussen 1,8 en 2,4 °C. Dit is beter dan de 2,7°C waartoe we vóór de COP waren veroordeeld. Voor de optimisten is elke tiende van een graad een overwinning. We zouden het zo kunnen bekijken als deze overwinningen tastbaar en gegarandeerd waren. Het zijn echter nog steeds niet-bindende beloften of toezeggingen zonder echte sancties voor niet-naleving.

    Dit is geen eenvoudig filosofisch debat tussen optimisten en pessimisten. Zeggen dat elke tiende van een graad winst is, mag ons niet blind maken voor het feit dat elke tiende van een graad die verloren gaat een dodelijke bedreiging vormt voor tientallen of zelfs honderden miljoenen mensen op deze planeet.

    Wat is er afgesproken op deze ‘COP van de laatste kans’?

    Maar laten we de resultaten van deze “COP van de laatste kans” eens nader bekijken op 5 belangrijke gebieden. Deze zijn: wereldwijde emissiereductie; uitstap uit fossiele brandstoffen; hulp aan zuidelijke landen; methaan, ontbossing,… en tenslotte koolstofcompensatie.

    De vermindering van de wereldwijde uitstoot is waarschijnlijk de grootste mislukking van deze COP. Zoals gezegd, zullen extra inspanningen de opwarming van de aarde slechts marginaal beperken. Zo’n 50 landen hebben geen enkele inspanning geleverd om hun plan van 2015 te verbeteren. De enige kleine stap voorwaarts is de afspraak om de doelstellingen vaker dan om de 5 jaar te herzien. Maar dit is natuurlijk niets concreets.

    Wat fossiele brandstoffen betreft, heeft de COP in Glasgow voor het eerst het einde van olie en steenkool in het vooruitzicht gesteld. Maar op het laatste moment verkreeg India, gesteund door China en Zuid-Afrika, een aanzienlijke afzwakking van het pact: in plaats van een “geleidelijke verdwijning” van steenkool, roept het akkoord slechts op tot “intensivering van de inspanningen” om te komen tot een “geleidelijke vermindering” ervan. “Voor het eerst worden fossiele brandstoffen in een COP-tekst apart vermeld. Wat voor de onderhandelaars een stap voorwaarts lijkt, blijft in de echte wereld een tragikomische waarheid. Er wordt geen melding gemaakt van een tijdschema voor de geleidelijke afschaffing van koolwaterstoffen, die de belangrijkste oorzaak zijn van de opwarming van de aarde. De leiders van de rijke landen hypothekeren liever de toekomst van de jongere generaties en het voortbestaan van kwetsbare landen dan de misdadige belangen van hun fossiele-brandstofindustrieën ter discussie te stellen”, aldus Greenpeace Frankrijk.

    De hulp aan de landen van het Zuiden, die het zwaarst worden getroffen door de klimaatcrisis, is opnieuw een mislukking en de beloften die in 2009 aan de arme landen zijn gedaan, zijn nog steeds niet nagekomen. Alleen Schotland en Wallonië hebben een taboe doorbroken door respectievelijk 1,17 miljoen en 1 miljoen euro aan te kondigen als compensatie voor verlies en schade. Met de rug tegen de muur moesten de kwetsbare landen genoegen nemen met een troostprijs, namelijk de organisatie van een tweejarige dialoog over financieringsregelingen om verliezen en schade te voorkomen, te beperken en aan te pakken, zonder enige garantie dat dit tot concrete toezeggingen zal leiden. Zou u iemand die in levensgevaar verkeert, voorstellen om hem te komen helpen, maar wel pas over twee jaar?

    Wat methaan en ontbossing betreft, zijn er parallel met de onderhandelingen vele aankondigingen gedaan, maar de reikwijdte ervan blijft onzeker omdat sommige belangrijke landen hebben geweigerd ze te ondertekenen (zoals Canada, Argentinië of Nieuw-Zeeland voor wat betreft de veehouderij), terwijl de oprechtheid van sommige ondertekenaars (het Brazilië van Bolsonaro in het geval van de ontbossing) twijfelachtig is.

    De herziening van de koolstofcompensatiemechanismen wordt door sommigen voorgesteld als een stap vooruit omdat artikel 6 van de akkoorden van Parijs, dat voorzag in een systeem voor de handel in emissierechten, sinds 2015 was vastgelopen. COP26 is er dus in geslaagd regels op te stellen om de markt voor koolstofcompensatie te reguleren. “Ondanks het feit dat koolstofmarkten gevaarlijk kunnen zijn voor zowel het bereiken van de +1,5°C-doelstelling als voor het respecteren van de mensenrechten, hebben de staten een tekst goedgekeurd die enkele garanties biedt inzake milieu-integriteit en mensenrechten”, aldus het Climate Action Network. Deze ‘overwinning’ mag ons echter niet de fundamentele tekortkomingen van dit compensatiemechanisme doen vergeten.

    In de eerste plaats ontstaat er een kloof tussen reeds gerealiseerde CO2-emissies en compensatieprojecten waarvan de uitvoering jaren zal vergen en waarvan de resultaten hypothetisch blijven en afhangen van de nog onzekere prestaties van bepaalde acties. Zo kan het planten van bomen op bepaalde soorten grond leiden tot een CO2-uitstoot die groter is dan het volume dat de bomen kunnen absorberen… Verder betekent het op de markt brengen van CO2 dat bedrijven, die het zich kunnen veroorloven, doorgaan met vervuilen door hun zonden ‘af te kopen’, zoals in de tijd van de aflaten. Het creëert ook een nieuw speelterrein voor speculanten. Kortom, het is een kleine stap in een riskante richting. Het zou veel beter zijn om de transitie en het koolstofvrij maken van de economie democratisch te plannen in plaats van met de toekomst van de planeet te gokken op de aandelenmarkt.

    Triest record

    Tot slot heeft COP26 een triest record gebroken: de eigen CO2-uitstoot. Volgens nog voorlopige ramingen zou de koolstofvoetafdruk meer dan 100.000 ton CO2 bedragen, d.w.z. twee keer zoveel als bij COP21 in Parijs en vier keer zoveel als bij COP15 in Kopenhagen. Nog een detail dat de hypocrisie van de top illustreert: de fossiele-brandstofindustrie had de grootste delegatie op COP26. Met 503 afgevaardigden staat ze ver vóór de landen die het meest door de klimaatverandering worden getroffen.

    Ook International Socialist Alternative (ISA) was sterk vertegenwoordigd en zette een stap in het opbouwen van internationaal verzet tegen greenwashing en kapitalistische vernietiging. Onze revolutionaire energie is 100% hernieuwbaar. Als je niet tevreden bent met de uitkomst van COP26 en je wil onze planeet redden, doe dan mee met ons!

  • Klimaat. Hoe kunnen we winnen?

    De klimaatcrisis is het duidelijkste teken, van vele, dat dit systeem moet verdwijnen. “De Wereld Meteorologische Organisatie rapporteerde dat de klimaatcrisis heeft geleid tot extreem weer dat meer dan 2 miljoen mensen het leven heeft gekost in de laatste 50 jaar, met meer dan 3,6 triljoen dollar aan economische schade. Onderzoekers vonden een vervijfvoudiging van het aantal extreme weersomstandigheden in vergelijking met 1970.” (Democracy Now op 2 september 2020)

    Door Philipp Chmel (Oostenrijk) uit de brochure ‘Kapitalisme doodt de planeet’

    Deze uitspraak bevestigt opnieuw het gevoel die we steeds vaker zien, horen, lezen en ervaren in ons dagelijks leven: de situatie is nijpend en het zal nog erger worden. De klimaatcrisis is zich al jaren aan het ontvouwen. Zij komt in een stroomversnelling, zal tijdens ons leven onvermijdelijk ongekende verwoestingen aanrichten en tot nog ernstiger klimaatrampen leiden als we haar koers in de jaren 2020 niet radicaal wijzigen. Onder het kapitalisme zijn nachtmerriescenario’s met verhoogde emissies die leiden tot een stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd met 3-5 graden en een stijging van de zeespiegel met enkele meters, bijna gegarandeerd. Dit betekent de omvorming van grote delen van onze planeet tot gebieden die niet compatibel zijn met de menselijke beschaving.

    Er is nog hoop

    Er is echter ook hoop. Volgens het laatste IPCC-rapport kan de opwarming van de aarde worden beperkt als de uitstoot van broeikasgassen met de nodige snelheid en op de nodige schaal wordt teruggedrongen. Om dit mogelijk te maken, is er echter een revolutionaire systeemverandering nodig. Het is ronduit onmogelijk om de klimaatcrisis binnen de grenzen van het kapitalisme op te lossen.

    Kapitalistische regeringen en instellingen, die zich er steeds meer van bewust worden dat ze op zijn minst de schijn moeten ophouden dat ze iets groots proberen te doen (en daarbij grof geld verdienen), zullen ongetwijfeld toegevingen doen door de druk en nieuw beleid ten uitvoer leggen, met inbegrip van grootschalig staatsingrijpen, vergelijkbaar met dat wat we tijdens de pandemie hebben gezien. Maar het zal allemaal niet genoeg zijn, of snel genoeg, om de verandering teweeg te brengen die in de jaren 2020 nodig is.

    De wetten van eindeloze kapitaalaccumulatie en concurrentie, samen met nationale tegenstellingen, maken deel uit van het DNA van het systeem. Ze staan niet ter discussie en de heersende klassen deinzen er niet voor terug om ze desnoods met geweld af te dwingen. Deze tegenstrijdigheden van het kapitalisme staan als reusachtige muren in de weg van vooruitgang om het klimaat te redden.

    We kunnen er niet omheen: om de mensheid te redden van barbarij en een klimaatcatastrofe, moeten we het destructieve kapitalistische systeem vervangen door een democratisch socialistisch systeem waarin productie, distributie en de hele economie worden gepland op basis van de behoeften van mensen en het milieu onder democratische controle en bestuur van onderaf.

    Een klassenkwestie

    Mensen worden niet in gelijke mate getroffen door de gevolgen van de klimaatcrisis. De rijken kunnen zich generatoren veroorloven om hun stroomvoorziening veilig te stellen, hun huizen goed te isoleren tegen hitte en koude of te verhuizen uit gebieden die bijzonder worden getroffen door extreme weersomstandigheden. De superrijken laten zelfs privébunkers in Nieuw-Zeeland bouwen om aan de klimaatapocalyps te ontsnappen.

    De arbeidersklasse en de armen daarentegen hebben die mogelijkheden niet. In plaats daarvan worden werkende mensen (vooral mensen van kleur, vrouwen en gemarginaliseerde groepen) onevenredig zwaar getroffen door de klimaatcrisis, ondanks het feit dat ze slechts een fractie bijdragen aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Aan de positieve kant moet opgemerkt worden dat dezelfde mensen, de wereldwijde arbeidersklasse en onderdrukten, zowel de kracht als de belangen hebben om het systeem te bestrijden en uiteindelijk omver te werpen.

    Vrienden en vijanden

    Het is niet de menselijke activiteit in abstracto, “te veel mensen”, of onze consumptiekeuzes die de klimaatcrisis veroorzaken, het is het kapitalistische systeem. Dit systeem, dat gebaseerd is op de uitbuiting van mens en natuur, leidt tot armoede, ontheemding en oorlogen, racisme en seksisme, en talloze andere sociale misstanden. Dit systeem en zijn heersende klassen zijn onze vijand! Dit feit volledig erkennen is de eerste zeer belangrijke stap die nodig is om een winnende strategie te vinden – we moeten onze vrienden van onze vijanden weten te onderscheiden.

    Dit is echter niet altijd vanzelfsprekend: nu de klimaatcrisis de winsten van de kapitalisten in gevaar brengt en de druk van de beweging toeneemt, roepen veel bedrijven, regeringen en politici op tot klimaatactie. Zo zei de Amerikaanse president Biden tijdens een toespraak in het Witte Huis op 2 september 2021: “De afgelopen dagen van de orkaan Ida, de bosbranden in het westen en de ongekende overstromingen in New York en New Jersey herinneren ons er nog maar eens aan dat deze extreme stormen en de klimaatcrisis er zijn.” Tijdens dezelfde toespraak maakte hij echter ook duidelijk: “Daarom wachten we niet met het inschatten van de volledige impact die de storm zal hebben op de olieproductie en de raffinaderijen. We zijn al in beweging, snel, om de beschikbaarheid van gas [benzine] te vergroten en de druk op de gasprijzen in het hele land te verlichten.” Biden voert ook de Koude Oorlog met China op, waarbij hij de klimaatcrises gebruikt.

    Groen kapitalisme kan de klimaatcrisis niet oplossen. In plaats daarvan is het gericht op toegang tot nieuwe markten, het verkrijgen van een concurrentievoordeel – ‘groen’ verkoopt immers – en ook een poging om de legitimiteit van het systeem te herstellen, om het vertrouwen van de jonge generatie terug te winnen. Het is een afleidingsmanoeuvre in de wanhopige strijd om het systeem te beschermen. Het is een poging om de illusie te wekken dat een vermeend ethisch en groen kapitalisme een einde kan maken aan de klimaatcrisis en dat we alleen maar hoeven te lobbyen voor strengere regelgeving en onze individuele koolstofvoetafdruk hoeven te verkleinen door de juiste keuzes te maken bij het consumeren. Of het nu in een groene, roze of regenboogkleurige vermomming is, “woke kapitalisme” is er niet op gericht de dringende problemen van de klimaatcrisis, seksisme of homo- en transfobie op te lossen. In plaats daarvan wil het bewegingen en kritiek op het systeem recupereren en de afbrokkelende legitimiteit van de kapitalistische heerschappij herstellen.

    Solidariteit van de arbeidersklasse, geen groen kapitalisme

    We moeten natuurlijk altijd opkomen voor onmiddellijke verbeteren, maar tegelijk moeten we beseffen dat elke verbetering het resultaat is van strijd van onderaf en dat elke overwinning opnieuw bedreigd wordt zolang het kapitalisme bestaat. We moeten stoutmoedige eisen, strijdmethoden en een programma naar voren brengen die verder gaan dan het huidige systeem en daarbij de leugens van het ‘groene kapitalisme’ ontmaskeren. Het verhaal van “jobs versus klimaat” of het argument van de “overbevolking”, zijn verkeerde en gevaarlijke rookgordijnen die de werkende klasse verdelen. We kunnen deze best beantwoorden met een zo breed mogelijke eenheid en solidariteit van de werkende klasse. Dat gebeurt niet in abstracte termen, maar concreet: de eenheid van de werkende klasse moet een centraal referentiepunt zijn bij het formuleren van eisen en slogans, maar ook bij het organiseren van acties.

    In veel gevallen zagen we hoe jonge mensen hun krachten bundelen en solidariteit opbouwen in de klimaatbeweging: veel klimaatactivisten gingen ook naar Black Lives Matter-protesten, solidariteitsacties voor vluchtelingen en protesten op 8 maart. In de VS heeft de Sunrise Movement officieel gemobiliseerd voor Black Lives Matter-protesten, en onlangs hebben de Indische klimaatactiviste Disha Ravi, Greta Thunberg en anderen de protest- en stakingsbeweging van Indische boeren gesteund.

    De volgende stap is om dezelfde geest van samenwerking en solidariteit op te bouwen met betrekking tot de arbeidersbeweging. Dat is essentieel: de georganiseerde arbeidersklasse is in staat om de kapitalistische machine te stoppen. Met collectief georganiseerde stakingsacties kunnen we het soort politieke en economische druk opbouwen dat grote veranderingen afdwingt.

    Voor een militante stakingsbeweging

    We zagen het belang van stakingen van arbeiders in de recente opstanden in Wit-Rusland, Chili, Myanmar, Colombia en vele andere landen. Hetzelfde geldt voor het klimaat: vechten en staken voor milieu- en ecologische bescherming en sociale verbeteringen is de krachtigste methode om verandering te winnen. De historische veroveringen van de arbeidersbeweging, zoals de 8-urige werkdag, het vrouwenkiesrecht en democratische rechten in veel landen zijn niet gewonnen door ‘niet te radicaal’ te zijn en de media en beleidsmakers aan te spreken, maar door collectieve stakings- en protestacties.

    Het opbouwen van een militante stakingsbeweging die klimaat- en andere sociale eisen met elkaar verbindt, zal niet in de eerste plaats worden bereikt door middel van strategievergaderingen met de vakbondsleiders (waarvan de meesten in de afgelopen periode niet in staat bleken om de belangen van de werkenden efficiënt te verdedigen), maar door aan de basis solidariteit op te bouwen en samen in strijd te gaan.

    De klimaatbeweging moet strijd van werkenden in verschillende sectoren en landen steunen, eraan deelnemen en pogingen doen om de solidariteit te versterken. Onze eerste stappen in deze richting, hoe bescheiden ook, zijn van groot belang.

    Uiteindelijk moeten we bouwen aan internationale stakingen voor het klimaat, gericht op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, het verminderen van de uitstoot en om de echte vervuilers te doen betalen. Net zoals de schoolstakingen van 2019 zich als een lopend vuurtje verspreidden, kan het idee van echte algemene stakingen voor arbeiders en de planeet sterker worden in de volgende golf van de beweging.

    De arbeidersklasse kan de macht grijpen en de planeet redden

    Op basis van haar rol in de productie en haar gewicht in de samenleving, heeft de arbeidersklasse de macht om de controle te nemen over de belangrijkste economische sectoren zoals landbouw, energie, transport & mobiliteit, en sociale & gezondheidszorg, door middel van publiek eigendom en democratische controle. De geschiedenis heeft het herhaaldelijk aangetoond: zonder de eigendom van de productiemiddelen uit private handen te halen en publiek eigendom te creëren met democratische controle door de arbeidersklasse, verandert de bedrijfsvoering van bedrijven en productie niet fundamenteel, maar wordt deze slechts bijgesteld, terwijl de belangrijkste kapitalistische pijlers van winstaccumulatie en concurrentie in stand blijven.

    In veel Europese landen zijn ondernemingsraden en vertegenwoordigende lichamen van arbeiders ontstaan uit militante en revolutionaire arbeidersstrijd na de Eerste Wereldoorlog. In Oostenrijk bijvoorbeeld ontstonden tijdens de januaristakingen van 1918 arbeidersraden (naar het voorbeeld van de “sovjets” van de Russische revolutie), als massa-organisaties buiten de fabriekspoorten. Toen de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) later probeerde om ze op te richten op het niveau van de werkplek, was dat als een “concessie aan de burgerij, die bang was dat de arbeiders, die de fabrieken al bezet hielden, hen zouden onteigenen,” zoals een Oostenrijkse vakbondsfunctionaris verklaarde. In plaats van de controle over de productie over te nemen, werden deze organen die de arbeiders vertegenwoordigden geïnstitutionaliseerd, waarbij ze zich na verloop van tijd terugtrokken van elk idee van radicale verandering. Ze beperken zich nu grotendeels tot het verdedigen van de rechten en belangen van werknemers op bedrijfsniveau binnen het gegeven wettelijke kader en vormen de “schakel tussen de werknemers en het management,” zoals de Oostenrijkse Kamer van Arbeid het omschreef.

    Dit doet niets af aan de cruciale rol die delegees spelen in de verdediging van de rechten van de werkenden en het organiseren van strijd, maar het wijst op de beperkingen van het idee dat er een duurzaam ‘medebeheer’ mogelijk is binnen het kapitalistisch economisch kader. Binnen dit kader blijven en het ‘spel volgens de regels spelen’ zal de hebzucht van de bedrijven niet temmen. Het bedreigt daarentegen wel de strijdbaarheid van de werkende klasse.

    Soms wordt de georganiseerde arbeidersklasse zo sterk dat zij de facto controle heeft over bepaalde delen van de samenleving (door marxisten ook wel “dubbelmacht” genoemd), maar dat kan niet lang duren. Eén kant, de kapitalistische klasse of de arbeidersklasse, zal uiteindelijk de overhand krijgen. We moeten de macht en organisatie van de arbeidersklasse voorbereiden en opbouwen. De arbeidersklasse kan en moet de kapitalistische staten omverwerpen en ze vervangen door democratische socialistische arbeidersstaten.

    De huidige dominante tendensen in de klimaatbeweging hebben voor het grootste deel nog niet de noodzakelijke conclusies getrokken. Hoewel velen een systeemverandering eisen of zelfs oproepen tot een revolutie, hebben zij niet volledig begrepen wat er eigenlijk nodig is om dat te bewerkstelligen. Veel van de referentiepunten van de bewegingen, of het nu individuele activisten zijn of organisaties als Green New Deal Rising, hebben zeer goede en verstrekkende eisen met betrekking tot bijvoorbeeld groene investeringen en werkgelegenheidsprogramma’s, en zij weten dat de heersende klasse niet te vertrouwen is.

    Als het echter aankomt op de vraag hoe dergelijke eisen af te dwingen, vallen ze vaak terug op NGO-achtige strategieën, waarbij alleen maar wordt gepleit voor het opbouwen van druk op verkozenen door te roepen dat ze niets doen. Hoewel dergelijke campagnes zeker de nodige publieke aandacht kunnen genereren en ook sommige jongeren politiek bewust maken, moeten we verder gaan. De klimaatbeweging moet zich meer richten op het ondersteunen van en zich verbinden met bestaande arbeidsstrijd van onderaf om een militant verenigd front van klimaatgroepen en de vakbonds- en arbeidersbeweging op te bouwen. Dat is noodzakelijk om veranderingen af te dwingen en het systeem in zijn geheel uit te dagen.

    Om te strijden voor de revolutionaire veranderingen die nodig zijn om de klimaatcrisis en de vele andere sociale misstanden effectief te bestrijden, moeten we massabewegingen en een revolutionaire organisatie opbouwen met een duidelijk programma om de strijd te bundelen, het kapitalisme te bestrijden en de maatschappij te transformeren. Om systeemveranderingen op wereldschaal te bewerkstelligen, moet zo’n organisatie internationaal worden opgebouwd. Daarom strijdt International Socialist Alternative (ISA), een organisatie van arbeiders en jongeren in meer dan 30 landen, actief voor socialistische verandering.

    Om de revolutionaire verandering te bewerkstelligen die nodig is om een einde te maken aan het kapitalisme, de vernietiging van onze planeet en alle vormen van onderdrukking: sluit aan bij ISA.

  • Bouwen aan een klimaatbeweging die het kapitalisme kan overwinnen

    In 2019 nam International Socialist Alternative enthousiast deel aan de wereldwijde golf van schoolstakingen en klimaatprotesten. Op het hoogtepunt, 20 september 2019, vonden er 4.500 acties plaats in meer dan 150 landen die meer dan 4 miljoen mensen op de been brachten! Geleid door de jonge generatie en gesteund door brede delen van de samenleving, wierp deze beweging een wijdverspreid debat over de klimaatcrisis op en behaalde zelfs enkele beperkte overwinningen. Maar nogmaals, de milieurampen van de afgelopen maanden hebben aangetoond dat er dringend meer nodig is. De klimaatstrijd is niet voorbij. Hoe kunnen we die strijd winnen?

    Door Arne Lepoutre uit de brochure ‘Kapitalisme doodt de planeet’

    Beweging moet antikapitalistisch zijn

    Extreme weersomstandigheden, onvruchtbare en harde bodems en zelfs de pandemie: wetenschappers hebben het allemaal voorspeld. Toch hebben regeringen en grote bedrijven decennialang geweigerd een echt plan te ontwikkelen om dergelijke rampen te voorkomen. In plaats daarvan ontwikkelden zij een enorme campagne om de klimaatcrisis te ontkennen en de verantwoordelijkheid af te schuiven op individuen. Ze kregen daarvoor de hulp van hun regeringen. Multinationals investeerden in zogenaamd ‘wetenschappelijk onderzoek’ dat het verband tussen fossiele brandstoffen en klimaatverandering moest ontkennen. Oliemaatschappij ExxonMobil spendeerde de afgelopen 20 jaar ongeveer 40 miljoen dollar aan dergelijke leugens. Sinds het klimaatakkoord van Parijs van 2015 hebben de grootste bedrijven in de fossiele brandstoffenindustrie meer dan een miljard dollar uitgegeven aan gelobby tegen groene energie.

    Toch heeft de druk van de groeiende klimaatbeweging delen van de heersende klasse in de richting geduwd van investeringen in klimaatgerelateerde maatregelen en groene technologieën. De klimaatcrisis is vandaag van een dergelijke omvang dat ze de productiviteit en de winsten van de kapitalisten ondermijnt – denk maar aan de manier waarop natuurrampen de wereld (en de economie) doen stilvallen. Hoewel sommige van deze investeringen positieve ontwikkelingen en overwinningen van de klimaatbeweging zullen zijn die de gevolgen van de crisis kunnen afremmen of ons helpen beschermen, moeten we waarschuwen: deze investeringen staan niet voor een ontwikkeling in de richting van een duurzaam ‘groen kapitalisme’. Zoiets bestaat niet.

    De klimaatbeweging moet antikapitalistisch zijn. We hebben een systeemverandering nodig, voor een internationaal plan dat deze crisis beantwoordt met solidariteit van de arbeidersklasse en socialisme. Alle mogelijke middelen moeten worden ingezet om deze crisis op te lossen. Maar de interne tegenstellingen van het kapitalisme, zoals de concurrentie tussen natiestaten en de superrijken, maken het onmogelijk om het internationale plan te ontwikkelen dat nodig is.

    De beweging tot nu toe

    De beweging van 2019 introduceerde enkele methoden, die belangrijke stappen voorwaarts zijn. Men begreep dat grote en collectieve internationale actie de prioriteit moet zijn voor de klimaatbeweging, en niet langer consumentenkeuzes of individuele acties.

    Het idee van een staking werd geïntroduceerd, via het voorstel voor een schoolstaking en platformen zoals Fridays For Future. Deze en andere platforms, waaronder Extinction Rebellion (XR), riepen op tot internationale actiedagen en internationale organisatie. Greta Thunberg riep klimaatactivisten ook op om de protest- en stakingsbeweging van Indische boeren te steunen. In vergelijking met de voorgaande periode zijn dit ideologische nederlagen voor het kapitalisme en uitdrukkingen van een groter sociaal en politiek begrip van miljoenen jonge mensen in de hele wereld.

    In de hele samenleving zijn de stemming en het begrip van de klimaatcrisis radicaal veranderd door de impact van de beweging, samen met de reële impact van de klimaatverandering op ons leven. De beweging heeft geholpen bloot te leggen wie werkelijk verantwoordelijk is voor de crisis en heeft belangrijke feiten gepopulariseerd, zoals het feit dat 71% van de industriële broeikasgasemissies afkomstig is van slechts 100 bedrijven. Nog belangrijker is dat de beweging zich niet beperkte tot het bekritiseren van de vervuilers: zij riep op tot systeemverandering, tot structurele veranderingen. De slogan “system change, not climate change” betekent een stap voorwaarts in de zoektocht naar een radicale oplossing voor de meest urgente crisis waarmee de mensheid wordt geconfronteerd. In werkelijkheid betekent systeemverandering een revolutionaire verandering.

    Verkeerde methoden en stagnatie in de beweging

    Het moet echter ook gezegd worden dat veel leidende figuren zich hebben laten verleiden tot methoden die onze beweging niet echt ten goede zijn gekomen. Een uiting hiervan was een streven om zoveel mogelijk prominente mensen en organisaties achter de zaak te krijgen om zo publieke druk op te bouwen om regeringen en bedrijven van koers te doen veranderen (zie de voorbeelden uit België hieronder). Hoewel dit een logische wens lijkt, werd hier in de praktijk vaak een prijs voor betaald, met name het opofferen van de politieke helderheid en het anti-systeem karakter van de beweging en haar eisen.

    Deze methoden begonnen de beweging te demobiliseren en erger nog: ze openden de deur voor gevestigde partijen en zelfs grote bedrijven om te proberen onze beweging te coöpteren. ‘Greenwashing’ van degenen die medeverantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis werd vaak getolereerd om niet te veel te ‘polariseren’.

    Deze aanpak en de afname van de omvang en de frequentie van de mobilisaties, met Covid-19 als bijkomende factor, stelden de heersende klasse in staat om terug te beginnen te vechten. Bedrijven en regeringen begonnen hun discours over “hoe je als individu klimaatverandering kunt tegengaan in je dagelijks leven” met grotere intensiteit te herintroduceren. Lockdowns doorkruisten de sociale strijd tijdens de eerste fase van de pandemie en uiteindelijk ging de klimaatbeweging een relatieve pauze in, die grotendeels in stand blijft in de aanloop naar COP26. Er zijn opnieuw acties, maar we weten dat er veel meer nodig is. Wat moeten we doen om de beweging opnieuw op te bouwen?

    Niet allemaal in hetzelfde schuitje: klimaatstrijd is klassenstrijd

    Het onvermogen van de heersende klasse om de klimaatcrisis op te lossen, heeft gevolgen voor de opbouw van de klimaatbeweging. Het betekent dat de beweging gericht moet zijn op het vechten voor een alternatief voor het kapitalistische systeem van de heersende klasse. De beweging heeft niets te winnen bij allianties met ‘groengewassen’ verdedigers van het kapitalistische systeem en moet zich richten op het opbouwen van een onafhankelijke beweging. Allianties met de heersende klasse stellen hen niet alleen in staat zichzelf te greenwashen, maar stimuleren ook gevaarlijke illusies in het ‘groene kapitalisme’. Daarom zoeken kapitalisten ook naar coalities met de klimaatbeweging, om die te stoppen en te demobiliseren, vooral met haar snelle groei en radicalisering.

    In België werd in 2019 een enorm momentum opgebouwd door de beweging, die druk uitoefende op de politici en de grote vervuilers. De schoolstakingen liepen op tot 35.000 deelnemers en de straatprotesten brachten tot 100.000 betogers op de been. Toen, precies op het hoogtepunt van de beweging, werd de coalitie ‘Sign for my future’ opgericht. Bekende klimaatactiegroepen sloten zich bij deze campagne aan, samen met grote bedrijven zoals Colruyt, Ikea, Proximus en Solvay, enkele van de grootste werkgeversorganisaties van België en zelfs grote banken zoals BNP Paribas, KBC en ING, die miljoenen euro‘s per jaar in fossiele brandstoffen investeren. Hoewel sommigen hoopten dat deze campagne de indruk kon wekken dat de klimaatbeweging breder en sterker werd, was dit slechts een illusie.

    De campagne moest zogenaamd druk uitoefenen op politici die niet tot handelen bereid waren, maar in werkelijkheid gaf ze grote bedrijven een nieuwe manier om hun verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis te ontlopen. De campagne heeft niets veranderd aan de manier waarop de deelnemende bedrijven investeren of produceren.

    Veel klimaatactivisten waren het niet eens met de oprichting van deze coalitie. Maar helaas beschikte de beweging niet over de nodige democratische structuren om uiting te geven aan onze onenigheid met de zelfbenoemde leiders van de beweging, die alles op een top down manier organiseerden. Daarom zal er een massabeweging nodig zijn, waarvan de strategie, de eisen, het programma en de methoden op een democratische manier worden besproken. Alleen een democratische beweging kan onze onafhankelijkheid van de grote vervuilers verzekeren!

    Onze beweging moet democratisch georganiseerd zijn

    Deze anekdote verklaart waarom International Socialist Alternative altijd heeft aangedrongen op de noodzaak om ons goed te organiseren. Stel je voor wat er mogelijk was geweest als deze historische klimaatbeweging was georganiseerd in klimaatactiecomités op scholen, universiteiten, in steden en op werkplekken.

    De klimaatbeweging had zich aan de pandemie kunnen aanpassen met een programma om er een einde aan te maken, en door tijdens de lockdown op een veilige manier georganiseerd en actief te blijven. Er moet nu worden gediscussieerd over de vraag welke eisen de komende maanden helpen om een zo breed mogelijke laag van jongeren en arbeiders te mobiliseren. De meest populaire eisen van de beweging, die vaak sociaal en antikapitalistisch waren, moeten door overeengekomen woordvoerders van de beweging naar voren worden gebracht: massale investeringen in gratis, meer en beter groen openbaar vervoer en in groene en betaalbare energie. Deze eisen zouden na de pandemie en nieuwe klimaatcatastrofes veel mensen aantrekken om zich bij onze strijd aan te sluiten.

    Nu ziet onze taak er echter anders uit. We hebben een leiding nodig die geen coalities bevordert met diegenen die alleen maar meer ‘klimaatbelastingen’ promoten voor gewone mensen, of die alleen maar spreken over veranderingen in ons persoonlijk consumptiegedrag. Daarom pleit ISA voor een beweging die democratisch kan beslissen wie onze leiders en publieke figuren zijn, door hen te kiezen en te kunnen afzetten. Zonder echte democratische discussies over ons programma en onze methoden zullen we onvermijdelijk belangrijke fouten maken.

    Voor een programma dat eenheid brengt onder de arbeidersklasse!

    In 2018 barstte in Frankrijk de beweging van de ‚gele hesjes‘ los. Het was een reactie op een verhoging van de brandstofbelastingen voor gewone mensen en de stijgende kosten van levensonderhoud, waarvan de Franse president Macron de schuld gaf aan de klimaatbeweging en haar programma. Toch waren de gele hesjes al snel op bijna elke klimaatdemonstratie te zien en ontstond er solidariteit tussen de twee bewegingen.

    De gele hesjes waren niet de enige beweging die de heersende klasse probeerde op te zetten tegen de klimaatbeweging. In Nederland probeerde ze dit te doen met de boerenbeweging. Overal probeerden politici en media verdeeldheid te zaaien tussen de ‚jonge klimaatstakers‘ en de zogenaamde ‚oudere vervuilers‘. Deze tegenstellingen zijn niet de enige die door de heersende klasse worden gebruikt om ons te verzwakken: racisme, seksisme, LGBTQI+fobie en andere vormen van discriminatie en onderdrukking zijn wijdverspreid en worden nog steeds gereproduceerd en versterkt door de structurele onderdrukking van het kapitalistische systeem.

    Voor de klimaatbeweging is dit een cruciale kwestie. Er kan geen twijfel bestaan over de noodzaak om ons programma te gebruiken om eenheid onder de arbeidersklasse op te bouwen. Wij willen de levensstandaard van niemand verlagen, behalve van de decadente heersende klasse. Klimaateisen zijn sociale eisen en alleen een socialistische groene new deal kan degelijke jobs met goede lonen bieden aan iedereen die ze nodig heeft. Een echt internationalistisch socialistisch programma voor de klimaatbeweging kan een beslissende stap zijn in de richting van eenheid onder de arbeidersklasse.

    De rol van de arbeidersbeweging

    De sociale eisen waaruit zo‘n programma is opgebouwd vinden allemaal hun oorsprong in de strijd van de arbeidersbeweging, en dat is geen toeval: de klimaatbeweging zelf vindt haar oorsprong in de arbeidersbeweging.

    Vanaf het begin van de 20e eeuw streden arbeiders tegen de vervuiling in hun buurten. Tijdens de Amerikaanse ‚antirookkruistochten‘ streden vrouwen uit de arbeidersklasse tegen de smog die afkomstig was van vervuilende fabrieken. De vakbond van staalarbeiders ging regelrecht in tegen Carnegie Steel in de nasleep van de dodelijke smog in Donora in 1948, waarbij tientallen doden vielen. Later en buiten de VS was het de arbeidersbeweging die alle vitale milieustrijd op zich nam, waardoor veel van de milieubeschermingswetten die nu bestaan tot stand kwamen.

    Ook vandaag nog zien we hoe de arbeidersbeweging dagelijks strijdt tegen vervuiling. Het bedrijf 3M, dat in meer dan 70 landen actief is en elk jaar miljoenen winst maakt, gebruikte jarenlang willens en wetens giftige stoffen. Afgelopen zomer werden tot twee keer toe buitensporige hoeveelheden van dergelijke stoffen (PFOS en PFAS) ontdekt in het gebied rond de activiteiten van 3M in de haven van Antwerpen, in België. Al veel langer werden er door vakbondsafgevaardigden in het bedrijf vragen gesteld over de bodemverontreiniging die het veroorzaakte, zonder dat daarop een antwoord van de directie kwam. De vakbond waarschuwde ook dat er risico‘s van vervuiling waren door verschillende bedrijven in de regio en dat er grondstoffen werden gebruikt waarvan de effecten op mens en milieu nog niet volledig zijn opgehelderd.

    Strijdbare vakbonden nodig

    In het algemeen hebben de vakbonden nog niet de leidende rol gespeeld die zij zouden moeten spelen. Hoewel veel vakbonden in het kielzog van de recente wereldwijde klimaatbeweging hun steun hebben betuigd aan de schoolstakingen, bleef dit grotendeels op een symbolisch niveau. Er zijn nauwelijks belangrijke vakbondsstructuren die actief campagne voeren en zich organiseren rond het thema van de klimaatcrisis. De meeste vakbondsleiders hebben tot op zekere hoogte geprobeerd een “groen” imago te cultiveren, maar zonder daadwerkelijk met consistente antwoorden te komen, hetzij in de vorm van actie, hetzij in de vorm van politieke oplossingen.

    In veel landen hebben vakbondsleiders die beweren “groen” te zijn, politieke standpunten ingenomen ten gunste van fossiele brandstofprojecten van bedrijven, waarbij ze vaak het valse verhaal napraten dat dit nodig is om de jobs en omstandigheden van hun leden te beschermen. In Duitsland en Oostenrijk heeft dit geleid tot steun voor de uitbreiding van luchthavens en overheidssteun aan private autofabrikanten. In misschien wel het meest extreme voorbeeld organiseerde de Duitse IG BCE (vakbond van mijnbouw-, chemie- en energiearbeiders), in samenwerking met het mijnbouwconcern RWE, een tegenbetoging van 30.000 arbeiders tegen een massabeweging om ontbossing en milieuvernietiging door steenkoolmultinationals in het Hambacher bos te stoppen!

    Voorbeelden als deze tonen keer op keer aan dat we op geen enkele manier kunnen vertrouwen op conservatieve en bureaucratische leiders, die vandaag veel vakbonden domineren, om onze strijd te leiden. In de meeste gevallen is de verkeerde aanpak van de klimaatcrisis door deze leiders onderdeel van een algemene benadering die er niet in slaagt de arbeidersklasse effectief te vertegenwoordigen tegen de bazen, door te weigeren de macht van de leden te mobiliseren en in plaats daarvan de weg te kiezen van ineffectief lobbyen en demobilisatie. Voor de klimaatbeweging, en voor alle strijd van de arbeidersklasse, moeten we vechten voor strijdbare vakbonden met een strategie van massastrijd om vooruitgang voor de arbeidersklasse af te dwingen.

    Controle van de arbeiders, geen marktchaos

    In de jaren zeventig vond in Groot-Brittannië een grote strijd plaats rond het ‘Lucasplan’. Toen werknemers van Lucas Aerospace in 1976 te horen kregen dat er duizenden jobs zouden verdwijnen, aanvaardden ze dit niet. Ze organiseerden een comité van vakbondsafgevaardigden om te strijden tegen ontslagen en voor de omschakeling van de productie. Het Lucasplan, dat in 1976 door het comité van vakbondsafgevaardigden werd gepubliceerd, vroeg om “het recht om te werken aan redelijke producten […], om de echte problemen van de mensheid op te lossen in plaats van ze te produceren.”

    Met het Lucasplan stelden de arbeiders voor dat zij in plaats van militaire technologie voor de Britse staat te produceren, met de nodige overheidsfinanciering sociaal nuttige producten zouden maken gericht op de belangen van de samenleving. In het plan werden meer dan 150 verschillende noodzakelijke milieu- en sociale producten voorgesteld. Daartoe behoorden medische apparatuur, goedkope en groene verwarming voor huizen, windturbines, en een spoorwegsysteem om plattelandsgebieden op het openbare spoorwegnet aan te sluiten.

    Dit was wat mogelijk was als de arbeiders daadwerkelijke zeggenschap over hun werkplek hadden. De klimaatbeweging heeft vandaag nood aan veel meer van dit soort plannen. Zoals het Lucasplan ons leert, zullen die plannen van de arbeidersklasse komen.

    In maart 2020 gingen de arbeiders van General Electric in drie fabrieken in de VS in staking tegen geplande ontslagen. De bazen van GE gebruikten de pandemie als excuus voor deze ontslagen, maar de arbeiders bleken slimmer te zijn. Zij begonnen zich te organiseren en te staken, maar het ging om veel meer dan alleen hun loon. De vakbonden stelden de vraag waarom ze niet konden beginnen met het bouwen van de broodnodige beademingsmachines om de pandemie te bestrijden, aangezien al het nodige materiaal daarvoor in hun fabrieken aanwezig was.

    In Noord-Ierland staakten de arbeiders van Harland & Wolff. Dat is een historische scheepswerf die onder curatele werd gesteld, waardoor banen voor geschoolde arbeiders op de tocht kwamen te staan. De staking duurde meer dan negen weken en eiste de nationalisering van de werf om de toekomst ervan veilig te stellen. Maar dat was niet de enige eis. De vakbonden en de arbeiders hadden er al jarenlang op aangedrongen dat Harland & Wolff een specialist in groene energie zou worden. De arbeiders maakten gebruik van Mick Barry, het lid van de Socialist Party (ISA Ierland) in het Zuid-Ierse parlement, om vragen te stellen over projecten die werk in de groene energiesector opleveren.

    Dus wat kan je doen?

    De arbeidersbeweging is niet alleen het best geplaatst om de klimaatcrisis te bestrijden omdat zij aan de oorsprong van de milieustrijd ligt of vanwege voorbeelden van wat zij zou kunnen bereiken als zij het voor het zeggen had. De arbeidersklasse is ook de enige kracht in de samenleving met de macht om het kapitalistische systeem omver te werpen en te vervangen door een democratisch geplande socialistische economie die de werkelijke behoeften van mensen, de planeet en al het leven centraal stelt.

    De klimaatbeweging moet zich oriënteren op de arbeidersbeweging en heel voorzichtig zijn dat haar acties niet verkeerd worden uitgelegd als gericht tegen mensen uit de arbeidersklasse. Het blokkeren van metrostations zonder het personeel erbij te betrekken, leidt alleen maar tot ergernis bij arbeiders die te laat zijn voor hun werk. Arbeiders in de fossiele brandstoffensector zijn niet onze vijanden. Waarom zouden we ons niet aansluiten bij de strijd van deze arbeiders voor betere arbeidsomstandigheden, betere lonen én de omvorming van hun sector tot een groene sector, net zoals de arbeiders van Harland & Wolff dit deden?

    In juli 2021 blokkeerden zo‘n 30 klimaatactivisten de ingangen van de grootste banken van het land in Zwitserland. Eén van de ondervraagde demonstranten zei: “We zijn hier niet omdat we dom zijn of niets anders te doen hebben. We zijn hier omdat we niet meer weten wat we kunnen doen. We hebben twee jaar gevochten.” Dat is waarschijnlijk een gevoel dat veel jonge mensen delen. Onze toekomst ziet er zo catastrofaal uit, wat kunnen we nog doen?

    Ons voorstel is duidelijk: laten we ons organiseren, samen met de arbeidersklasse in alle sectoren, met de mensen uit het Amazonewoud en andere gemeenschappen die strijden tegen de uitbuiting van land door vervuilende multinationals. De arbeidersklasse is de bron van de rijkdom en de winsten van de kapitalistische klasse. We zijn niet te stoppen als we ons samen tegen hen organiseren.

    Vandaag een klimaatbeweging opbouwen die dit programma en deze methodes naar voren brengt, blijft een grote taak. Dit is waar ISA actief mee bezig is. Elke dag organiseren leden in meer dan 30 landen zich, protesteren ze en stellen ze de wreedheden van het kapitalisme aan de kaak. We brengen de noodzaak van het socialisme naar voren in de strijd van vandaag. We zijn een internationale strijdbeweging, maar we zijn nog te klein om onze missie te volbrengen. Sluit je bij ons aan, het is nog niet te laat.

  • COP26: wereldwijd festival van de greenwashing

    Na twee weken sluiten 30.000 afgevaardigden, waarnemers en lobbyisten de VN-top COP26 in Glasgow af. Het resultaat? Loze beloften en passiviteit.

    Door Per Olsson (Rättvisepartiet Socialisterna, ISA in Zweden)

    De klimaattop COP26 in Glasgow is een “wereldwijd greenwash-festival en een mislukking,” zei Greta Thunberg al toen ze op 5 november sprak op de betoging ‘Fridays For Future’ in Glasgow. Die betoging werd de volgende dag gevolgd door een grote mars voor het klimaat, waarbij meer dan 100.000 mensen de straten van Glasgow opgingen.

    COP26 in Glasgow zal om twee totaal verschillende redenen de geschiedenis ingaan. Ten eerste werd de greenwashing door de heersende elite opgevoerd om hun volstrekt ontoereikende beloften en, vooral, ontoereikende acties te verhullen. Ten tweede was er de verbazingwekkende mobilisatie van degenen die echte maatregelen eisten, die in werkelijkheid leidden tot een nieuwe start voor de strijd om het wereldwijde klimaat te redden, na de door de pandemie veroorzaakte pauze.

    De grootste delegatie op de top met meer dan 500 geaccrediteerde personen was die van de fossiele-brandstofindustrie. Dit feit alleen al bevestigt dat COP26 een festival van greenwashing was. Toen de top zijn laatste dagen naderde, gingen de onderhandelingen verder over de reeks nieuwe toezeggingen om de emissies en de temperatuurstijging te beperken.

    Het was bij het voortgaan van de besprekingen al duidelijk dat eventuele voorstellen hoe dan ook zeer beperkt zouden zijn. Maar in tegenstelling tot wat er gebeurde na de klimaattop van Parijs in 2015 (COP 21), toen velen geloofden dat er serieuze actie zou volgen, maken de meeste klimaatactivisten zich geen illusies dat de deelnemende regeringen hun beloften zullen nakomen.

    De snel dieper wordende klimaatcrisis, en de strijd die daaruit voortvloeit, heeft een nieuw bewustzijn gecreëerd, een groeiend besef dat het systeem moet veranderen.

    Vóór de klimaattop hebben regeringen over de hele wereld hun nieuwe klimaatbeloftes ingediend. Deze Nationally Determined Contributions (NDC’s) bleken verre van toereikend om de doelstelling van een stijging van de mondiale temperatuur met 1,5 graad te halen. Wetenschappers hebben erop gewezen dat als de regeringen blijven doen wat ze nu doen, de temperatuur tegen 2100 met een verwoestende 2,7 graden zal zijn gestegen.

    Op de klimaattop zijn inmiddels nieuwe toezeggingen gevolgd, waardoor het Internationaal Energieagentschap (IEA) hoopt dat de temperatuurstijging beperkt kan blijven tot 1,8 graden. Maar de berekeningen van het IEA zijn zelf schuldig aan greenwashing.

    “We hebben de cijfers bekeken – het IEA-scenario laat in 2030 nog steeds een enorm emissietekort bestaan,” zeggen onderzoekers van Climate Analytics. Zij benadrukken dat de wereldwijde uitstoot binnen tien jaar met bijna de helft moet afnemen om 1,5°C binnen bereik te houden.

    Op de klimaattop hebben regeringen beloofd om tegen 2030 een einde te maken aan de ontbossing, met onder meer de Braziliaanse president Jair Bolsonaro als ondertekenaar. Tijdens zijn ambtstermijn als president was er de grootste ontbossing in het Amazonegebied ooit.

    “Er is een goede reden waarom Bolsonaro zich comfortabel voelde bij het ondertekenen van deze nieuwe overeenkomst. Het laat nog een decennium van bosvernietiging toe en is niet bindend. Ondertussen staat het Amazonegebied al aan de rand van de afgrond en kan het jaren van verdere ontbossing niet overleven. Inheemse volkeren roepen op om 80% van het Amazonegebied te beschermen tegen 2025, en ze hebben gelijk, dat is wat er nodig is. Het klimaat en de natuur kunnen zich deze deal niet veroorloven,” aldus Carolina Pasquali, uitvoerend directeur van Greenpeace Brazilië.

    COP26 bereikte een overeenkomst om de uitstoot van methaangas tegen 2030 met 30% te verminderen, maar de drie grootste vervuilers – Rusland, China en India – hebben niet ondertekend.

    De grootste verbruikers en producenten van steenkool weigerden de COP26-overeenkomst te ondertekenen om het gebruik ervan tegen 2030 geleidelijk stop te zetten. De regeringen van de VS, India en China hebben allemaal geweigerd, terwijl de Poolse regering, die eerst had ondertekend, in minder dan een dag van mening veranderde en zei dat steenkool pas tegen 2049 geleidelijk kan worden afgeschaft.

    Sinds 2009 beloven de rijke landen om de arme te helpen met klimaatsteun, die tegen 2020 zou oplopen tot 100 miljard dollar per jaar. Die doelstelling is niet gehaald. De klimaathulp, die zowel hulp als leningen omvat en op de voorwaarden van de rijke landen wordt gegeven, bedroeg in 2019 80 miljard dollar. Een druppel op een hete plaat, de subsidies van de regeringen voor fossiele brandstoffen zijn 74 keer groter en staan gelijk aan 11 miljoen dollar per minuut!

    Maar op COP26 zal deze mislukking worden toegedekt met nieuwe loze beloften. Zoals Greta Thunberg het uitdrukte: “Netto nul in 2050. Blah. Blah. Blah. Netto nul. Blah. Blah. Blah. Klimaatneutraal. Blah. Blah. Blah. Dit is alles wat we horen van onze zogenaamde leiders. Woorden die geweldig klinken, maar tot nu toe tot geen enkele actie hebben geleid. Onze hoop en dromen verdrinken in hun lege woorden en beloften.”

    Sinds de klimaattop in Parijs in 2015 zijn de temperaturen sneller gestegen dan ooit tevoren en de uitstootstijgingen dit jaar zouden wel eens de op één na grootste in de geschiedenis kunnen zijn. De wereldwijde energiemix is nog steeds dezelfde als 10 jaar geleden.

    Kinderen die in 2020 zijn geboren, zullen waarschijnlijk gemiddeld bijna zeven keer zoveel hittegolven, drie keer zoveel mislukte oogsten en twee keer zoveel ongecontroleerde branden meemaken als hun grootouders, zo waarschuwt een recent onderzoeksrapport van Save the Children en klimaatwetenschappers van de Vrije Universiteit in Brussel.

    Aangezien de beslissingen van de heersende elite worden ingegeven door het kapitalistische streven naar winst en uitbuiting, stevent de wereld steeds meer af op een wereldwijde catastrofe.

    De noodzakelijke veranderingen kunnen alleen worden bereikt door een sterke strijd van onderaf, door de klimaatbeweging die haar krachten bundelt met de strijd van arbeiders en vakbonden en zich voorbereidt op beslissende strijd voor maatschappijverandering door middel van stakingen en blokkades.

    Alleen zo’n beweging zal krachtig genoeg zijn om een einde te maken aan de passiviteit van de heersende elite, door haar de macht uit handen te nemen en de uitvoering mogelijk te maken van alternatieve plannen voor duurzame productie en distributie als onderdeel van een economie die in publieke handen is en democratisch wordt gepland. Dit zou een echte ‘systeemverandering’ zijn, waarbij het kapitalisme wordt vervangen door democratisch socialisme, waardoor een duurzame ontwikkeling van de wereld mogelijk wordt.

  • International Socialist Alternative laat socialistisch verzet tegen kapitalistische verspilling weerklinken tijdens COP26

    “Een man heeft zich ten doel gesteld om over 29 jaar, in 2050, te stoppen met alcohol. Hij maakt gebruik van een stapsgewijze methode waarbij hij 20 jaar lang niets verandert, alcoholtegoeden krijgt voor de jaren dat hij niet dronk, en zo zijn einddatum kan opschuiven naar 2065. Intussen heeft hij zich al een tweede bierkoelkast aangeschaft, die hij omschrijft als een methode van ‘opvang en opslag’.” De grap circuleert in verschillende talen op internet en vat perfect het huidige dominante ‘beleid’ inzake de aanpak van de klimaatcrisis samen. Het zou inderdaad grappig zijn als de situatie niet zo dramatisch was.

    In een toespraak na de jongerenbetoging in Glasgow op vrijdag 5 november, beschreef Greta Thunberg COP26 als een mislukking, een “viering van ‘business as usual’ en blah blah blah”, een “festival van greenwashing.” Zes jaar na de overeenkomst van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot ver onder +2°C, zo mogelijk +1,5°C, stevenen we volgens de VN af op een catastrofale +2,7°C. Deze 6 jaar zijn de warmste ooit geweest en de ene waarschuwing na de andere klinkt. Maar de criminele inactiviteit van de wereldleiders gaat door.

    Tijdens de eerste week van COP26 regende het optimistische verklaringen over ontbossing, het afstappen van steenkool of het bijeenbrengen van miljarden dollars voor groene investeringen. Zoals Mohamed Adow, directeur van de in Nairobi gevestigde klimaatdenktank Power Shift Africa, uitlegt, zijn er “twee realiteiten”: “De ene is de wereld van persberichten van de Britse regering waarin een hele reeks initiatieven worden aangekondigd en waarin wordt gesuggereerd dat alles goed gaat en we de klimaatcrisis bijna hebben opgelost. De andere realiteit bevindt zich buiten deze PR-zeepbel. Klimaat gaat over feiten.”

    Ter illustratie van de hypocrisie van de top: de grootste delegatie op COP26 is die van de fossiele brandstofindustrie met 503 vertegenwoordigers, wat meer is dan het aantal vertegenwoordigers van de meest getroffen landen. Er werden meer dan 400 privéjets beschikbaar gesteld om diverse VIP’s naar Glasgow te brengen. Onder hen de miljardair Jeff Bezos, die onlangs zijn oplossing voor het klimaat deelde: “We moeten alle zware industrie, alle vervuilende industrie naar de ruimte verplaatsen.” Dat zo iemand wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de VN-klimaattop is op zich al een illustratie van wat we kunnen verwachten. De vervuiling door deze ultrarijken en VIP-kapitalisten zal meer broeikasgassen produceren dan 1.600 Schotten in één jaar… alleen al voor hun komst naar de klimaattop! In tegenstelling tot wat beleidsmakers en de mainstream media ons willen doen geloven, zijn we niet allemaal gelijk als het gaat om de klimaatcrisis. Ook hier zijn er twee realiteiten.

    Aan de ene kant zijn er de klimaatcriminelen die de touwtjes van de economie in handen hebben en die willens en wetens besluiten de aarde en de mensheid te blijven opofferen ten bate van de aandeelhouders. Anderzijds zijn er degenen die het meest te lijden hebben en zullen hebben onder de gevolgen van de klimaatcrisis, ook al zijn zij degenen wier werk, samen met de natuur, de bron is van alle rijkdom.

    Tegen de verspilling van de markteconomie, democratisch socialistische planning

    International Socialist Alternative (ISA, waarvan LSP/PSL de Belgische afdeling is) bracht een indrukwekkende delegatie op de been in Glasgow met ongeveer 300 activisten. We verdedigden een alternatief voor de chaos en de verspilling van de markteconomie. Een democratisch geplande socialistische economie zou de situatie heel snel drastisch kunnen veranderen. Enkele voorbeelden:

    • 12% van de totale CO2-uitstoot is afkomstig van het wegvervoer. Door massaal te investeren in gratis openbaar vervoer, door goederen per spoor te vervoeren en door te voorkomen dat de wereldzeevaart wordt gebruikt als middel om de arbeidskosten te drukken, zouden deze emissies drastisch worden teruggedrongen.
    • 6% van de uitstoot is afkomstig van ontbossing en bosbranden. Ontbossing zou snel in zijn tegendeel kunnen worden omgezet, terwijl bosbranden kunnen worden teruggedrongen door bosbeheer, meer verantwoorde stadsplanning en overheidsinvesteringen in brandweer.
    • Inefficiënte processen in de industrie en energiesector zijn goed voor ongeveer 10% van alle emissies. Een planeconomie die onnodige verspilling tegengaat en energiebesparende investeringen zouden deze emissies drastisch verminderen.
    • 17,5% van de emissies is afkomstig van energie in gebouwen. Een ambitieus publiek plan om gebouwen wijk per wijk te isoleren zou zorgen dat er daar bijna niets van overblijft.
    • Hele kapitalistische structuren en extreem destructieve sectoren kunnen worden ontmanteld: de wapenindustrie, de extreem buitensporige reclame-industrie, financiële speculatie.
    Volle zaal voor onze internationale meeting. En die volstond dan nog niet: een andere zaal een verdieping hoger was nodig om de andere aanwezigen via een videoverbinding te laten volgen.

    Het failliet van het kapitalisme wordt steeds meer aanvaard

    ISA-activisten waren druk in de weer om deze boodschap in Schotland te laten horen tijdens de twee grote betogingen in Glasgow op 5 en 6 november, en op een actie in Edinburgh op 4 november. We hadden stands, verkochten de krant van Socialist Alternative (ISA in Engeland, Schotland en Wales), verdeelden flyers, hadden een grote meeting en uiteraard ook grote delegaties in de betogingen.

    In Glasgow was de ‘schoolstaking voor onze toekomst’ op vrijdag met tienduizenden deelnemers een perfecte opwarmer voor de betoging van zaterdag waaraan minstens 100.000 mensen deelnamen. In deze twee betogingen was het moeilijk om onze dynamische delegaties te missen. Die brachten telkens enkele honderden betogers bijeen. Het enthousiasme en de vastberadenheid van de delegaties kwamen ook tot uiting in een uitstekende media-aandacht voor onze spandoeken, slogans en militanten. Anderzijds leidde het ook tot heel wat hese stemmen op de bus terug… We probeerden zoveel mogelijk om onze ideeën te verdedigen en onze stempel op de acties te drukken. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen.

    Op de bus naar Glasgow

    Na de betoging op vrijdag waren er verschillende sprekers vanop het hoofdpodium, onder wie Greta Thunberg. Wij mochten ook een spreker leveren. Amy Ferguson, een vakbondsactiviste uit Noord-Ierland, gaf een uitstekende speech waarin de rol van de werkende klasse in de aanpak van de klimaatcrisis werd benadrukt. Op dezelfde dag betoogden we ook in Edinburgh en sloten ons aan bij stakende scholieren voor het Schotse parlement, waar de Schotse regering (net als kapitalistische politici over de hele wereld) de grote vervuilers met rust blijft laten. Na de massale betoging op zaterdag was er een internationale meeting van ISA onder de titel “Capitalism is killing the planet, let’s fight for a socialist transformation of society.” Daarop waren er opnieuw enkele honderden aanwezigen. Bij al deze activiteiten viel het op dat het inzicht in het onvermogen van het kapitalisme om een uitweg uit de crisis te bieden is gegroeid en in bredere kringen ingang vond.

    Deze historische interventie van onze internationale organisatie zal nog lang bijblijven onder de deelnemers en al wie de beelden zag. Naast onze tussenkomst in de klimaatbeweging om deze te richten op de werkende klasse en te overtuigen van een oplossing in de vorm van socialistische maatschappijverandering, zijn er ook grote stappen gezet om onze internationale organisatie verder effectief te internationaliseren met uitwisselingen tussen leden van verschillende afdelingen, na maanden die gekenmerkt werden door beperkingen en lockdowns. We bedanken alle kameraden die met hun inspanningen dit schitterende succes mogelijk maakten. We nodigen de lezers uit om bij te dragen aan ons ‘Glasgowfonds’ waarmee we hielpen om bijna 80 jongeren vanuit België op de Schotse protesten te krijgen.

    Betoging van 5 november in Glasgow

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/ex8KKr4ibxwoSwMi7]

    Betoging van 6 november in Glasgow

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/j6Qbp9Csyo2bBhbr6]

    Actie in Edinburgh op 5 november

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/EigML5EWB66pVupf7]

  • “Onze eisen zijn gematigd, we willen enkel de aarde”

    Delegatie van ISA op de betoging van zaterdag in Glasgow

    Vrijdag was er een groot jongerenprotest in Glasgow. Duizenden scholieren en studenten namen eraan deel. Het was een dynamische opwarmer voor de grote betoging een dag later. Het protest kaderde in de klimaatstakingen van jongeren de afgelopen jaren. Dat gebeurde onder de noemer Fridays for Future. Greta Thunberg was één van de sprekers op de meeting aan het einde van de betoging. Voor Greta was er een sterke toespraak door Amy Ferguson, een syndicaliste en socialiste uit Noord-Ierland die lid is van International Socialist Alternative. Hieronder haar speech.

    “Mijn naam is Amy Ferguson. Ik ben een syndicaliste bij Unite Hospitality in Noord-Ierland en ik ben ook lid van International Socialist Alternative.”

    “Deze week gaf Boris Johnson toe dat internationale bijeenkomsten als de G20, en ik zou er COP26 aan toevoegen, slechts druppels zijn in een oververhitte oceaan. Deze zogenaamde wereldleiders en hun sponsors in de fossiele brandstoffensector hebben decennia de tijd gehad om maatregelen te nemen, maar nog steeds hebben ze ons niets anders te bieden dan kapitalistische greenwashing. Ze blijven verder doen met hun business as usual en dat moeten we maar aanvaarden omdat ze enkele bomen planten? Dat is het beste wat ze ons kunnen bieden. Je moet maar het dunne laagje vernis van hun retoriek wegschrapen om te zien hoe kunstmatig die is.”

    “Sinds het klimaatakkoord van Parijs in 2016 hebben de 60 grootste banken ter wereld 3,8 triljoen geïnvesteerd in fossiele brandstoffenbedrijven. Dat is niet gewoon een gebrek aan actie, het komt neer op het actief vernietigen van onze planeet. De afgevaardigden op COP26 kloppen zichzelf op de borst met het weinige dat ze doen, terwijl ze er vooral voor zorgen dat ze niet teveel op de tenen van hun fossiele sponsors trappen. We mogen niet vergeten dat het niet zij waren die klimaat op de agenda hebben gezet: het waren de miljoenen jongeren en werkenden doorheen de wereld die daarvoor zorgden. Het zijn deze bewegingen die ons een levenslijn aanbieden.”

    “Vorige week was ik op een conferentie van mijn vakbond met honderden afgevaardigden die een miljoen leden uit Groot-Brittannië en Ierland vertegenwoordigen. Op die conferentie hadden we een discussie over wat er aan de klimaatcrisis moet gedaan worden. Arbeiders uit de zware industrie, transport en andere sectoren zeiden hoe inspirerend de klimaatbeweging voor hen is. Ze vertelden hoe noodzakelijk het is dat onze bewegingen met elkaar verbonden zijn. Sommigen proberen ons wijs te maken dat we moeten kiezen tussen een leefbare planeet en degelijke jobs, maar het tegendeel is waar. Er is zoveel werk dat moet gedaan worden bij de bouw van groene infrastructuur of in de ontwikkeling van nieuwe technologie. Het initiatief hiervoor zal niet van bovenaf komen, het initiatief en de kennis hiervoor is aanwezig onder de werkenden.”

    / Lees verder onder de video /

    “In Belfast werden de arbeiders van de scheepswerf van Harland & Wolff enkele jaren geleden geconfronteerd met de dreiging van de sluiting van hun werf en het verlies van jobs. In plaats van dit te aanvaarden, gingen de arbeiders over tot een bezetting van de scheepswerf en boden ze een duidelijk alternatief aan. Ze zeiden dat hun kennis en vaardigheden moesten gebruikt worden om groene infrastructuur te bouwen. Ze hebben uiteindelijk hun jobs gered.”

    “Vorige week dreigde het spoorpersoneel in Schotland met stakingen rond hun looneisen. Als zij het werk neerleggen, zijn ze in staat om volledige steden tot stilstand te brengen. De dreiging volstond om een loonsverhoging af te dwingen. Met al wie opkomt voor gratis en degelijk openbaar vervoer moeten we ons verbinden met die werkenden om onze collectieve kracht te gebruiken. Niets kan ons stoppen als we dat doen! Het is trouwens uitstekend dat de stakende afvalophalers uit Glasgow hier aanwezig zijn. Ze verdienen onze volledige solidariteit.”

    “Onze energie mag na deze acties niet verdwijnen. We moeten ons blijven organiseren en banden smeden. Het zijn jongeren en werkenden die een uitweg uit de crisis kunnen bieden. Wij hebben de kracht, de plannen en de ideeën, maar we kunnen niet controleren wat we niet bezitten. Onze beweging moet zich richten op de wortel van de problemen. We mogen het kapitalistisch systeem en zijn miljardairs, ceo’s en hun politici niet toelaten om dezelfde rampzalige koers verder te zetten. We moeten de macht uit hun handen halen.”

    “Het alternatief moet socialistisch zijn, het moet gebaseerd zijn op het publiek bezit en democratische controle van de grootste bedrijven en de financiële sector. Dit zou ons toelaten om een internationaal plan op te maken dat vertrekt van de noden van de mensen en de planeet, niet de bankrekeningen van de rijken. De politici zeggen ons dat we realistisch en gematigd moeten zijn. Als antwoord daarop wil ik de woorden herhalen van de in Schotland geboren Ierse vakbondsactivist en socialist James Connolly: ‘Onze eisen zijn gematigd, we willen enkel de aarde’.”

  • Socialistische feministen in actie voor klimaat en systeemverandering

    Door ROSA – Internationale Socialistische Feministen

    Na de miljoenen doden van Covid-19, heeft de klimaatcrisis afgelopen zomer nog meer dodelijke slachtoffers geëist. Overstromingen, bosbranden en andere extreme weersomstandigheden beheersten het nieuws. Om echte actie af te dwingen moeten we de straat op! Inheemse vrouwen wezen ons de weg door op 10 september met duizenden door de Braziliaanse hoofdstad te marcheren tegen de nieuwe aanvallen van Bolsonaro’s regering op hun voorouderlijk land ten dienste van mijnbouwbedrijven en de agro-industrie.

    In hun strijd om de voortdurende vernietiging van het Amazonewoud een halt toe te roepen, verdedigen ze het leven van hun kinderen, maar vechten ze ook tegen een systeem dat steeds meer delen van de planeet onbewoonbaar maakt voor alle levende wezens. Wij moeten hun voorbeeld volgen: we hebben de grootste klimaatmobilisaties ooit nodig in de aanloop naar en tijdens COP26 in 2021. Feministen moeten het voortouw nemen in deze mobilisaties, want de strijd tegen seksisme gaat hand in hand met de strijd tegen de klimaatcrisis.

    Vrouwen worden harder getroffen

    Het kapitalistische systeem steunt op het onbetaalde werk dat vrouwen in het huishouden doen. Een deel daarvan is het zorgen voor de opvoeding en veiligheid van kinderen. Dat is een cruciale taak voor het kapitalisme, omdat kinderen de volgende generatie arbeiders zijn die winst zullen maken voor de 1%. Dit maakt vrouwen kwetsbaarder voor natuurrampen en extreme weersomstandigheden die verband houden met de klimaatcrisis. In noodsituaties moeten vrouwen niet alleen zichzelf redden, maar ook hun kinderen, die misschien nog niet genoeg kunnen lopen of zwemmen. Na de tsunami die Sri Lanka, Indonesië en India in 2004 trof, meldde Oxfam dat voor elke drie mannen die de ramp overleefden, er slechts één vrouw overbleef.

    Vrouwen doen niet alleen veel onbetaald huishoudelijk werk, ze zijn ook oververtegenwoordigd in laagbetaalde banen: 70% van de 1,3 miljard mensen die in armoede leven zijn vrouwen en 40% van de huishoudens in stedelijke gebieden wordt geleid door een (alleenstaande) vrouw. Asociale ‘groene’ maatregelen zoals waterheffingen treffen vrouwen economisch harder en dat geldt ook voor massale verwoestingen door natuurrampen, zoals de orkaan Ida die onlangs door de VS raasde. Vrouwen hebben vaak geen of zeer weinig middelen om hun huizen te repareren of te herbouwen, laat staan om een goed geïsoleerd huis te betalen of een goede verzekering af te sluiten.

    Bovendien zijn de opvangcentra na deze rampen vaak niet goed uitgerust om vrouwen op te vangen. Nadat orkaan Katrina New Orleans had geteisterd, werden vrouwen opgevangen in een opvangcentrum dat niet genoeg sanitaire producten had voor het aantal vrouwen dat er verbleef.

    80% van de mensen die gedwongen worden te vluchten vanwege de gevolgen van de klimaatcrisis zijn vrouwen. Zij komen terecht in vluchtelingenkampen waar mensen dicht op elkaar leven en waar vrouwen zeer kwetsbaar zijn voor gendergerelateerd geweld, mensenhandel, enz. In een vluchtelingenkamp in Pakistan heeft meer dan 79% van de 200 ondervraagde vrouwen te maken gehad met huiselijk geweld. En 46% van de vrouwen in Europese vluchtelingenkampen zegt zich onveilig te voelen.

    Een slecht betaalde baan betekent dat veel vrouwen financieel afhankelijk zijn van hun partner of familie en niet de middelen hebben om uit een situatie van geweld te ontsnappen. Door de gezondheids- en klimaatcrisissen van het kapitalisme is dit voor steeds meer vrouwen een dagelijkse realiteit. In periodes van verhoogde spanning neemt het geweld tegen vrouwen toe. Uitdroging van landbouwgrond en toegang tot steeds minder drinkwater zorgen er niet alleen voor dat vrouwen verder moeten reizen om aan deze voedingsmiddelen te komen, maar ook dat zij minder of helemaal niet te eten krijgen omdat zij onderaan de ‘natuurlijke’ hiërarchie staan. In andere gevallen moeten vrouwen hun lichaam verkopen in ruil voor voedsel. Een natuurramp is zo’n situatie van verhoogde spanning. In Australië pieken de cijfers van huiselijk geweld na bosbranden, die door de klimaatcrisis steeds heviger en langduriger worden.

    Tijd voor actie

    “We staan aan het begin van een klimaatcrisis en het enige waar jullie over kunnen praten is geld en sprookjes van eeuwige economische groei.” Zo ontmaskerde Greta Thunberg de echte klimaatmoordenaars in haar toespraak voor de VN in 2019. En dat is wat we nu opnieuw moeten doen! Want net zoals seksisme geen probleem is dat van individuele mannen komt, is de opwarming van de aarde niet iets dat door individuele mensen wordt veroorzaakt. Het hele systeem is  schuldig.

    De klimaatbeweging moet, net als de feministische beweging, weer de straat op, grote actiedagen en stakingen organiseren. En net als in 2019 moeten vrouwen en feministen in de voorste gelederen van deze strijd staan. De landen die momenteel het hardst door de klimaatcrisis worden getroffen, zijn landen waar vrouwen al zwaar worden onderdrukt. De klimaatcrisis verkleint hun kansen op een leefbaar bestaan nog verder.

    Om echte verandering af te dwingen, moeten jongeren en werkende mensen, mannen en vrouwen, samen strijden en zich organiseren rond een programma van sociale eisen dat breekt met de logica van het winstsysteem dat verantwoordelijk is voor de klimaatcrisis en ook seksisme nodig heeft om zijn winsten te behouden.

  • Klimaatprotest in Glasgow: International Socialist Alternative sterk aanwezig

    Momenteel wordt in Glasgow geprotesteerd tijdens de klimaattop. We kunnen niets verwachten van de wereldleiders die onderhandelen, maar al jarenlang falen om ernstige maatregelen te nemen. Zelfs over eenvoudige klimaatmaatregelen raken ze het niet eens. Dat is geen toeval: het zit in de aard van het kapitalistisch systeem.

    International Socialist Alternative is sterk aanwezig op de acties in Schotland. Driehonderd militanten uit verschillende landen nemen er deel aan het protest en bouwen mee aan een sterkere beweging. Op de jongerenbetoging vrijdag in Glasgow sprak Amy Ferguson, een syndicaliste en socialiste uit Noord-Ierland namens ISA vanop het hoofdpodium. Op hetzelfde ogenblik stonden militanten van ISA vooraan in het jongerenprotest in Edinburgh. Vandaag is er een grote betoging in Glasgow met duizenden aanwezigen. De regen houdt onze delegatie niet tegen om een strijdbare boodschap te brengen.

    Hieronder enkele video’s en beelden van de protestacties.

    Foto’s van de betoging vandaag:
    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/j6Qbp9Csyo2bBhbr6]

    Video van het ISA-blok op de betoging vandaag:

    Video met de toespraak van Amy Ferguson in Glasgow op vrijdag:

    Video van een tussenkomst van een voormalige olie-arbeider op het protest in Edinburgh gisteren:

  • Vlaamse regering wil ons doen betalen. Dit is geen ‘klimaatbeleid’!

    Een grafische uitbeelding van hoe het Vlaamse ‘klimaatbeleid’ eruit ziet

    Een week lang werd gedebatteerd over het Vlaamse klimaatbeleid. Zuhal Demir verklaarde niet naar Glasgow te gaan zonder akkoord. Het akkoord kwam er, maar Demir is door een geval van Covid-19 op haar kabinet toch niet naar Glasgow kunnen gaan. Het was de kers op de taart van een Vlaamse regering die een compleet mal figuur sloeg. De Vlaams-nationalisten zullen het wellicht niet graag horen, maar het leek alsof ze de voorbije week een nieuwe standaard van ‘Belgisch surrealisme’ wilden vestigen.

    De voorstellen van de Vlaamse regering zijn totaal niet gericht tegen de verantwoordelijken van vervuiling en CO2-uitstoot. Neen, alle verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven naar gewone mensen. Op een ogenblik dat onze levensstandaard al te lijden heeft onder de steeds hogere prijzen, in het bijzonder voor energie en wonen, wordt daar nog een schep bovenop gedaan. De centrale maatregelen van de Vlaamse regering houden in dat wij dure elektrische wagens moeten kopen en dat wie in een oudere woning woont, moet betalen voor een renovatie. Er is geen enkel plan om renovaties gecentraliseerd aan te pakken, om bijvoorbeeld wijk per wijk de isolatie te verbeteren en andere maatregelen te nemen. Er is geen enkel plan om transport anders te organiseren, met een centrale rol voor meer openbaar vervoer dat uitgebreider is dan wat er vandaag is. Dat alles is voor de Vlaamse regering onbetaalbaar en dus wordt de factuur doorgeschoven naar ons. De gewone werkenden, in het bijzonder de armsten, worden het hardst getroffen. De wereldvreemde ministers houden zich ondertussen bezig met framing in de mainstream media.

    Alsof het nog niet erg genoeg was, maakt de Vlaamse regering van het ‘klimaatplan’ gebruik om het openbaar vervoer aan te vallen… De regering, die het beleid en de directie van De Lijn controleert en bepaalt, stelt dat De Lijn niet snel genoeg overschakelt op elektrische bussen en dat daarom tot de helft van de ritten door private pachters zal worden gedaan in de toekomst. Die private pachters zijn volgens de Vlaamse regering ‘productiever’ en ‘flexibeler’. Het trage vergroeningsproces van het materieel van De Lijn is het resultaat van een gebrek aan middelen, aan planning rond de infrastructuur en het materieel, kortom het gevolg van een falend beleid. De verantwoordelijke daarvoor is de Vlaamse regering zelf. Het vergroten van het aandeel van private onderaannemers in het aantal ritten is er enkel op gericht om de loon- en arbeidsvoorwaarden verder te ondermijnen en om zowel personeel als reizigers te laten betalen voor de vergroening. Terwijl iedereen weet dat meer en beter openbaar vervoer een essentieel onderdeel van een klimaatbeleid is, gaat de Vlaamse regering in de andere richting. Dat durft die Vlaamse regering als ‘klimaatbeleid’ voor te stellen. Helaas is het geen sketch uit ‘De Ideale Wereld’ of een geval van verborgen camera,  die dames en heren van de traditionele partijen in de Vlaamse regering menen het echt.

    Als we de voorbije week één iets geleerd hebben uit het Vlaamse ‘klimaatdebat’, dan is het dat we van deze regering en deze traditionele politiekers niets kunnen verwachten. Ze zijn integendeel meer bezig met het saboteren van onder meer het openbaar vervoer dat net het begin van enige klimaatambitie zou vormen. De vraag die zich opwerpt, is hoe we de strijd zullen opvoeren om tot de maatregelen te komen die nodig zijn. Het klimaatprotest met de betoging van 10 oktober, de jongerenbetoging van 22 oktober in Gent en nu het protest in Glasgow zijn een uitstekend begin. Dat klimaatprotest moeten we concretiseren met eisen als meer en beter openbaar vervoer, een plan van massale publieke investeringen in groene infrastructuur en openbare diensten, energie en andere vervuilende sectoren in publieke handen zodat de gemeenschap er democratisch over kan beslissen in plaats van het over te laten aan het winstbejag van grote bedrijven … We zullen dit niet zomaar bekomen, er is strijd nodig waarin we een krachtsverhouding moeten opbouwen om het falende systeem omver te werpen en te vervangen door een socialistische samenleving waarin de belangen van de werkende klasse en de leefbaarheid van onze planeet centraal staan.

  • China’s energiecrisis dreigt alle klimaatbeloften teniet te doen

    China heeft te maken met de ergste energiecrisis in twee decennia. De oorzaak is een tekort aan steenkool. Er zijn echter veel diepere economische en politieke problemen.

    Door Dahu, Chinaworker.info

    China is veruit de grootste steenkoolproducent ter wereld, met een productie van 3,84 miljard ton in 2020 (vijf keer meer dan India, de tweede grootste producent ter wereld). Hoe kan er dan een tekort zijn? Omdat China 70% van zijn elektriciteit uit steenkool betrekt, ondanks jaren van recordinvesteringen in groene alternatieven. Niet alleen is dit een ramp voor het klimaat, maar de Chinese mijnen zijn blijkbaar niet in staat om de steenkoolverslaving van de economie bij te benen.

    In het politieke systeem van China is een sterke weerstand ingebouwd tegen een verschuiving weg van steenkool, die nog steeds wordt bevoordeeld door gevestigde belangen binnen de ‘communistische’ CCP-staat. De huidige schaarste aan steenkool is dus een door de mens veroorzaakte crisis, het resultaat van een combinatie van woekerwinsten en bureaucratie – de twee kenmerken van China’s staatskapitalistische economische model.

    Achttien van de 31 Chinese provincies kennen sinds half september stroomonderbrekingen, waardoor industrie en huishoudens hard worden getroffen. In sommige provincies werken fabrieken drie dagen per week of zelfs minder. Huishoudens, vooral in het achtergebleven noordoosten, hebben vaak zonder waarschuwing te kampen gehad met stroomuitval, vastgelopen liften en verkeerslichten en straatlantaarns die plots uitgingen. In sommige steden zijn de kaarsen uitverkocht. De staatszender CCTV meldde dat 20 werknemers in de provincie Liaoning in het ziekenhuis zijn opgenomen met koolmonoxidevergiftiging toen de ventilatoren in hun fabriek uitvielen.

    De centrale regering in Peking heeft een reeks crisismaatregelen genomen. Alle Chinese steenkoolmijnen is verteld dat ze op volle capaciteit moeten draaien, zelfs tijdens vakanties, en veel buiten gebruik gestelde mijnen worden heropend. De plotse terugkeer naar steenkool is natuurlijk qua timing ongelukkig met de COP26-top in Glasgow deze week.

    Politieke crisis

    Voor het regime van Xi is de energiecrisis in eigen land echter een veel groter probleem. Deze heeft de publieke opinie over de CCP opnieuw een zware klap toegebracht. Stroomonderbrekingen, hogere werkloosheid en turbulentie op de vastgoedmarkt, in combinatie met aanhoudende lockdowns in verschillende steden als gevolg van nieuwe uitbraken van Covid-19, beginnen het geduld van de mensen op de proef te stellen en staan in schril contrast met de officiële beweringen dat het regime van Xi bouwt aan ‘gemeenschappelijke welvaart’.

    Eind oktober werden zelfs benzine en diesel gerantsoeneerd omdat de groothandelprijzen in de loop van de maand met 20% waren gestegen, waardoor raffinaderijen en benzinestations de verkoop beperkten omdat ze geen winst meer konden maken. Dit is een herhaling van de steenkoolcrisis, die grotendeels werd veroorzaakt door het prijssysteem van de regering, waarbij de groothandelprijzen vrij worden bepaald door de ‘markt’, terwijl de detailhandelsprijzen voor de consument worden vastgesteld door de regering.

    De steenkoolprijzen zijn dit jaar meer dan verdubbeld als gevolg van productiebeperkingen en een sterke stijging van de vraag van industriële sectoren die terugkeren van het dieptepunt van de crisis. Dit is een wereldwijd verschijnsel. Maar China is zwaarder getroffen omdat het voor zijn elektriciteitsproductie voor een groot deel afhankelijk is van steenkool. Onder druk van de hogere steenkoolprijzen en de vaste elektriciteitstarieven, die hen beletten de extra kosten door te rekenen aan de consument, hebben de Chinese elektriciteitscentrales – meestal in staatsbezit – hun steenkoolvoorraden opzettelijk verminderd als een soort langzaamaan-protest tegen de inbreuk op hun winsten.

    Een bijkomend probleem was het verbod van de CCP op Australische steenkool dat vorig jaar van kracht werd als onderdeel van de verscherping van de imperialistische Koude Oorlog tussen de VS en China. Australië heeft zich achter het standpunt van de VS geschaard. Vooral de oproep tot een onderzoek naar de oorsprong van Covid-19 door de regering van Scott Morrison heeft een woedende reactie uit Beijing uitgelokt. China was sterk afhankelijk van de Australische steenkool van hogere kwaliteit, vooral voor de staalproductie. In de huidige crisis zijn sommige Chinese havens begonnen met het lossen van Australische steenkool, hoewel het verbod officieel nog steeds van kracht is.

    De schaarste werd verergerd door het klimaatbeleid van de CCP en de druk op het land – nog opgevoerd door de Koude Oorlog tussen de VS en China – om de wereld zijn beste gezicht te laten zien tijdens de COP26-besprekingen. Beijing heeft aan het begin van het jaar strenge koolstofreductiedoelstellingen vastgesteld voor de provinciale overheden, maar vele ondernamen geen actie tot ze in augustus een berisping kregen van de centrale overheid.

    “Het is typisch voor bureaucraten om toe te laten dat die doelstellingen een groot deel van het jaar niet worden gehaald en zich dan in het laatste kwartaal te haasten om ze alsnog te halen,” merkte Wang Xiangwei van de South China Morning Post op.

    Een marathon, geen sprint

    De combinatie van deze factoren leidde tot een perfecte bureaucratische storm die grote delen van de economie lamlegde. Het regime van Xi zag zich genoodzaakt paniekmaatregelen te nemen en schafte in feite de controle op de elektriciteitsprijzen af door toe te staan dat de tarieven tot 20 procent boven het basisniveau worden verhoogd. Dit werd door persbureau Reuters geprezen als de “moedigste” stap in de hervorming van China’s energiesector. Het staat uiteraard in schril contrast met de opvatting van sommigen dat de CCP zich in een ‘antikapitalistische’ richting beweegt.

    Alle maatregelen die Peking tot dusver heeft genomen zijn van korte duur en zijn eerder lapmiddelen dan een oplossing voor een probleem dat zijn wortels heeft in een combinatie van kapitalistische anarchie en bureaucratische hardhandigheid. De volledige nationalisering van de energiesector en de energiemarkt is nodig als onderdeel van een socialistische en democratisch geplande transformatie van de economie. Dit vereist dat werknemers en consumenten van onderaf controle uitoefenen, wat alleen kan worden gerealiseerd door de vorming van onafhankelijke vakbonden die het totalitaire regime aanvechten.

    China’s energiecrisis kan tot in de eerste maanden van 2022 duren. “Het wordt een marathon, geen sprint,” aldus Joerg Wuttke, voorzitter van de Europese Kamer van Koophandel in China. Ondanks de laatste noodmaatregelen waarschuwde de Nationale Ontwikkelings- en Hervormingscommissie op 26 oktober dat de steenkoolprijzen “volledig waren afgeweken van de fundamentele vraag- en aanbodfactoren” en nog steeds een “irrationele” opwaartse trend vertoonden.

    Het regime van Xi is in deze crisis gestruikeld, wat een waarschuwing zou moeten zijn voor diegenen, waaronder veel kapitalistische commentatoren, die denken dat het CCP-regime onfeilbaar is op het gebied van economisch beheer. Ook de aanpak van de huidige crisis op de vastgoedmarkt is daar een goed voorbeeld van.

    Bij de VN-klimaatbesprekingen kan China’s steenkoolprobleem niet onder het tapijt worden geveegd, en het is ook niet het enige gigantische knelpunt. Het onderstreept waarom de heersers van vandaag – alle kapitalistische regeringen – het overleven van onze planeet bedreigen. China’s bijdrage aan de COP26-besprekingen werd alom omschreven als een “teleurstelling” die niets nieuw bevatte. Xi Jingping beloofde een “CO2-piek” tegen 2030: de maatregelen zijn te beperkt en komen te laat. De steenkoolcrisis in China toont dat systeemverandering nodig is. Enkel de werkende klasse kan die realiseren.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop