Tag: Clara Zetkin

  • Clara Zetkin: De plicht van werkende vrouwen in oorlogstijd

    Clara Zetkin met Rosa Luxemburg

    In november 1914 schreef Clara Zetkin een tekst over werkende vrouwen in oorlogstijd. Het werd gepubliceerd in het Duits en vervolgens verscheen in het magazine Justice (19 november 1914) een samenvatting in het Engels. We publiceren een vertaling uit het Engels inclusief de inleiding die er door het magazine aan toegevoegd was. Deze tekst zal tevens verschijnen in de brochure ‘Marxisten over oorlog’ die Marxisme.be naar aanleiding van 1 mei 2022 uitbrengt. We bedanken Ann voor deze vertaling.

     

    “Een opzwepende oproep in oorlogstijd.” De New Yorkse ‘Vorwärts’, de wekelijkse uitgave van de ‘Neu Yorker Volkszeitung’, publiceert een artikel over dit onderwerp geschreven door onze gewaardeerde kameraad Clara Zetkin, waarvan het volgende een samenvatting is.

    Het verlangen van de internationale arbeidersklasse naar vrede heeft zich machteloos getoond om de wereldoorlog te voorkomen. Zoals kanonskogels over zwakke grassprietjes rollen, die gisteren nog zachtjes wapperden in de wind, en ze ter aarde verpletteren, zo hebben de krachten van het imperialisme, voortgedreven door het kapitalisme, de proletarische vredesdemonstraties en-hoop overwonnen. De wereld staat nu in brand. Er woedt een oorlog zoals nooit eerder voorheen … Was dit nodig?

    De staat van beleg maakt het ons onmogelijk om een antwoord te zoeken. We worden geconfronteerd met het feit dat de drijvende krachten van het kapitalisme de grenzen van een vreedzame ontwikkeling hebben overschreden. De gevolgen zijn niet te overzien, want welke veranderingen de oorlog ook teweegbrengt op de kaart van Europa, het is zeker dat hij niet tot het einde toe zal worden uitgevochten zonder de meest extreme uitwerking op de economieën van de naties en op de wereldmarkt. Het is juist deze overweging die eist dat de arbeidersklasse in toenemende mate de bewuste drager wordt van het historische proces van ontwikkeling naar de hogere sociale orde van het socialisme.

    Het zou socialistische vrouwen onwaardig zijn om met gevouwen handen toe te zien op deze historische gebeurtenissen, die vandaag de toekomst voorbereiden. Deze tijd roept hen op tot belangrijke taken, waarvan de vervulling al hun toewijding, enthousiasme en zelfopoffering vraagt. Het gaat om taken die voortvloeien uit hun “onveranderlijke vrouwelijke” aard en overtuiging.

    Oorlog en honger

    De tweelingzus van oorlog is honger. Haar verschrompelde, genadeloze hand klopt aan de deur van elk gezin waarvan de kostwinner op het slagveld is … Werkloosheid verspreidt zich sneller dan elke andere plaag. Angst, honger, ziekte, kindersterfte volgen in haar kielzog. Wat zal de winter brengen? Die vraag ligt op miljoenen lippen …

    Op dit grote terrein kunnen de socialistische vrouwen strijd leveren, die tegelijkertijd een strijd is voor hun rechten als mens. Het moment vraagt al hun kracht. Daarom werken de socialistische vrouwen vreedzaam samen met de burgerlijk-nationalistische “Vrouwendienst” en ook met haar vertegenwoordigers in de gemeentelijke organen, zonder zich echter bij hun organisatie aan te sluiten, omdat dit hen in hun werk zou belemmeren. Onze kameraad Frau Zietz schreef onlangs een artikel waarin zij wijst op de noodzaak van een dergelijke activiteit en op de scheidslijnen waarlangs deze in elk geval moet worden geleid.

    De essentiële hulp van vrouwen

    Als het verlangen van de gemeenten om de verschrikkelijke vloed van de komende ellende in te dammen oprecht is, dan kunnen zij niet zonder de hulp van onze vrouwelijke kameraden. Want zij brengen in de hulpverlening de kennis en scholing in die zij in de socialistische partij en de vakbonden hebben opgedaan, alsook hun praktische ervaring als arbeidsters. Zij weten de weg te vinden naar de trotse kwetsbare mensen die stil lijden in hun kelders maar die geen hulp vragen, en zij weten de juiste woorden te vinden om hen te overtuigen dat toch te doen. Zij zien snel waar en op welke manier hulp nodig is. Meer dan wie ook kunnen zij “spreken voor de zwijgenden en voor de zaak van allen die in de steek gelaten werden.”

    Geen aalmoezen, maar hulp en werk als sociale plicht, dat is de eis die zij overtuigend stellen aan alle publieke overheden. Bovendien moeten onze vrouwen trachten om het socialistische bewustzijn en de proletarische klassensolidariteit op te wekken aan wie ze hulp bieden; want we mogen niet vergeten dat liefdevolle hulp en bijstand alleen niet volstaan om de fundamenten van de kapitalistische maatschappij te doen wankelen.

    Onze organisatie behouden

    De oorlog heeft de gelederen van onze politieke en economische organisaties uitgedund. Het is aan de vrouwen om erop toe te zien dat de losgeraakte draden niet volledig worden doorgesneden. Als we het hebben over het overleven van de organisaties, dan bedoelen we vooral de geest die erin huist. Eén van de belangrijkste manieren om deze te vrijwaren, is door de verspreiding van onze pers, die, boven al het strijdgewoel en alle puinhopen uit, de vlag van het internationale socialisme onbesmeurd en hoog moet laten wapperen.

    Het verhardende effect van oorlog

    Internationaal socialisme! Klinken die woorden niet als een aanfluiting? Op de dagen dat de vertegenwoordigers van de arbeidersklasse in Wenen bijeen hadden moeten komen voor het verbond van vrede en vrijheid van de volkeren, bliezen tienduizenden zonen van het volk hun laatste adem uit op de slagvelden en lagen tienduizenden anderen te kermen in de veldhospitalen. Zij werden gedood en verwond door een broederhand. Honderdduizenden, miljoenen, ongeacht het uniform van het land dat ze dragen, verklaren met opeengeklemde tanden: “Wij willen niet, wij moeten. De rechten en de onafhankelijkheid van ons vaderland worden bedreigd.”

    Oorlog heeft zijn eigen logica, zijn eigen wetten en normen. Hij schept een sfeer die inderdaad heldenmoed oproept, maar die anderzijds, of de strijders het nu willen of niet, vaak het beest wekt dat in het onderbewustzijn van de mens sluimert. Brieven van het front bewijzen de verharding van de ziel en de gevoelens over de verschrikkingen van de strijd, een verharding die zich in vele gevallen ontwikkelt tot wreedheid en beestachtigheid. De kranten berichten over de gruwelijkste wreedheden die burgers buiten de Duitse grenzen in naam van het patriottisme zouden begaan hebben tegen de binnenvallende Duitse soldaten; ja, zelfs tegen de gewonden en tegen hen die hen verzorgden. Zelfs als de beschrijvingen van deze daden enorm overdreven zijn, zoals wij geloven, dan nog is er te veel barbaarsheid.

    “Wraak” en “Verontwaardiging”

    Bedriegen onze oren ons? Gelijkaardige barbaarsheden moeten deze wandaden ‘wreken’. Dat is wat we lezen in een deel van de burgerlijke pers. Voor elke Duitser die kwaadwillig wordt neergeschoten, moet een dorp afbranden. De “Berliner Neueste Nachrichten” gaat nog verder en eist “de ontruiming van alle inwoners in de bezette gebieden …. Iedereen die er 24 uur na het uitzettingsbevel in burgerkleding wordt opgemerkt, moet als ‘spion’ worden doodgeschoten.”

    Het pleiten voor wreedheid gaat natuurlijk gepaard met het misprijzen van vreemde volkeren, wiens vriendschap Duitsland gisteren nog probeerde te verkrijgen, en het minimaliseren van hun bijdragen aan de vooruitgang van de mensheid. Het is alsof alle maatstaven waarmee recht en rechtvaardigheid in het leven van de naties werden gemeten, nu zijn gebroken, alsof alle gewichten werden vervalst waarmee de waarde van nationale zaken werden gewogen.

    Ver weg lijkt inderdaad het wereldomvattende ideaal van arbeiderssolidariteit, de broederschap der volkeren. Is het mogelijk dat de oorlog niet alleen mensenlevens uitroeit, maar ook menselijke idealen?

    Alle volkeren hebben bijgedragen aan de beschaving

    Nee, duizendmaal nee. We mogen de werkende massa’s niet laten vergeten dat de oorlog is veroorzaakt door wereldwijde economische en politieke verwikkelingen, en niet door lelijke en verachtelijke persoonlijk eigenschappen bij de volkeren waarmee Duitsland vecht.

    Laten we de moed hebben, wanneer wij de beschimpingen horen tegen het “perfide Albion”, de “ontaarde Fransen”, de “barbaarse Russen” enz., te antwoorden door te wijzen op de onuitputtelijke rijkdommen die deze volkeren hebben bijgedragen tot de menselijke ontwikkeling en hoe zij de Duitse beschaving tot bloei hebben helpen brengen.
    De Duitsers, die zelf zoveel hebben bijgedragen aan de internationale schatkist van de beschaving, zouden in staat moeten zijn om rechtvaardig en waarheidsgetrouw te oordelen over andere volkeren. Laten we erop wijzen dat alle volkeren hetzelfde recht op onafhankelijkheid en autonomie hebben, waarvoor de Duitsers strijden …

    Wij socialistische vrouwen horen de stemmen die in dit tijdperk van bloed en ijzer nog altijd zacht, met veel pijn maar toch hoopvol over de toekomst spreken. Laten wij hun vertolkers zijn voor onze kinderen. Laten wij hen behoeden voor het harde, brutale geluid van de ideeën die de straten vandaag vullen en waarin goedkope raciale trots de menselijkheid verstikt. In onze kinderen moet de zekerheid groeien dat deze vreselijkste van alle oorlogen de laatste zal zijn. Het bloed van de doden en gewonden mag geen stroom zijn die verdeelt hetgeen de huidige ellende en de toekomstige hoop verenigt. Het moet als een cement zijn dat voor altijd zal verbinden.

  • Zij lag aan de basis van 8 maart: Clara Zetkin, internationalistisch socialistische feministe

    Clara Zetkin blijft een inspirerende figuur uit de geschiedenis van het socialisme en de strijd voor de emancipatie van de vrouwen. Ze leefde van het midden van de 19e eeuw tot de jaren 1930 en nam deel aan belangrijke historische en politieke gebeurtenissen. Ze trotseerde sociale en politieke verboden om vrouwen uit de arbeidersklasse te stimuleren om politiek actief te worden en zich te organiseren. Ze is ook één van de initiatiefneemsters van de Internationale Vrouwendag op 8 maart.

    door Laura (Brussel)

    Clara werd in 1857 in Duitsland geboren in een welgestelde familie. Ze woonde in een streek waar er heel wat textielindustrie was. Hierdoor werd ze al gauw geconfronteerd met de ellende van de vrouwen in zowel de industrie als op het platteland. Ze ging zich interesseren voor de levensomstandigheden van vrouwen en voor de sociale strijd. Clara studeerde om leerkracht te worden en woonde bijeenkomsten bij van vrouwen die opkwamen voor onderwijs en stemrecht voor vrouwen.

    Later ontdekte ze de ideeën van het marxisme en werd ze actief in socialistische arbeiderskringen. Het is daar dat ze haar eerste partner, Ossip Zetkin, ontmoette. In 1878 werd Clara lid van de Duitse Socialistische Arbeiderspartij, hoewel de ‘socialistenwetten’ op dat ogenblik nog alle socialistische politieke activiteiten verboden. De socialistische beweging moest ondergronds werken en Clara Zetkin leverde bijdragen met geëngageerde feministische en socialistische publicaties. Hierdoor werd ze al gauw een invloedrijke figuur onder de werkende vrouwen in Duitsland.

    Ze volgde haar partner die uit Duitsland werd verbannen naar Parijs, waar ze twee kinderen kregen. Het gezin leefde in armoede en Clara ondervond de last van de dubbele werkdag die veel vrouwen kenden. In 1889 stierf haar partner en stond ze er alleen voor met twee jonge kinderen. Clara Zetkin moest nu verschillende jobs combineren met het huishoudelijk werk. 

    Strijd voor financiële onafhankelijkheid

    Deze ervaring versterkte de overtuiging van Clara Zetkin dat betaald werk voor vrouwen belangrijk was. Ze plaatste de kwestie van economische onafhankelijkheid centraal in de strijd voor vrouwenemancipatie. Hoewel dit reeds door Marx naar voren geschoven was, bleef het idee toen nog controversieel binnen linkse organisaties. Velen zagen vrouwenarbeid als concurrentie voor de jobs en arbeidsvoorwaarden van mannen, wat zou leiden tot lagere lonen en slechtere omstandigheden.

    Clara Zetkin deed er alles aan om de arbeidersorganisaties te overtuigen van de noodzaak om vrouwen te betrekken in vakbonden en politieke organisaties en om samen te strijden voor degelijke lonen en goede arbeidsvoorwaarden. In 1889 schreef ze: “Het is ontoelaatbaar dat wie opkomt voor de bevrijding van de volledige mensheid, de helft van die mensheid veroordeelt tot politieke en sociale slavernij door economische afhankelijkheid.”

    Vrouwen organiseren, de plaats van de vrouw is in de strijd!

    Ondanks weerstand in de leiding van de arbeidersorganisaties, ontwikkelde Clara Zetkin specifieke strategieën om vrouwen binnen de socialistische beweging te organiseren. Op het oprichtingscongres van de Tweede Internationale (1889) verdedigde ze haar standpunt: “De emancipatie van de vrouw impliceert een volledige verandering van haar maatschappelijke positie, een revolutie in haar rol in het economische leven.” In de overtuiging dat de bevrijding van de vrouw alleen mogelijk was met de opbouw van een socialistische maatschappij, verdedigde Clara Zetkin ook het idee dat het socialisme niet kon bestaan zonder de deelname van vrouwen aan de strijd. 

    Terug in Duitsland, na de afschaffing van de ‘socialistenwetten’, richtte ze een krant op onder de naam ‘Gelijkheid’. Het was vrouwen in Duitsland verboden om lid te worden van een politieke partij. Om dat te omzeilen, bouwde Clara alternatieve structuren rond de partij op om socialistische vrouwen te organiseren. 

    Haar strijd beperkte zich niet tot Duitsland. Vanaf 1907 organiseerde Zetkin Internationale Vrouwenconferenties voorafgaand aan de congressen van de Socialistische Internationale, die haar in staat stelden eisen en strategieën te ontwikkelen voor de opbouw van socialistische organisaties onder vrouwen. Zo werd de eis van algemeen kiesrecht – ook voor vrouwen – op de agenda van de socialistische beweging geplaatst, evenals de organisatie van een internationale dag van strijd voor vrouwenrechten. 

    Socialistisch feminisme: geen alliantie met burgerlijk feminisme mogelijk

    Clara Zetkin pleitte niet voor de eenheid van vrouwen tegen mannen. Voor haar was er geen bondgenootschap mogelijk met burgerlijk feministische organisaties. Die waren er vooral op uit om dezelfde rechten te verkrijgen als de mannen van hun sociale klasse. Voor Zetkin maakte de kwestie van vrouwenemancipatie integraal deel uit van het sociale vraagstuk en was de bevrijding van de werkende vrouwen alleen mogelijk door een fundamentele verandering van de maatschappij. Zetkin was een overtuigde socialiste en wilde de arbeidersklasse verenigen om deze verandering te bewerkstelligen. 

    De oorsprong van 8 maart

    De oorsprong van 8 maart is vandaag weinig bekend. De dag heeft zijn wortels in de socialistische feministische beweging. Op de 2e Internationale Conferentie van Socialistische Vrouwen in 1910 namen Zetkin en de andere deelneemsters een resolutie aan over de jaarlijkse organisatie van een Internationale Vrouwendag, met als doel de invloed van het socialistisch feminisme te vergroten. Ze kozen 8 maart als datum, naar aanleiding van een massabetoging van textielarbeidsters in New York op 8 maart 1908. De eerste internationale vrouwendag werd in 1911 georganiseerd ter ere van de stakingsbewegingen van textielarbeidsters in de VS, die opkwamen voor kortere werktijden en betere arbeidsomstandigheden, de afschaffing van kinderarbeid, gelijke beloning en voor stemrecht. 

    Vechten tegen oorlog en fascisme

    In 1915, toen verschillende socialistische partijen hun internationalistische standpunten hadden laten varen om hun burgerij te steunen in de Eerste Wereldoorlog, organiseerde Clara Zetkin een Internationale Vrouwenconferentie om zich tegen de oorlog te verzetten. De meeste leiders van de socialistische beweging steunden de oorlog. Clara Zetkin sloot zich daarop aan bij Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht om een nieuwe revolutionaire organisatie in Duitsland op te richten, die later de Duitse Communistische Partij (KPD) zou worden. Na de Russische revolutie van 1917 nam Zetkin deel aan de opbouw van de Derde Internationale, met name in het Internationaal Vrouwen Secretariaat. 

    Zetkin wijdde het einde van haar leven aan de strijd tegen het fascisme. Ondanks een groeiende afstand tot de stalinistische leiders, stelde ze zich in de verkiezingen van 1933 kandidaat voor de KPD. Ze werd verkozen en mocht als 75-jarige ouderdomsdeken de zitting van het parlement openen. Daarin riep ze op tot de eenheid van alle werkende mannen en vrouwen tegen het fascisme. Clara Zetkin overleed op 20 juni 1933. 

    Clara Zetkin, een inspiratie voor de strijd van vandaag

    Haar onvermoeibare inzet om de strijd voor de emancipatie van de vrouw te verbinden met de sociale strijd van de hele arbeidersklasse blijft voor ons een voorbeeld om te volgen. Net als Clara Zetkin denken wij dat er geen werkelijke emancipatie van vrouwen kan zijn in een kapitalistisch systeem dat de winsten van een minderheid bevoordeelt boven de belangen van de meerderheid van de bevolking. 

    Daarom trekken we op 8 maart de straat op om deze traditie van strijd opnieuw op te bouwen en ons programma te verdedigen: een combinatie van sociale en feministische eisen, voor de emancipatie van vrouwen en de hele arbeidersklasse. We voeren actie om alle vormen van discriminatie en onderdrukking aan te klagen en om in te gaan tegen alle pogingen om de meerderheid van de bevolking te verdelen ten voordele van de machtigsten. We verdedigen de noodzaak van een samenleving die gebaseerd is op de behoeften en capaciteiten van iedereen: een socialistische samenleving.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop