Tag: brugpensioen

  • Brugpensioen straks volledig op de schop?

    Pensioenbetoging in mei 2018. Foto: Liesbeth

    Met een tekort van 8 miljard euro op de begroting is het voor de bazen en hun politici duidelijk waar de volgende regeringen moeten besparen: op de kap van de gewone werkenden en gepensioneerden. De Gentse arbeidseconoom Stijn Baert vroeg de politieke partijen naar hun standpunt over onder meer het “uitfaseren van SWT”, lees: het volledig afschaffen van brugpensioen. Opmerkelijk resultaat: behalve SP.a en PVDA zijn ze allemaal voor. Werken tot we erbij neervallen, is de boodschap.

    N-VA en Open VLD waren het duidelijkst in hun antwoord: ze verklaarden zich zonder voorwaarden akkoord met het voorstel om het brugpensioen volledig af te schaffen tegen het einde van de volgende legislatuur in 2024. Samen met de verhoogde pensioenleeftijd betekent dit dat werken tot 67 jaar de absolute norm wordt. Dat een gemiddelde werkende tot 64 jaar gezond is, wordt niet in overweging genomen. Zelfs vervroegd vertrek bij een collectieve afdanking, zoals recent bij Proximus, moet voor de liberale partijen N-VA en Open VLD weg.

    CD&V, Groen en Vlaams Belang antwoordden “akkoord, maar.” Zij voegen er voorwaarden aan toe, zoals een overgangstermijn. Maar in principe zijn ze het er dus mee eens. Wie dacht dat CD&V het ‘sociaal gezicht’ in de rechtse regering vormde, weet nu beter. Wie naar Groen uitkeek als alternatief op de rechtse regering is ook een illusie armer. De studie van Stijn Baert stelde overigens ook andere vragen. Op de stelling “de lonen moeten minder gekoppeld zijn aan de anciënniteit” antwoordden drie partijen volmondig ‘akkoord’: N-VA, Open VLD en Groen.

    Screenshot van de bevraging door Stijn Baert

    Het Vlaams Belang probeert zich ‘socialer’ voor te doen, maar pleit eigenlijk al jaren voor langer en harder werken. In de jaren 1990 waren de ‘Japanse werkmieren’ nog expliciet het voorbeeld voor het toenmalige Vlaams Blok, vandaag worden asociale voorstellen wat toegedekt om het verschil met N-VA sterker te benadrukken. Maar op de vragen van Stijn Baert komt voormalig champagne-KVHV’er Tom Vandendriessche (die als medewerker in het Europees Parlement de vragen aan VB beantwoordde) niet verder dan steun geven aan het afbouwen van de koppeling tussen loon en anciënniteit en aan het afschaffen van brugpensioen op voorwaarde dat oudere werkenden ‘goedkoper’ worden. De partij is daarnaast voorstander van versnelde degressiviteit van werkloosheidsuitkeringen.

    SP.a antwoordde ‘niet akkoord, maar’ en PVDA ‘niet akkoord’ rond het brugpensioen. Rond de koppeling van lonen en anciënniteit – het voorstel om die koppeling af te zwakken heeft tot doel om de lonen van oudere werkenden naar beneden te trekken – antwoorden SP.a en PVDA op dezelfde wijze als rond de brugpensioenen: PVDA is onvoorwaardelijk tegen, SP.a zegt ‘niet akkoord, maar’. Daarmee weten we meteen wie bereid is om de vakbondseisen hieromtrent te verdedigen en in welke mate ze dit doen. SP.a wil het wel doen, maar laat de deur open om ook compromissen te sluiten die de rechten van werkenden aantasten. Enkel PVDA spreekt klare taal. Zullen de vakbonden in hun stemoproep hier rekening mee houden?

    Rond het brugpensioen en de pensioenleeftijd dit nog: afgelopen week kwam de Nederlandse SP met resultaten van een eigen studie bij 77 bedrijven. Daaruit blijkt dat driekwart van de bedrijven niet zeker zijn dat hun personeelsleden tot 66 kunnen doorwerken. Zeven op de tien bedrijven aarzelt om 50-plussers aan te werven omdat dit een risico op gezondheidsproblemen vormt. Wat het Nederlandse beleid overigens ook toont, is dat een begroting in evenwicht (zelfs met een overschot) niet leidt tot het einde van de asociale aanvallen op de werkenden en hun gezinnen: het offensief wordt gewoon doorgezet. De partijen bij ons die beweren dat eerst de begroting op orde moet vooraleer sociale maatregelen mogelijk zijn, liegen ons voor.

    De rechtse partijen staan klaar om na de verkiezingen verder te besparen op onze levensstandaard. N-VA verklaarde reeds dat het met de Zweedse coalitie verder wil: de regering die ze in december met slaande deuren verliet mag dus verder doen op voorwaarde dat Jambon premier wordt. In het verzet tegen asociale maatregelen werpt Groen zich niet op als een betrouwbare bondgenoot en ook SP.a laat de deur voor toegevingen open. Enkel PVDA neemt het op voor de vakbondseisen. Vandaar de opstelling die LSP inneemt bij deze verkiezingen: een stemoproep voor PVDA, gekoppeld aan de uitbouw van onze eigen organisatie om de noodzaak van een socialistische samenleving op de agenda te zetten.

  • Aanval op brugpensioen gaat onverminderd door

    Pensioenbetoging in mei. Foto: Liesbeth

    Het zomerakkoord gaat verder op het elan van de vorige besparingsmaatregelen. Niet alleen zieke ambtenaren en werklozen worden onder vuur genomen, maar ook wie jaren gewerkt heeft en op vervroegd pensioen wil (of moet na een collectieve afdanking). De pensioenleeftijd werd al opgetrokken tot 67 jaar en de voorwaarden voor brugpensioen, omgedoopt tot SWT (Stelsel van Werkloosheid met bedrijfstoeslag) werden strenger. Nu worden die voorwaarden nog strenger.

    Artikel door Sander (Dendermonde) voor de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’ die vrijdagavond van de drukker komt

    Na de collectieve ontslagen bij Carrefour eerder dit jaar voerden de neoliberale politici harde discussies. Niet over de inhaligheid van de directie van Carrefour dat personeel afdankt in een winstgevend bedrijf. Neen, het ging over de oudere werknemers van Carrefour die gebruik konden maken van SWT vanaf 56 jaar. Dat was voor de N-VA onaanvaardbaar. Werkenden die na jarenlange dienst hun job verloren, werden voorgesteld als ‘profiteurs.’ Het werd aangegrepen om de besparingsvijs nog harder aan te draaien.

    Het zomerakkoord voorziet in het optrekken van de loopbaanvoorwaarde voor SWT van 40 tot 41 jaar. De mogelijkheid van SWT bij herstructureringen kan vanaf volgend jaar pas vanaf 59 jaar en in 2020 wordt dat 60 jaar. Afwijkingen op basis van sociaal overleg zijn daarbij niet meer mogelijk. Hiermee wordt een nieuwe stap gezet in het zo goed als ontoegankelijk maken van vervroegd pensioen. Zo wil de regering iedereen tot 67 laten werken. Dat een gemiddelde werknemer maar gezond is tot 64 jaar doet voor de regering niet ter zake. We moeten langer werken omdat de levensverwachting stijgt, is het steeds terugkerende argument. Onder-tussen zorgt het beleid van sociale tekorten en onzekere jobs in de VS reeds voor een daling van de levensverwachting.

    Het wegnemen van SWT voor slachtoffers van een collectief ontslag betekent in de praktijk dat ze terugvallen op een werkloosheidsuitkering. Hetzelfde zomerakkoord voorziet in een snellere daling van de uitkering na enkele maanden werkloosheid. Het doel: mensen sneller tot slechtbetaalde en precaire jobs dwingen, die overigens ook geen uitweg uit de armoede brengen. Wie na jaren werken aan de deur wordt gezet een uitkering ontzeggen, dat is blijkbaar een prioriteit voor deze regering. Deze aanval op oudere werkenden moet 20 miljoen opleveren.

    Minister Peeters (CD&V) probeert zichzelf voor te stellen als het sociaal gezicht van de rechtse regering. Tegen zijn N-VA-collega’s in keurde hij het SWT-plan bij Carrefour goed. Dat werd echter meteen aangegrepen om deze mogelijkheid af te schaffen. In ruil voor nieuwe beloften rond Arco slikt Peeters opnieuw een aanval op het SWT. Maar ook dit zal niet volstaan, de N-VA is immers uit op de volledige uitdoving van de mogelijkheid van vervroegde pensionering.

    Het pensioenprotest van dit voorjaar moet verdergezet worden. De Pensioenkrant van de vakbonden was een uitstekend initiatief om de maatregelen uit te leggen en zo het protest ertegen op te bouwen. Een nieuwe editie van de Pensioenkrant dringt zich op, liefst meteen gekoppeld met oproepen tot forse acties. Massamobilisatie zal nodig zijn om de sociale afbraak te stoppen en de strijd te voeren voor een samenleving waarin mensen op een humane leeftijd op pensioen kunnen, waar er jobs voor iedereen zijn met degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden, waar wie zonder werk valt niet tot armoede veroordeeld wordt, … Een opbouwend actieplan kan het ongenoegen rond verschillende thema’s samenbrengen en richten tegen de echte schuldige voor de aanvallen op onze levensstandaard: de inhaligheid van de 1% rijksten.

  • Getuigenis van een 50-plusser op zoek naar werk

    Artikel door Wilfried uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Op weg naar het outplacementbureau?

    In mijn mailbox bewaar ik nog altijd het antwoord dat ik kreeg op een sollicitatiegesprek in juni vorig jaar. Dat was merkwaardig, niet zozeer omdat er een antwoord kwam. Na een gesprek volgt meestal feedback, na een gewone sollicitatie niet.

    Meestal wordt dan iets gezegd in de trend van: “Ondanks uw sterke punten, (…) En dus hebben we spijtig genoeg uw sollicitatie niet weerhouden, (…) Maar u mag zeker niet nalaten onze andere vacatures enz, enz.” Daar kom je ongeveer nul procent mee vooruit.

    Maar nu was het antwoord anders: “we maken voorbehoud inzake integratierisico, leeftijd, (…).” Ik belde om uitleg. “Dat van dat integratierisico snap ik niet”, zei ik. “Kijk meneer, u hebt 28 jaar in dezelfde firma gewerkt. Onze klant is van oordeel dat u zich niet meer zal kunnen aanpassen aan een nieuwe omgeving, nieuwe collega’s. Trouwens het is een vrij jonge groep mensen daar.” En ik die dacht dat 28 jaar bij een zelfde werkgever positief was – getrouwheid aan de firma, doorzetten in moeilijke tijden, niet zomaar gaan lopen maar blijven werken tot het bedrijf failliet ging, weet u wel? Maar niet dus.

    Etappes op de “vacaturemarkt”

    Als er ergens werk blijft liggen door een toename van het werk, iemand die op pensioen gaat of ontslag neemt, wordt in eerste instantie geprobeerd om dit intern op te vangen door met werk te ‘schuiven’. Lees: anderen meer laten werken, eventueel een interne sollicitatie. Pas als dat niet lukt, wordt aan de eigen werknemers gevraagd of zij iemand kennen.

    In dat geval kan een netwerk zoals LinkedIn of Facebook nuttig zijn. Ik probeerde het ook, maar ik pas moeilijk in zo’n LinkedIn-profiel. Op mijn leeftijd nog maar bij een enkel bedrijf gewerkt hebben, is ‘not done’. Bovendien was mijn functie ook niet ‘flitsend’. Er wordt vandaag vooral gezocht naar dertigers met ervaring bij verschillende firma’s. Als 50-plusser pas ik daar niet in.

    De volgende stap zijn de externe vacatures. De firma houdt zich daar zelf mee bezig of er wordt een interimbureau ingeschakeld. Vaak springen ook andere bureaus op dezelfde vacatures. Zo’n bureau verdient immers enkel als het een kandidaat kan plaatsen. Het leidt meteen tot de vraag: hoeveel vacatures zijn er nu eigenlijk?

    Interne vacatures of via netwerken zijn onzichtbaar voor de externe markt. Maar vacatures via interimbureau’s, VDAB, … kunnen wel geteld worden. Ik zag er ooit vijf of zes voor een en dezelfde job, elk met een apart nummer bij de VDAB. Toen ik een medewerker van de VDAB daarover aansprak, kreeg ik te horen dat er een systeem was om dubbele vacatures weg te filteren. Wie dat geloven wil, mag van mij.

    Het gaat ook niet noodzakelijk om nieuwe jobs. Zo heb ik mijn verzameling een vacature van een bouwstoffer uit het Lierse gedateerd september 2013, nog eens in november 2013, nog eens in november 2014 en nog eens in april 2015. Telkens dezelfde lay-out, functiebeschrijving, functievereisten, … Het gaat natuurlijk niet om een nieuwe job. Het is van de ene buiten, een andere weer binnen. Ik kan er mij in dit geval iets bij voorstellen, want ik ging er ook solliciteren.

    Outplacement en de vermarkting ervan

    Naast het aspect van hoe de vacatures voorgesteld worden, is er ook het element van hoe de kandidaat zich voorstelt. Als 50-plusser die na 28 jaar op zoek gaat naar nieuw werk, kwam ik bij outplacement terecht. Deze opleiding kan een gezellige babbel omvatten, maar evengoed vervelende rollenspelletjes. Het doel is om de sollicitant zichzelf zo goed mogelijk te laten verkopen, zelfs indien dit tot mislukkingen leidt omdat de kandidaat niet de superman is die hij beweerde te zijn.

    Outplacement zorgt ervoor dat sommigen meer kans maken op een job. Maar het creëert geen nieuw werk op zich. Het maakt dat als een groep mensen aan de startlijn staat en uiteindelijk de tien eersten een job krijgen, sommigen voordeel hebben omdat ze met de fiets kunnen rijden of na een exclusief outplacement voor kaders zelfs met een sportwagen.

    Het creëert een nieuwe markt. Zo geeft de VDAB zijn outplacement uit aan Galilei, een afdeling van Randstad, of nog aan bedrijven als Skillbuilders of Mentorprice. Die verdienen daar een mooie cent aan, er wordt gesproken over bedragen van 300 tot 500 euro per uur.

    Een slotbemerking hierover. Tijdens mijn outplacementbegeleiding werd zedig gezwegen over wat ik nog als loon mag verwachten. Voor mijn ontslag verdiende ik ongeveer 3.500 euro bruto. Tijdens een sollicitatie kwam de vraag naar loonsverwachting, ik gaf 3.000 euro op en verspeelde daarmee een van mijn weinige kansen. Het maximum in de sector waar ik zoek is blijkbaar 2.500 euro bruto, maar dat vernam ik niet tijdens de outplacementsessies.

    Wat zijn mijn kansen om een job te vinden?

    Mijn slaagkansen zien er eerlijk gezegd niet goed uit. Bij nieuwe indiensttredingen zijn amper 5 tot 6% van de werknemers ouder dan 50 jaar. Voor 55-plussers is dat nog amper 2% en het gaat in dit geval nog vaak om managementfuncties.

    Van de oudere werklozen tussen 55 en 59 jaar vindt 5,5% nog een baan, voor wie ouder is dan 59 jaar is dat 2,6%.

    Wat kreeg ik voor 28 jaar dienst?

    Misschien denkt de lezer dat ik na 28 jaar dienst wel voldoende opzegvergoeding kreeg om een paar jaar mee rond te komen. Volgens de formule-Claeys die doorgaans gebruikt wordt bij ontslag van bedienden had ik inderdaad recht op 27 maanden loon. Met achterstallig loon en andere vergoedingen kwam ik aan een vordering van 127.700 euro bruto.

    Nu komt de aap uit de mouw. Het bedrag dat het Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers (FSO) uitkeert, is beperkt tot 25.000 euro bruto. Daar bleef uiteindelijk netto een goede 10.000 euro van over, en dit op een vordering 127.700 euro. En het kan nog erger, het FSO komt immers niet tussen voor ondernemingen met minder dan vijf werknemers. Die krijgen helemaal niets!

    Wie wordt geactiveerd?

    De verplichting om actief of passief beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt zorgt er vooral voor dat allerhande outplacementkantoren en andere begeleiders hun marktaandeel kunnen opdrijven. Hun omzet wordt geactiveerd. Voor mij betekent het dat ik moet zoeken naar een speld in een hooiberg en op voorhand weet dat een eventuele job slechter betaald zal zijn. Na 28 jaar dienst ben ik bij het grof vuil gezet met een aalmoes als opzegvergoeding. En dan komen die rechtse partijen zeggen dat ik meer geprikkeld moet worden om naar werk te zoeken.Om dan telkens te horen dat werkgevers mij te oud vinden?

  • Aangepaste beschikbaarheid: rechtstreeks van de werkvloer naar de zorgcontainer

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    brugpensioenDat de jongerenwerkloosheid in ons land sinds het begin van de crisis in 2008 toenam van 18% tot 23,7% in 2013 (1) laat de neoliberalen koud. Dat oudere werknemers steeds meer moeite hebben om mee te kunnen en hierdoor in ziekte en invaliditeit terechtkomen, eveneens. Op vijf jaar tijd nam het aantal arbeidsongeschikte oudere werknemers (50 plus) met 20% toe. (2) Het vorige offensief tegen het brugpensioen, tegenwoordig ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (SWT), is amper verteerd of de regering staat al klaar met een nieuw. Ze wil dat we werken tot we erbij neervallen.

    Het akkoord tussen de sociale partners om de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt van bruggepensioneerden te beperken tot een passieve beschikbaarheid en enkel voor wie na 1 januari van dit jaar in een stelsel van SWT stapte met dan nog een aantal uitzonderingen, ging niet ver genoeg voor de regering. Dat de vakbondsleiding meestapte in de aanval op het brugpensioen volstond niet. Het akkoord van de sociale partners werd gedegradeerd tot een “advies” dat meteen aan de kant werd geschoven. De “passieve” beschikbaarheid werd omgedoopt tot een “aangepaste” beschikbaarheid.

    Het resultaat is een regeling waarin het brugpensioen volledig op de helling komt te staan. De N-VA is al enkele jaren voorstander van het volledig uitdoven van het brugpensioen. Door SWT’ers “aangepaste” beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt op te leggen, wordt het brugpensioen formeel niet afgeschaft maar wordt het wel oninteressant voor werkenden. Gelijk welke ‘aangepaste’ aangeboden job zal ongetwijfeld tegen slechtere arbeids- en loonvoorwaarden zijn. Bovendien wordt de deur opengezet voor sancties indien niet actief naar werk gezocht wordt. Dat het pensioen op de laatste lonen wordt berekend, zorgt ervoor dat er ook na de tewerkstelling negatieve gevolgen zijn. Waarom zou je vroeger vertrekken als je nadien een slechter betaalde nieuwe job moet aanvaarden?

    Niet dat de werkgevers staan te springen om oudere werknemers aan te werven. Dat zelfs de werkgevers vragen hadden bij de beschikbaarheid van SWT’ers bevestigt het gebrek aan patronale interesse in oudere werkenden. Beroepsprovocateur Van Eetvelt pleitte in 2009 nog voor een “onmiddellijk verbod” op brugpensioen, maar moet nu onder druk van zijn achterban de beperking van de beschikbaarheid van SWT’ers steunen. De regering wil echter kost wat kost vasthouden aan het doel om het ‘heilige huisje’ van het brugpensioen volledig te slopen.

    Langer werken, langer werkloos

    Volgens de regering is er geen verband, maar terwijl ouderen langer werken zijn jongeren langer werkloos. Je hoeft geen rekenkundig wonder te zijn om wel een verband te zien. Waar in 2008 34,5% van de 50-64-jarigen aan de slag was, bedroeg dit in 2013 al 41,7%. Onder jongeren was er in dezelfde periode een omgekeerde tendens: van 27,4% naar 23,6%. De totale werkgelegenheidsgraad nam lichtjes af van 62,4% tot 61,8%. (3)

    De verhoging van de effectieve uitstapleeftijd (cijfers hierover lopen uiteen, maar er is telkens een stijgende tendens) zorgt ervoor dat de uitstapleeftijd stilaan samenvalt met de leeftijd tot waarop we gezond blijven. Volgens eurostat is dat 64,3 jaar voor mannen en 65,4 jaar voor vrouwen (4). De regering wil ons binnenkort laten werken tot 67 jaar. Je hoeft geen dokter te zijn om het probleem daarbij op te merken.

    Zou het niet logisch zijn om eerst de jongeren aan werk te helpen in plaats van de ouderen te laten werken tot ze erbij neervallen?

    Behoud van het brugpensioen! Haal gepensioneerden uit armoede!

    De regering vergelijkt graag onze lonen met die in de buurlanden en dit als onderdeel van een neerwaartse spiraal. Over de pensioenen horen we de rechtse partijen of het patronaat niet, die zijn immers lager dan in de buurlanden. Volgens een Europese studie bedraagt het armoederisicopercentage voor 65-plussers in ons land 18,4% tegenover 14,9% in Duitsland, 8,7% in Frankrijk en 5,5% in Nederland. In de gehele EU is het 13,8%. (5) Waarom ligt het risico op armoede in Nederland zo laag? Omdat een gemiddeld pensioen er 400 euro per maand hoger ligt dan in ons land (6).

    De maatregelen die nu genomen worden om SWT te beperken en bovendien SWT’ers beschikbaar voor de arbeidsmarkt te maken, zullen ervoor zorgen dat de pensioenen verder naar beneden gaan. Dit gebeurt ondanks de stijgende productiviteit tijdens onze loopbaan. In plaats van ouderen tot armoede te veroordelen, moet er dringend werk gemaakt worden van een verhoging van de pensioenen tot 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1.500 euro per maand.

    In plaats van te werken tot we erbij neervallen, moet het brugpensioen behouden blijven en mag er geen verhoging van de pensioenleeftijd komen. Geef jongeren een toekomst, gun ouderen rust. Verder is er nood aan een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen om het beschikbare werk te verdelen en om de werkdruk te verlagen.

    Is dit onbetaalbaar? We zijn nog nooit zo productief geweest en er was nog nooit zoveel rijkdom. Er zijn middelen, maar die worden vandaag niet geburikt voor sociale noden. Een herverdeling van de rijkdom zullen we niet bekomen door het vriendelijk te vragen en al helemaal niet met symbolische doorkijktaksen en andere aankondigingsmaatregelen die gemakkelijker omzeild zullen worden dan opgelegd. Wat we niet zelf met de gemeenschap controleren, kunnen we moeilijk herverdelen. De sleutelsectoren van de economie zullen in publieke handen moeten komen zodat we kunnen beslissen hoe de door ons geproduceerde rijkdom wordt aangewend.

    Voetnoten

    1. Cijfers van de FOD Economie: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/belgische_arbeidsmarkt_1983-2013.jsp
    2. http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.1701460
    3. Trends op de Belgische arbeidsmarkt. http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/belgische_arbeidsmarkt_1983-2013.jsp
    4. Healthy life years and life expectancy at birth, by sex, http://ec.europa.eu/eurostat/data/database
    5. armoedebestrijding.be/cijfers_ouderen.htm
    6. Cijfers van Delta Lloyd: http://www.kapitalevragen.be/2013/gemiddeld-pensioen-in-belgie-versus-buitenland/

     

  • Geef jongeren werk, gun ouderen rust!

    brugpensioenZelfs een evident ‘advies’ als dat van het akkoord tussen de sociale partners dat wie vandaag met brugpensioen is niet langer ‘beschikbaar’ moet zijn voor de arbeidsmarkt, ligt moeilijk bij de provocatieregering.

    Dat tienduizenden bruggepensioneerden nieuwe jobs zouden moeten aanvaarden, lijkt voor de regering logisch maar is dat absoluut niet. Velen gingen op brugpensioen omdat ze weg gesaneerd werden of omdat de werkdruk een verder functioneren onmogelijk maakte. Het is geen toeval dat het aantal arbeidsongeschikte oudere werknemers de afgelopen jaren fors is toegenomen.

    Ook stelt zich de vraag welke jobs die bruggepensioneerden dan zouden krijgen en aan welke voorwaarden. Met rechtse partijen aan de macht die een probleem hebben met de impact van anciënniteit op de loonvorming, weten we dat het wat de regering betreft ook aan veel lagere lonen moet kunnen. Dat het pensioen uiteindelijk op de lonen van de laatste loopbaanjaren wordt berekend, zal wel een detail zijn voor de dames en heren neoliberalen.

    De vakbonden stellen terecht dat het opleggen van een beschikbaarheid voor bestaande bruggepensioneerden een contractbreuk vormt. In de Groep van 10 van werkgevers en vakbonden werd een akkoord gesloten om wie op 31 december 2014 op SWT was en oudere werklozen die een vrijstelling hadden niet te onderwerpen aan passieve of actieve beschikbaarheid. Vanaf 1 januari 2015 geldt dan een passieve beschikbaarheid met een aantal vrijstellingen voor bepaalde categorieën.

    Enthousiast kunnen we niet zijn over dit akkoord. Het doet denken aan het overleg van de afgelopen jaren waarbij de sociale afbraak mee onderhandeld wordt en maatregelen als beschikbaarheid van bruggepensioneerden verzacht worden door de toepassing ervan voor zich uit te schuiven. Samen met de verhoging van de pensioenleeftijd en de verstrenging van de voorwaarden voor SWT, wordt ook met dit akkoord verder geraakt aan de positie van oudere werkenden. Maar zelfs dat gaat niet ver genoeg voor de neoliberale provocateurs in de regering.

    Ouderen werken langer, jongeren zijn langer werkloos

    Dat bruggepensioneerden, tegenwoordig ‘swt’ers’ (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag), verplicht kunnen worden om een nieuwe job te aanvaarden, zat eigenlijk al in het Generatiepact ingebakken. Toen werd bepaald dat elke bruggepensioneerde jonger dan 58 jaar beschikbaar moest blijven voor de arbeidsmarkt. Nu wil de regering die maatregel uitbreiden.

    Zelfs de werkgevers moeten echter erkennen dat ze niet staan te springen om ouderen aan te werven. Een patronale hardliner als Karel Van Eetvelt van Unizo, stelt dat de regering de afspraak tussen de sociale partners best kan volgen en steunt dus de vraag om de beschikbaarheid van SWT’ers te beperken. Opmerkelijk, want in 2009 pleitte Van Eetvelt er nog voor om het brugpensioen “zo snel mogelijk te verbieden”.

    De vorige maatregelen om ouderen langer aan de slag te houden, hebben de gemiddelde leeftijd waarop werkenden uit de arbeidsmarkt treden verhoogd. Het zorgde voor een veel hogere werkgelegenheidsgraad (de verhouding tussen de werkende bevolking en de bevolking in de beroepsactieve leeftijd) onder 55-64-jarigen. Tussen 2000 en 2013 was er een stijging van 26,3 naar 41,7%. (1) In dezelfde periode bleef de totale werkgelegenheidsgraad min of meer stabiel met een lichte stijging. De enige daling was bij jongeren (15-24 jaar) waar de werkgelegenheidsgraad afnam van 29% tot 24%. Kortom, de ouderen werken langer en dit gaat ten koste van het aantal jobs voor jongeren. Jongeren kunnen hun toekomst niet uitbouwen, terwijl ouderen verplicht aan de slag moeten blijven terwijl ze vaak  niet meer kunnen. Afgelopen zomer werd nog bekend dat het aantal arbeidsongeschikte oudere werkenden (50-plus) op vijf jaar met 20% is toegenomen (2).

    Sinds het begin van de crisis in 2008 is de jongerenwerkloosheid gestegen van 18% tot 23,7% in 2013. (3). Jongeren blijven dus langer werkloos. Zou het niet logisch zijn om eerst de jongeren aan werk te helpen in plaats van de ouderen te laten werken tot ze erbij neervallen?

    Neoliberalen willen geen enkele toegeving!

    Het akkoord van de Groep van Tien ligt zowel bij N-VA als Open Vld erg moeilijk. De regering wil nog aanpassingen doen en bestempelt het akkoord als een ‘advies’. De dreiging van acties wordt afgedaan als ondemocratisch. Voormalig docent recht Edgard Van de Velde schrijft vandaag in een opiniestuk in De Morgen: “De kiezer heeft gesproken, de vakbond doet hem zwijgen”. Daarin vraagt hij zich af: “Het ABVV dreigt met actie tenzij de regering het akkoord van de Groep van Tien over het brugpensioen integraal overneemt (DM 4/3 en 5/3). Is in dit land de regering nog eindverantwoordelijke voor het beleid, of hebben we de democratie vaarwel gezegd?”

    Het beperken van democratie tot een stembusgang om de vier jaar waarbij die campagne doorgaans wordt gedomineerd door nietszeggendheid geproduceerd door reclamebureaus, is een wel erg restrictieve visie. Zeker als die visie dan nog beperkt wordt tot verkiezingsresultaten die de neoliberale besparingspartijen zelf goed uitkomen, zo was minister Van Overtveldt (N-VA) er snel bij om de Griekse bevolking het recht op een antibesparingsbeleid te ontzeggen ondanks een duidelijke verkiezingsuitslag.

    Voor de neoliberalen moet het sociaal overleg zich beperken tot “naar elkaar luisteren”. Wellicht om vervolgens toch gewoon de geplande aanvallen in te zetten. De vakbonden mogen hun bekommernissen op tafel leggen om er vervolgens geen rekening mee te houden en tegelijk de bonden een actieverbod op te leggen omdat ze toch betrokken partij waren in het ‘overleg’. CD&V pleitte ervoor om wel rekening te houden met de sociale partners. De onenigheid in de regering blijft zich afspelen rond wat we in maandblad ‘De Linkse Socialist’ samengevat hebben als “To Thatcher or not to Thatcher, that’s the question”.

    Verzet nodig

    Het eerste actieplan heeft de regering doen wankelen. Het zal erop aankomen om de acties verder te zetten om de regering te doen vallen. Zal de militantenconcentratie van komende woensdag het begin van een tweede actieplan vormen?

    Het zal nodig zijn want deze regering zal niet stoppen bij de reeds geplande aanvallen. Telkens wordt nog een stap verder gegaan in de provocaties en aanvallen. Ofwel laten we deze regering doen en geven we onze levensstandaard prijs, ofwel gaan we in verzet wat er op neerkomt dat de regering weggestaakt wordt. Het potentieel hiervoor is aanwezig, dat zagen we tijdens het eerste actieplan.

    Werkgevers en regeringspartijen waarschuwen dat nieuwe stakingsacties de economie pijn doen en de gemeenschap veel kosten. Wat die ‘kosten’ van een staking betreft, moeten we duidelijk zijn. De staking die de samenleving het meeste raakt, is de staking van investeringen. “Belgische bedrijven zitten op 240 miljard euro”, titelde Trends op 6 november. Op Europees niveau gaat het om een triljoen euro, dat is 1.000 miljard. In de VS om 4.200 miljard dollar. Deze patronale staking treft de gemeenschap, het is een bewuste keuze om de geproduceerde rijkdom niet opnieuw te investeren.

    Iedereen weet dat als bedrijven middelen opstapelen in plaats van te investeren, dit komt omdat het doel niet is om werk te creëren of de tekorten aan te pakken. De samenleving kan de allerrijksten gestolen worden. Het enige doel dat nagestreefd wordt, is een steeds grotere opeenstapeling van winsten en een accumulatie van kapitaal. We moeten het privaat bezit van de productiemiddelen in vraag stellen. Laat ons de bedrijven zelf in handen nemen, laat ons het bezit en het democratische beheer ervan overnemen. Dat zou de basis vormen voor een samenleving waarin de productie gericht is op de behoeften van de meerderheid en niet de winsten van een kleine minderheid.

     

    Noten 

    1. Cijfers FOD Economie: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/belgische_arbeidsmarkt_1983-2013.jsp
    2. http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.1701460
    3. Eveneens cijfers van de FOD Economie: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/belgische_arbeidsmarkt_1983-2013.jsp
  • Patronaat in aanval op brugpensioen in industrie

    Artikel door Geert Cool uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’

    Bij de onderhandelingen over collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) in de bedrijven was er heel wat ongenoegen over het gebrek aan loonsverhogingen. Bij offensieve aanvallen van het patronaat op de regeling voor brugpensioen kwam het tot stakingsacties bij onder meer Agfa Gevaert in Mortsel en ArcelorMittal in Gent.

    Agfa

    Bij Agfa Gevaert wordt opnieuw winst geboekt, in 2013 een nettowinst van 49 miljoen euro. De gespecialiseerde pers schrijft dat toe aan de stopzetting van het medische plan van Amerikaanse gepensioneerden en andere besparingsmaatregelen. Topman Reinaudo, zelf goed voor een jaarloon van 1,8 miljoen euro, wil nu ook in ons land besparen op de gepensioneerden en meer bepaald op bruggepensioneerden.

    Bij de onderhandelingen voor een cao hielden de bonden het op een nul-cao: het behoud van alle bestaande verworvenheden zonder die uit te breiden. De directie was echter vastberaden en eiste inleveringen van het personeel. De bestaande regeling voor brugpensioen werd onder vuur genomen. Voorheen was het mogelijk om op 56 jaar op brugpensioen te vertrekken met een opleg van Agfa. Die opleg wilde de directie fors beperken, waardoor een bruggepensioneerde ongeveer 600 euro per maand moet inleveren.

    Een 56-jarige arbeider van Agfa verklaarde daarover in de krant De Tijd: “We worden ruim betaald, niet voor ons ‘schoon’ ogen maar omdat we het verdienen. We werken in het donker, tussen het vergif. Ik word vergoed omdat ik morgen blind kan zijn. Ik werk sinds mijn 19de in ploegen, ik heb mijn steentje aan de maatschappij bijgedragen.”

    De arbeiders gingen in staking en stemden een voorstel van de sociaal bemiddelaar met grote meerderheid weg. Na twee weken staking was er een nieuw voorstel met beperkte verbeteringen voor de arbeiders. Nog steeds stemde 56,34 procent van de arbeiders tegen. Het werk was inmiddels hervat en er was geen tweederde meerderheid tegen. De opeenvolgende stemmingen en de staking geven aan dat het hoog zit bij de arbeiders. Jarenlang hard werken met stelselmatige verhogingen van de productiviteit terwijl op sociale verworvenheden wordt bespaard. Dat wordt niet zomaar aanvaard!

    ArcelorMittal

    Bij ArcelorMittal in de Gentse kanaalzone, het vroegere Sidmar, kwam de directie eveneens met offensieve eisen bij de cao-onderhandelingen. De leeftijd voor brugpensioen zou een half jaar opgetrokken worden en de opleg van het bedrijf bovenop de werkloosheidsvergoeding bij brugpensioen werd verlaagd. Als kers op de patronale taart werd dan nog eens voorgesteld om de productiepremies te beperken. Er werd twee keer over het voorstel gestemd en telkens stemde zowat 80% van de arbeiders tegen. Bij het ter perse gaan van deze krant was de staking nog bezig, voor updates kan je op socialisme.be terecht.

    Verdedig het brugpensioen!

    In beide gevallen werd de afgezaagde argumentatie tegen brugpensioenen opnieuw bovengehaald. Op 56 of 56,5 jaar vertrekken zou onaanvaardbaar zijn op een ogenblik dat het brugpensioen meer en meer afgebouwd wordt en we langer leven. Na de theoretische argumentatie zien we nu wat het in de praktijk betekent. Voor arbeiders die in shiften hebben gewerkt, soms met gevaarlijke stoffen en soms met zwaar fysiek werk, is het niet haalbaar om te werken tot 65. Of moeten ze werken tot ze er letterlijk bij neervallen? En zal dan nog eens geklaagd worden over het feit dat er meer afwezigheid door ziekte is?

    Een algemene arbeidsduurvermindering tot 32 uur per week moet ook gepaard gaan met het verlagen van de werkdruk. Het moet ook aangegrepen worden om de shiftarbeid te humaniseren. Daarnaast verdedigen we het recht op brugpensioen. Nu blijkt dat de beperkingen van de mogelijkheden inzake vervroegd pensioen leiden tot onhaalbare situaties, is het hoog tijd dat deze beperkingen worden ingetrokken.

  • Rijkelijke afscheidspremies voor politici

    Bij elk sociaal plan na een collectieve afdanking huilen er wel enkele neoliberale wolven over de verspilling. Brugpensioen vinden ze schandalig en opzegvergoedingen – eigenlijk oprotgeld – al evenzeer. De arbeidsmarkt is toch flexibel geworden, beweren ze, en ze hebben het over ‘flexicurity’ om de afbraak van de sociale zekerheid te verdoezelen.

    Deze retoriek stopt abrupt op het ogenblik dat de eigen ontslagregelingen aan de orde zijn. Kamervoorzitter Flahaut maakte bekend dat 3,1 miljoen euro opzijgezet is om vertrekpremies van parlementsleden die niet herverkozen raken te betalen. Dat lijkt misschien beperkt, maar indien de verwachting van Flahaut dat een derde van de 150 Kamerleden niet terug komt klopt, dan spreken we over 62.000 euro per parlementslid.

    Dit systeem is dan al aangepast, in plaats van een afscheidspremie van vier jaar (riant) loon zullen de parlementsleden het moeten stellen met twee jaar loon. Ter vergelijking: met het nieuwe eenheidsstatuut is een anciënniteit van drie jaar verschuldigd om aan drie maanden opzegtermijn te geraken. Een opzegvergoeding van twee jaar is zo goed als onmogelijk voor wie onder de regels van het eenheidsstatuut begint te werken. Na 30 jaar kom je aan 1 jaar en vier maanden.

    Voor veel politici ging het eenheidsstatuut niet ver genoeg, maar voor henzelf vinden ze een beperking tot twee jaar schandalig. Kamervoorzitter Flahaut verklaarde vandaag in De Standaard: “Sommigen hebben mij gezegd, als het zo zit doe ik niet meer voort. Dat betekent natuurlijk een verlies aan ervaring in het parlement.” Dat parlementsleden tot 30 juni 2014 nog op 55 jaar op pensioen kunnen, als ze 20 jaar parlementslid zijn geweest, draagt wellicht ook bij tot het vertrek van enkele parlementairen. Voor diegenen die nu niet meer verkozen raken, blijft het ‘brugpensioen’ op 55 jaar mogelijk. Nadien wordt de leeftijdvereiste naar 62 jaar opgetrokken.

    Als het over onze jobs en sociale bescherming gaat, kan het niet streng genoeg zijn. Maar aan hun eigen privileges raken vinden ze onaanvaardbaar. Het maakt ook nogmaals duidelijk hoe ver hun leefwereld van die van ons staat. Hun leefwereld is die van de toplui met gouden parachutes en speculatieve bonussen waar uiteindelijk de gemeenschap, wij dus, voor moet opdraaien. Het is niet verwonderlijk dat heel wat van die bruggepensioneerde politici bijklussen in raden van bestuur van grote bedrijven.

  • SP.a voert campagne met asociale aanval op brugpensioen

    Alle partijen zijn enthousiast over het voorstel van SP.a om de loopbaanvereiste voor pensioen op te trekken tot 42 jaar en meteen alle stelsels van vervroegd pensioen af te schaffen. De SP.a staat al langer vooraan in het aanvoeren van de aanvallen op de pensioenen en brugpensioenen. De partij wil nu campagne voeren met een strenger voorstel dan wat destijds voor het Generatiepact werd voorgesteld.

    Om de pensioenen en brugpensioenen aan te pakken, wordt steeds discussie gevoerd over zowel de leeftijd als de loopbaanvereiste. In 2005 kwam minister Freya Van Den Bossche (SP.a) in de nota ‘Actief Ouder Worden’, de voorloper van het Generatiepact, met het voorstel om vervroegde pensionering pas mogelijk te maken na een loopbaan van 40 jaar. De aanvallen op het brugpensioen leidden tot grootschalig vakbondsprotest. Vandaag stelt Bruno Tobback voor om alle stelsels van vervroegde pensionering af te schaffen en de loopbaanvereiste voor pensioen op 42 jaar te brengen. Kortom, er wordt nog een stap verder gegaan in de aanval op onze pensioenrechten.

    De loopbaanvereiste wordt doorgaans gebruikt om te verbergen dat de pensioenleeftijd van 65 jaar eigenlijk aan de kant wordt geschoven. Om te vermijden dat de pensioenleeftijd voor iedereen op hetzelfde ogenblik wordt opgetrokken, wordt naar de loopbaanvereiste gegrepen. Het doel is hetzelfde: een algemene verhoging van de pensioenleeftijd. Maar er wordt gehoopt dat een optrekking ervan via de loopbaanvereiste algemeen protest wat kan afzwakken.

    Alle gevestigde partijen pleiten voor een dergelijke aanval op de pensioenen. Zo pleit CD&V voor een loopbaan van 45 jaar. Dan kan enkel wie voor zijn twintigste werk vond en steeds bleef werken op 65 jaar op pensioen. De liberaal Luc Coene (VLD’er en gouverneur van de Nationale Bank) stelde onder applaus van N-VA al voor om werklozen geen pensioenrechten meer te laten opbouwen. Als SP.a vandaag pleit voor een loopbaanvereiste van 42 jaar, en vanaf 2030 ‘wellicht’ 43 jaar, is het een verslechtering van de bestaande regeling en een wel erg flauwe poging om de nog asocialere voorstellen van de neoliberale collega’s wat af te zwakken.

    Het is geen toeval dat alle gevestigde partijen positief reageerden op het voorstel van Bruno Tobback. Ook Groen deed dit, die partij pleitte eerder al voor een loopbaanvereiste van 42 jaar maar wel met het behoud van de wettelijke leeftijd van 65 jaar. Minister van Pensioenen De Croo stelde dat het belang van de loopbaanduur nu al toeneemt. Kortom, hij bevestigde dat het voorstel van de SP.a verder bouwt op het asociale beleid dat eerder door onder meer SP.a in gang werd gezet.

    Voorzitter Bruno Tobback wil met het oog op de verkiezingen een aantal voorstellen doen voor de hervorming van de sociale zekerheid. Er wordt daarbij zelfs verwezen naar de campagne die zijn vader in 1995 voerde, toen de SP naar de kiezer trok met de slogan ‘Uw sociale zekerheid’. Waar de SP 20 jaar geleden zich op hypocriete wijze probeerde op te werpen als de verdedigers van het bestaande stelsel van sociale zekerheid, wordt dit vandaag zonder enige gêne overboord gegooid en wordt de campagne gekoppeld aan voorstellen om de sociale zekerheid af te bouwen.

    De SP.a stond mee vooraan in het doorvoeren van het Generatiepact, een aanval op onder meer het brugpensioen. De afgelopen jaren is fors gesnoeid in de mogelijkheden van vervroegd pensioen, van het onderwijs over de ambtenaren in het algemeen tot de private sector, overal werd de leeftijd voor vervroegd pensioen opgetrokken. Deze aanval werd gekoppeld aan het optrekken van de loopbaanvereiste. In plaats van na 35 jaar werken op 60 jaar recht te hebben op vervroegd pensioen, wordt dit straks pas mogelijk na 40 jaar werken en vanaf 62 jaar. Voor statutairen werd de loopbaanvereiste eerst naar 38 jaar opgetrokken en wordt het binnenkort 40 jaar. Het voorstel dat SP.a nu doet is een verdere aanval op het brugpensioen. Alle stelsels van vervroegd pensioen moeten voor de partij verdwijnen, met enkel voor zware beroepen specifieke uitzonderingen.

    Tobback erkent meteen dat zijn voorstel een besparingsoperatie is: “Voor zover je dat kan berekenen, gaat het om 1 à 1,5 procent van het bbp minder stijging van de pensioenkost in de komende jaren.” Het doel is volgens minister De Coninck om mensen langer aan de slag te houden. Het Generatiepact zorgde voor een grote kloof tussen vakbondsmilitanten en partij, vandaag wil SP.a campagne voeren met de belofte van een nog asocialere versie van het Generatiepact. Dat alle andere neoliberalen er positief op reageren, is een teken aan de wand. Langs de linkerzijde zal het de ruimte groter maken, de roep naar een linkse vertegenwoordiging in het parlement zal er luider door worden.

    Tegelijk moeten de voorstellen van Tobback tot waakzaamheid in syndicale kringen leiden. Als de grote partijen het voor de verkiezingen al eens zijn over het feit dat er aanvallen komen en de discussie zich beperkt tot hoe ver die aanvallen zullen gaan, dan mogen wij niet wachten om de verdediging te organiseren. Of laten we ons nogmaals in slaap wiegen en tijd verliezen met argumenten als het ‘minste kwaad’?

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop