Your cart is currently empty!
Tag: Barcelona
-
Links bestuur in Barcelona haalt overwinning rond huisvesting. Hoe de dwangbuis van besparingen doorbreken?

De burgemeester van Barcelona, Ada Colau Na de crisis van 2008 werd de Spaanse staat overspoeld door een golf van strijd. Er waren de indignado’s, algemene stakingen en tal van sociale bewegingen. Dit leidde tot de opkomst van Podemos en linkse eenheidslijsten (van Podemos, Verenigd Links en vertegenwoordigers van sociale bewegingen). Ada Colau werd de eerste vrouwelijke burgemeester van Barcelona en bovendien de eerste die uit de sociale bewegingen kwam. Ze was lijsttrekker van Barcelona En Comú (Barcelona Samen). Voordien was ze woordvoerder van het platform tegen uithuiszettingen (PAH). De lokale verkiezingsoverwinningen van linkse eenheidslijsten in 2015, onder meer in Barcelona en Madrid, vormden een belangrijke stap vooruit in het verzet tegen de besparingen.
Artikel door Marisa Cabal Cabeza, kandidaat voor Gauches Communes in Sint-Gillis
Feministisch bestuur
Het stadsbestuur nam deel aan de historische staking en betogingen voor vrouwenrechten op 8 maart. Colau legde uit dat geweld en seksistische discriminatie niet kunnen herleid worden tot slechte opvoeding en onderwijs, maar dat het gaat om structurele problemen in dit systeem, de instellingen en de economie. Ze voegde eraan toe dat de staking duidelijk maakte dat er onderdrukten zijn maar ook geprivilegieerden die voordeel halen uit seksisme. De campagne ROSA is het daarmee eens: we moeten het verband leggen tussen seksisme, besparingen en kapitalistische uitbuiting.
Het bestuur verdriedubbelde de middelen voor sociale hulp in de schoolkantines, er kwamen sociale tarieven voor publieke kinderopvang en vanaf volgend schooljaar komen er drie crèches bij met 217 plaatsen. Het geeft aan wat een links bestuur kan doen om de dubbele dagtaak van vrouwen aan te pakken. Met Gauches Communes in Sint-Gillis eisen we 30 nieuwe crèches om het nijpend plaatsgebrek aan te pakken. We eisen ook dat de gemeente gratis maaltijden op school voorziet. De bijkomende plaatsen in Barcelona zijn positief, maar dit volstaat niet. Momenteel vindt 43% van de gezinnen geen plaats in de publieke kinderopvang.
Overwinning rond sociale huisvesting
De huurprijzen in Barcelona bereiken recordhoogtes. Elke dag worden gemiddeld 10 mensen uit hun huis gezet. Blackstone, een aasgierenfonds op de vastgoedmarkt, is een van de belangrijkste verantwoordelijken hiervoor. In 2013 verkocht het stadsbestuur van Madrid meer dan 1.800 sociale woningen aan Blackstone, dat hierdoor de grootste huizeneigenaar van het land werd. Een jaar later verkocht de Catalaanse bank Caixa Catalunya, die eerder met 12 miljard euro publieke middelen gered werd, maar liefst 40.000 toxische hypotheken (waarvan terugbetaling erg onzeker is) aan Blackstone. De bank ontdeed zich van toxische activa terwijl Blackstone de huizen inpikt van wie de hypotheek niet meer kan betalen.
Op 14 juni pleegde een 43-jarige man zelfmoord toen zijn gezin met uitzetting bedreigd werd omdat het de huur aan Blackstone niet kon betalen. Het leidde tot betogingen onder de slogan: “Dit zijn geen zelfmoorden, maar moorden.” Onder druk van het protest keurde het stadsbestuur op 17 juni een nieuwe maatregel goed: bouwpromotoren moeten 30% van nieuwe huisvesting en renovaties voorbehouden voor sociale huurprijzen. Dat is een belangrijke overwinning die aantoont hoe stappen vooruit kunnen gezet worden: door een krachtsverhouding op straat uit te bouwen.
Regels opleggen aan de private sector is mogelijk, maar het doet geen afbreuk aan de noodzaak om sociale huisvesting drastisch uit te breiden. Op twee jaar tijd zorgde het bestuur van Barcelona voor 750 nieuwe sociale wooneenheden en er werden leningen aangegaan voor nog eens 2.000. Dat is nooit gezien in Barcelona. Maar het blijft onvoldoende: slechts 1,5% van de huisvesting in Barcelona is sociaal. Wij zijn het eens met het Platform tegen Uithuiszettingen (PAH): dit moet naar 20% van de huisvesting om een reële druk te zetten op de private huurmarkt. Met Gauches Communes in Sint-Gillis pleiten we voor 3.000 nieuwe sociale wooneenheden. In een stad als Barcelona zijn er 120.000 nodig!
De strijd om water
De waterdistributie in Barcelona is in handen van Agbar, een dochter van het Franse Suez. Een basisbehoefte als water moet in publieke handen zijn. Ada Colau stelde de gemeenteraad voor om na te gaan hoe een publieke en democratische waterdistributie kan georganiseerd worden. Dit project zit echter vast: alle waterbedrijven houden het tegen, ook al is tot 70% van de bevolking voor.
Wijkbewoners, vakbonden en milieuorganisaties hebben rond de waterdistributie een platform opgezet. De mobilisatie is echter nog niet van dezelfde omvang als rond huisvesting waardoor de druk niet volstond om tot een meerderheid in de gemeenteraad te komen.
Voor een front van rebelse steden
Er zijn linkse besturen in Madrid, Cadix, Zaragossa, La Coruna, … Deze verkozen posities kunnen gebruikt worden om een front van rebelse gemeenten uit te bouwen. Kinderopvang, huisvesting, … zijn overal een groot probleem. Door samen te gaan voor begrotingen die vertrekken van wat nodig is en daar een actieve mobilisatie van de bevolking aan te koppelen, is het mogelijk om de strijd voor meer publieke middelen aan te gaan en zo werk te maken van een sociaal beleid dat vandaag verhinderd wordt door het financiële keurslijf dat aan de gemeenten wordt opgelegd.
-
Links aan de macht. De ervaring van Barcelona
In mei 2015 kwamen in Spanje verschillende gemeentebesturen aan de macht op basis van linkse eenheidslijsten. Dit was onder meer het geval in Barcelona en Madrid. De basis voor het succes bij de verkiezingen lag bij de mobilisaties tegen het besparingsbeleid na de crisis van 2008. De economische moeilijkheden werden versterkt door de besparingen en zorgden voor een enorm ongenoegen. Dit leidde in 2011 tot de beweging van de ‘indignados’ (verontwaardigden), bewegingen voor de verdediging van de openbare diensten en drie algemene 24-urenstakingen in 2012 en 2013.Artikel door Marisa (Brussel), geschreven voor het referendum van 1 oktober en de ontwikkelingen daarna
Het PAH, Platform van Slachtoffers van Hypotheekkredieten, werd een sociale beweging die in heel de Spaanse staat sterk stond. Het platform komt op voor het recht op huisvesting op een ogenblik dat de immobiliënzeepbel spat. De woordvoerder van PAH, Ada Colau, trok de lijst ‘Barcelona en Comú’ bij de lokale verkiezingen. Aan die eenheidslijst namen zowel Podemos als Izquierda Unida (IU, Verenigd Links) deel.
Een plan tegen armoede
Eén van de centrale elementen in het programma van Barcelona en Comú bestaat uit de strijd tegen armoede: uithuiszettingen stoppen, publieke basisdiensten herstellen, een sociaal noodplan voor de allerarmsten en een verlaging van de lonen van de verkozenen tot maximum 2.200 euro per maand. Ada Colau werd in 2015 verkozen als burgemeester van Barcelona, de eerste vrouw en de eerste burgemeester die niet tot een traditionele partij behoort. Het is een belangrijke stap vooruit omdat het duidelijk maakt dat we in de strijd tegen besparingen kunnen winnen. De overwinningen van de linkse eenheidslijsten in de lokale verkiezingen van 2015 zouden mee leiden tot Unidos Podemos, de eenheidslijsten van Podemos en IU in de parlementsverkiezingen van 2016.
De ervaring van onder meer Barcelona is belangrijk voor de linkerzijde in heel Europa. Na de helft van de termijn zijn er heel wat positieve maatregelen doorgevoerd. Zo is er in de strijd tegen ondervoeding van kinderen drie keer meer geld vrijgemaakt voor sociale bijstand en maaltijden op school. Er kwam steun voor eenoudergezinnen en gezinnen in armoede met kinderen jonger dan 16 jaar. De kost voor kinderopvang neemt af met 62%. De centrale regering in Madrid onderneemt niets om vluchtelingen te verwelkomen, waardoor Barcelona zichzelf uitgeroepen heeft tot “gastvrije stad” waar asielzoekers en al wie geen hulp van de overheid krijgt welkom is.
Strijd voor betaalbare huisvesting
Het stadsbestuur heeft een bemiddelingsdienst opgezet voor mensen die hun huisvesting dreigen te verliezen. Er was in 2016 een afname van het aantal uithuiszettingen met 8%. Het aantal gevallen waar de stad tussenkwam en een oplossing vond, is verdubbeld. Die cijfers geven echter ook aan dat de uithuiszettingen niet gestopt zijn: er zijn er nog steeds gemiddeld 8 tot 10 per dag. Volgens PAH is er een verschuiving in de redenen voor uithuiszetting: in 93% gaat het om achterstand met de huur en niet met de hypotheek. De speculatie heeft geleid tot enorm hoge huurprijzen. Ook wie werk heeft, is vaak niet in staat om de hogere huurprijs op het einde van een contract op te hoesten. Toerisme is belangrijk voor de inkomsten en de werkgelegenheid, maar de massale omvang ervan en misbruik met praktijken als Airbnb dragen bij tot de opwaartse druk van de huurprijzen.
De komende 10 jaar wil het stadsbestuur 18.500 betaalbare wooneenheden creëren. De afgelopen twee jaar kwamen er 750 bij en er is al een krediet van 125 miljoen euro bij de Europese Investeringsbank om 2.200 publieke huurwoningen te bouwen. Geen enkel ander bestuur realiseerde een dergelijke uitbreiding van de sociale huisvesting. Maar het volstaat niet om de tekorten op te vangen. Het PAH publiceerde recent een rapport waarin het positief is over de vooruitgang op vlak van bemiddeling tegen uithuiszettingen, maar waarin het tegelijk verklaart dat het beleid van de vroegere woordvoerder van het platform onvoldoende is. Het platform eist dat het aandeel van sociale huisvesting opgetrokken wordt van de huidige 1%, een historisch opgebouwd tekort, tot 15%. Dit betekent dat er de komende tien jaar 120.000 nieuwe sociale wooneenheden nodig zijn of meer dan 10.000 per jaar. Het stadsbestuur komt niet in de buurt van dat aantal.
Wij zijn het eens met het PAH. Een drastische uitbreiding van de sociale huisvesting is de beste manier om een neerwaartse druk te zetten op de huurprijzen op de private markt. Een drastische uitbreiding van de sociale huisvesting laat bovendien toe om degelijke jobs met goede lonen en arbeidsvoorwaarden te creëren in de bouwsector. Enkel op deze manier kan de vermarkting en speculatie van huisvesting gestopt worden. De stad kan zich ook uitroepen tot “zone zonder uithuiszettingen” waarbij banken die tot uithuiszettingen overgaan geboycot worden en waarbij de massale steun van de bevolking wordt gemobiliseerd om de uitvoering van uithuiszettingen onmogelijk te maken.
Het recht op water en energie garanderen
Een ander probleem waarmee het gemeentebestuur geconfronteerd werd, was het toepassen van het plan tegen energie-armoede. In de openbare aanbesteding (tendering) voor de elektriciteitsbevoorrading van de stad had Ada Colau een sociale clausule toegevoegd om de leverancier te verplichten om de helft van de kost voor het oplossen van energie-armoede te dragen. De twee grootste energiebedrijven (Endesa en Gas Natural Fenosa) beslisten hierop om geen aanbod te doen en bovendien een proces te beginnen wegens ‘inbreuk op de vrije concurrentie.’ De openbare aanbesteding zat hierdoor vast en het minimale sociale programma werd geblokkeerd door de wetten die de concurrentie en eigenlijk vooral de winsten beschermen.
Het maakt duidelijk dat we ons niet moeten richten op de goede wil van private bedrijven om zelfs maar een kleine sociale maatregel te nemen. Zelfs als er beperkingen worden opgelegd, dan nog vinden bedrijven duizenden manieren om eraan te ontsnappen. De stad besliste om een publiek energiebedrijf op te zetten met hernieuwbare energie: Barcelona Energia. Maar eens te meer werd de wet op de concurrentie ingeroepen om de impact ervan te beperken: de publieke sector mag niet meer dan 20% van de totale markt in handen hebben. Het publieke energiebedrijf mag enkel elektriciteit leveren aan de publieke administratie en aan 20.000 gezinnen.
Vandaag maken private bedrijven grote winsten op basis van diensten die als fundamentele rechten voor de bevolking zouden moeten gelden. De enige manier om die dienstverlening centraal te stellen, is door de hele sector in publieke handen te nemen met democratische controle en beheer door de gemeenschap. Het stadsbestuur wilde de watervoorziening in publieke handen nemen. Dat gebeurt niet zonder verzet van Agbar, het private waterbedrijf van Barcelona, dat aankondigde een schadevergoeding van 1 miljard euro te eisen indien het bestaande contract wordt opgezegd.
De beperkingen overstijgen
Als alle regels en beperkingen van het systeem aanvaard worden, is het quasi onmogelijk om diensten in publieke handen te nemen. Ondertussen zijn er voor privatiseringen en uitbestedingen tal van mogelijkheden. Om de strijd te winnen, zal het stadsbestuur buiten de instellingen moeten treden en zich baseren op de kracht van de massa’s. Door haar verleden als woordvoerder van het PAH kent Ada Colau de kracht van de beweging als deze vastberaden strijdt tegen onrechtvaardige wetten. We betreuren dat ze de voorbije periode geen gebruik maakte van die kracht om de obstakels voor de realisering van haar programma te overwinnen. De maneuvreerruimte binnen het kader van de wettelijke begroting is erg beperkt en laat slechts enkele dringende sociale maatregelen toe. Om een massaal publiek investeringsplan in huisvesting, openbare diensten, hogere lonen en arbeidsvoorwaarden, … te realiseren, moeten de budgettaire beperkingen verworpen worden.
‘Barcelona en Comú’ geeft er momenteel de voorkeur aan om met de Socialistische Partij van Catalonië (PSC) een bestuurscoalitie te vormen. Wij denken dat er voor het realiseren van het antibesparingsprogramma van Ada Colau een confrontatie nodig is met recht, de werkgevers, de regionale en de centrale regering. De sociaaldemocraten van de PSC zullen daar nooit toe bereid zijn. Het is niet gemakkelijk om een minderheidsbestuur te vormen, een links bestuur moet zich dan ook naar krachten buiten de gemeenteraad richten. Daar is er wel een grote meerderheid die bereid is om deel te nemen aan strijd voor concrete doelstellingen. De publieke druk en massamobilisaties zouden het bestuur toelaten om juridische betwistingen te doorstaan.
Werkenden in strijd vormen een kracht tegen besparingen
Strijd loont. Dat is wat het metro- en buspersoneel in Barcelona heeft aangetoond na twee jaar strijd met de directie. Er is een loonsverhoging bekomen bovenop een vermindering van het aantal deeltijdse en tijdelijke contracten. Een aantal arbeiders die uitbesteed waren worden terug in het bedrijf opgenomen.
Toen het linkse bestuur met wortels in de sociale bewegingen aan de macht kwam, dachten de arbeiders dat het moment gekomen was om het eerder prijs gegeven terrein te heroveren. Er was achteruitgang door besparingen op het openbaar vervoer en het personeel wilde dat ongedaan maken. We betreuren de opstelling van Colau in dit conflict: ze beschuldigde de arbeiders ervan ‘bevoorrecht’ te zijn waarbij ze verkeerde cijfers over hun lonen gebruikte om de stakers te discrediteren. De echte privileges bevinden zich bij de directie waar er lonen van meer dan 100.000 euro zijn met een opslag van 14,27% op vier jaar tijd! In dezelfde periode stagneerden de lonen van het personeel en leidde de privatisering van diensten tot de afbraak van de voorwaarden van personeel dat uitbesteed werd.
De opstelling van Colau toont de beperkingen als er wordt vertrokken van de beperkte middelen. Het leidt ertoe dat werkenden ervan beschuldigd worden een ‘elite’ te vormen waarbij hun belangen tegenover die van de armsten geplaatst worden om hen te discrediteren. Het personeel werd tegen de gebruikers uitgespeeld met de stelling dat de tarieven zouden verhogen om de eisen in te willigen. Dit zijn zware fouten en we hopen dat de burgemeester zich in het vervolg aan de kant van de strijd schaart en personeel in actie net ziet als een kracht om vooruit te gaan.
De bevolking is bereid om in actie te komen en voor betere sociale voorwaarden te strijden. In februari van dit jaar waren er een half miljoen betogers voor een beter onthaal van vluchtelingen, waarbij de hypocrisie van zowel de centrale als de regionale regeringen onder vuur werd genomen. Het linkse stadsbestuur speelde een belangrijke rol in die mobilisatie. Waarom gebruikt het stadsbestuur de kracht van sociale mobilisatie niet om ook de strijd op het lokale toneel te versterken?
Voor een front van rebelse steden tegen besparingen
Het is niet voor het eerst dat een lokaal links bestuur voor een dergelijke uitdaging staat. In 1982 becijferde Militant, de marxistische vleugel binnen het Britse Labour, dat de stad Liverpool 30 miljoen euro extra nodig had om aan de noden te voldoen. Militant stelde dat het stadsbestuur best een illegale deficitaire begroting kon indienen. Op basis van dat voorstel kon de linkerzijde binnen Labour de controle op de gemeenteraad krijgen en werd een programma van massale publieke investeringen opgestart. De strijd werd niet beperkt tot het stadhuis, er werd actief gemobiliseerd op straat, in de bedrijven en in de wijken. Op basis van stakingen en regionale stakingen dwong het stadsbestuur van de regering-Thatcher extra middelen af. Deze historische strijd toont dat het mogelijk is om overwinningen te boeken op basis van een beleid dat de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal stelt.
Het organiseren en mobiliseren van brede lagen kan besparingen stoppen. Net zoals 19 Griekse stadsbesturen weigerden om een wet toe te passen waardoor duizenden gemeentewerkers zouden afgedankt worden, kunnen de ‘steden van verandering’ (steden met een links bestuur) in de Spaanse staat de basis vormen voor een front van verzet dat zich niet neerlegt bij de wettelijke verplichtingen en de door de centrale en regionale regeringen opgelegde besparingen.
-
Rajoy en koning Felipe op protest onthaald tijdens massale betoging in Barcelona
“Jullie oorlogen, onze doden”
Afgelopen zaterdag, tien dagen na de vreselijke terroristische aanslag op de Ramblas in Barcelona en in Cambrils, betoogden een half miljoen mensen in Barcelona. Ze toonden hun afkeer en veroordeling van het terrorisme en solidariteit met de slachtoffers. De betoging voldeed evenwel niet aan de verwachtingen van de conservatieve regeringspartij PP (Partido Popular), het koningshuis en de gevestigde media.
Verslag door Esquerra Revolucionaria, onze zusterorganisatie in Catalonië
Honderdduizenden jongeren en werkenden brachten zelfgemaakte posters mee waarop slogans stonden die verder gingen dan “Wij zijn niet bang” (‘No tinc por’), de hoofdslogan van de betoging. Op de affiches kwam er veel kritiek op premier Rajoy, de koning en de oorlogen in het Midden-Oosten. Een bijzonder gevoelig punt was het feit dat de PP-regering miljoenencontracten met Saoedi-Arabië sloot voor de levering van wapens.
Vertegenwoordigers van de brandweerlieden, medisch personeel, taxichauffeurs, handelaars en maatschappelijk werkers openden de betoging onder enorm applaus van de aanwezigen. Ze werden bedankt voor hun toewijding en onbaatzuchtige hulp aan de slachtoffers en al wie steun nodig had in de momenten na de aanslag. Er was een oprechte en emotionele solidariteit met diegenen die hun eigen leven op het spel gezet hebben om anderen, gewone en onschuldige mensen, te helpen.
Het onthaal van koning Felipe VI en premier Rajoy was helemaal anders. Toen zij zich op de actie lieten zien, gebeurde dit van achter een hekken. Het ging gepaard met boegeroep. De affiches en spandoeken wezen de hypocrisie van de machthebbers af. Er waren foto’s van de koning tijdens ontmoetingen met topfiguren van het Saoedische regime, grote spandoeken langs het hele parkoers van de betoging en tal van kleine zelfgemaakte affiches. “Felipe, wie vrede wil, verkoopt geen wapens” (“Felipe qui vol la pau vergt geen ambers”), “Jullie oorlogen, onze doden”, “Stel je voor: een land dat geen wapens verkoopt”, … waren enkele van de meest voorkomende slogans.
De gevestigde media deden er eerst alles aan om niet te berichten over de sfeer op de betoging. Toen dat niet lukte, werd gesproken over een “boycot” door pro-onafhankelijkheidskrachten terwijl de betoging “eenheid” tegen het terrorisme had moeten laten zien. Alleszins bleek op de betoging in Barcelona dat jongeren en werkenden in Catalonië zich actief willen verzetten tegen terrorisme en fanatisme, waarbij ze ook beseffen waarom er een toename van terreur is. De jongeren en werkenden weten dat er in het Midden-Oosten, Irak, Afghanistan, Syrië, Jemen, … elke dag kinderen, vrouwen en mannen gedood worden in oorlogen en geweld dat door westerse regeringen wordt gesteund. Ze weten dat er achter deze oorlogen economische belangen schuilen van mensen die geen rekening houden met het leven van gewone mensen. Ze weten dat het hypocriet is om terrorisme te veroordelen en tot vrede op te roepen, terwijl er tegelijk wapens verkocht worden aan regeringen zoals die van Saoedi-Arabië, die in het verleden steun gaf aan groepen als ISIS. Ze weten ook dat Rajoy en Felipe VI als vertegenwoordigers van het establishment hiervoor verantwoordelijk zijn. Vandaar was er veel protest tegen hun aanwezigheid.
De Catalaanse premier Puigdemont had de kans om een zekere ‘oppositie’ te tonen tegen Rajoy en de koning vanwege de onderdrukking door de nationale instellingen van het referendum over Catalaanse onafhankelijk op 1 oktober. Hij haalde in de media uit naar de pogingen van de PP om de aanslag te misbruiken als excuus om het recht van de Catalanen om zelf te beslissen te betwisten. Die campagne is inderdaad schaamteloos en gaat voorbij aan het feit dat het recht van de Catalaanse bevolking om zelf te beslissen legitiem is en niets te maken heeft met jihadistisch terrorisme. Puidgemont speelt in op het gevoel van miljoenen Catalanen die het recht op zelfbeschikking verdedigen. Maar hij kan zijn opportunisme en hypocrisie niet verbergen: hij en zijn medestanders hebben geen problemen met imperialistische oorlogen, met het Europa van het kapitaal, met de contracten voor wapenhandel, met akkoorden die met het Erdogan-regime gesloten zijn om vluchtelingen uit Europa te houden, met de besparingen op gezondheid en onderwijs, met de racistische razzia’s of de uithuiszettingen. De Catalaanse regering voert hetzelfde beleid als dat van de PP in de nationale regering. Deze regering verdedigt het kapitalistisch systeem en de neoliberale recepten waar zoveel mensen zich tegen uitspreken.
“Jullie oorlogen, onze doden”
De media en het establishment deden er alles aan om de betoging van afgelopen zaterdag zo vaag mogelijk te houden. Er werd constant op gewezen dat het de eerste keer was dat Felipe VI als koning naar een betoging ging. Waar veel minder op gewezen werd, was de reactie op de aanslagen van 11 maart 2014 in Madrid. Toen kwamen honderdduizenden mensen op straat uit protest tegen de imperialistische oorlogen, tegen terrorisme en tegen de verantwoordelijkheid van het establishment hiervoor. Ook toen was er een poging om de ‘eenheid’ met het establishment centraal te stellen, waarbij dit gekoppeld werd aan een oproep om vlaggen en ideologieën er niet bij te betrekken. Dit werd krachtig verworpen door honderdduizenden betogers. Nu proberen de machthebbers hetzelfde als in 2014. Maar het pakt niet. We zijn immers niet allemaal gelijk: terwijl een bevoorrechte laag goede zaken doet met wapenhandel, moeten gewone werkenden hun kinderen, broers of vrienden begraven.
De reactie van de betogers in Barcelona antwoordde ook op een ander aspect dat de rechterzijde probeerde naar voor te schuiven: racisme en vreemdelingenhaat. De veroordelingen van islamofobie en racisme, maar ook de steun aan vluchtelingen stonden centraal op de mobilisatie in Cambrils, Barcelona en in de rest van Catalonië waren er eveneens heel wat acties van sociale bewegingen, antiracisten en migranten om te protesteren tegen het terrorisme.
Op de acties was er een breed gedragen afwijzing van het rechtse beleid van de PP, niet alleen het buitenlandse maar ook het binnenlandse beleid. De aanvallen op de meerderheid van de bevolking, verdeeldheid op basis van racisme, een Francistisch nationalisme, … De betogers in Barcelona spraken hun afwijzing uit tegen Rajoy en de regering, maar al tegen al wie dit systeem verdedigt en vertegenwoordigt. Het kapitalisme betekent immers niets anders dan barbarij voor de meerderheid van de bevolking.
-
Bloedbad in Barcelona: solidariteit met de slachtoffers
Weg met het terrorisme en de imperialistische interventies! Hun oorlogen, onze doden!
Verklaring door het Uitvoerend Bureau van Izquierde Revolucionaria
Op 17 augustus werden de Ramblas van Barcelona omgevormd tot het centrum van een brutale terroristische aanslag: een auto reed een heel stuk over de drukke straat waarbij geprobeerd werd zoveel mogelijk mensen aan te rijden. Het resultaat is vreselijk: 13 doden, meer dan 100 gewonden, waaronder verschillende zwaargewonden. De bevolking van de Catalaanse hoofdstad is geschokt: een vakantiedag werd omgevormd tot een nachtmerrie. De aanslag werd meteen opgeëist door Islamitische Staat. Een uur later volgde een aanslag in de straten van Cambrils in Tarragona, waar vijf terroristen een nieuwe aanslag voorbereidden. Bij het geweld in Cambrils werd een vrouw gedood. Izquierda Revolucionaria en de Sindicato de Estudiantes betuigen hun medeleven, steun en solidariteit met de slachtoffers, hun familieleden en kennissen en al wie die ogenblikken van terreur heeft beleefd en daarbij vreesde voor zijn leven.Miljoenen mensen zijn geschokt door dit geweld. Jongeren en werkenden zijn verenigd in hun afkeer tegen de horror van het terrorisme en duizenden mensen toonden hun solidariteit. Het gaat onder meer om de lange rijen mensen die bloed doneerden, die hun winkels, auto’s, huizen, taxi’s en kledij aanboden om de slachtoffers te helpen. Dit was een teken van echte solidariteit met diegenen die in Barcelona de barbarij van het terrorisme meemaakten. Deze terreur sloeg de voorbije maanden ook toe in de straten van Parijs, Nice, Brussel, Manchester, Orlando, … en er is ook de horror waar miljoenen onschuldige mensen het slachtoffer van werden in het Midden-Oosten en Afrika.
Natuurlijk werd de gelegenheid gebruikt door de overheid om te pleiten tot hypocriete eenheid, ook met diegenen die aangestuurd en deelgenomen hebben aan oorlogen en imperialistische interventies die hele landen verwoest hebben om de belangen van een handvol multinationals en de strategische belangen van de grootmachten te dienen. De regerende Partido Popular (PP) reageren ontzet op het geweld in Barcelona maar maken geen verband met de duizenden doden die elke dag vallen in de oorlogen in Syrië, Irak of Afghanistan die mee gesteund worden door de rechtse leiders in het land en de andere “verdedigers van vrede en democratie” in Europa en de VS. Merkel, Macron, Theresa May, Trump en Rajoy staan voor eenzelfde doel als Aznar, Blair en Bush toen die 14 jaar geleden een militaire interventie begonnen in Irak. Het resultaat van die oorlog is ondertussen duidelijk. Het heeft niet geleid tot vrede of vrijheid in deze landen, maar barbaarsheid, dood en verderf. Het heeft geleid tot miljoenen vluchtelingen, op de vlucht voor een onmogelijk leven waarna gebotst wordt op een onmenselijke behandeling aan de poorten van Europa.
Racisme en islamofobie zijn geen antwoord op terrorisme
We zagen bij eerdere gelegenheden hoe de verdedigers van dit systeem gebruik proberen te maken van vreselijke situaties als terroristische aanslagen. De woorden ‘vrijheid’, ‘democratie’ of ‘rechtsstaat’ werden al vaak gebruikt als excuus om maatregelen tegen jongeren en werkenden te rechtvaardigen: aan banden leggen van democratische rechten of nog het gebruiken van terrorisme om racisme en islamofobie te versterken.
Ook nu hebben de gevestigde media daarop ingespeeld en wordt gebruik gemaakt van racisme en haat tegenover moslims. Zo stelde schrijver en journalist Alfonso Rojo dat er nu “vragen moeten gesteld worden aan die politici die de migratie van niet-Spaanssprekenden naar Catalonië mogelijk maakten.” Isabel San Sebastián legde een uitdrukkelijk verband tussen de aanslagen en de moslims in het algemeen. Dergelijke uitspraken zijn niet enkel een uitdrukking van wat deze individuen denken, het is een weerspiegeling van een mening die aanwezig is bij de PP en de rechterzijde.
Voor de leiders van de PP, Ciudadanos, het koninklijk huis en al wie goede zaken doet op basis van oorlogen en de dood van miljoenen mensen, zijn uitspraken tegen het terrorisme een gemakkelijke façade waarachter de eigen concrete klassenbelangen kunnen verstopt worden. Geen van deze krachten maakte een probleem van de wapenhandel tussen de Spaanse regering en Saoedi-Arabië, ook is het een publiek geheim dat de Saoedische regering steun geeft aan jihadistische groepen en ook al is het geweten dat een deel van de verkochte wapens gebruikt wordt in de oorlog in Jemen. De rechterzijde heeft ook geen probleem met het Turkse regime van Erdogan dat de afgelopen jaren steun gaf aan ISIS, maar waarmee de EU alsnog een akkoord sloot om de vluchtelingenstroom te stoppen.
De argumenten ter rechtvaardiging van oorlogen, moorden op onschuldige mensen of racistische haat – zelfs als ze met ‘antiterroristische’ verontwaardiging worden omhuld – mogen ons niet misleiden. We kennen het beleid van de gevestigde politici met de besparingen en aanvallen op democratische rechten. Dit beleid bestrijden we. De arbeiders en jongeren van Barcelona weten dit ook. Ze hebben terecht de fascistische groepen die probeerden te betogen na de aanslag van de straat gehaald. Het zijn hun oorlogen, maar onze doden.
De aanslagen en de Catalaanse kwestie
De burgerlijke woordvoerders hebben zich niet alleen aan hypocriete en racistische reacties gewaagd. De dag na de aanslag greep het editoriaal van dagblad El Pais de situatie aan om zich uit te spreken tegen het Catalaanse referendum. De krant riep de Catalaanse regering en politieke krachten op om zich voortaan bezig te houden met “de echte problemen van Catalonië” in plaats van met de afscheiding van Catalonië. Het is onwaarschijnlijk maar toch gebeurt dit: de vreselijke gebeurtenissen worden misbruikt als excuus tegen het legitieme en democratische recht van een volk om over de eigen toekomst te beslissen.
De meest groteske argumenten worden bovengehaald tegen het recht op zelfbeschikking en om al wie dit recht verdedigt te criminaliseren. We hebben overigens nog geen edito van El Pais gelezen waarin de ‘echte problemen van Catalonië’ worden besproken: problemen die de meerderheid van de bevolking treffen zoals de besparingen op het onderwijs en in de gezondheidszorg, het ontslag van leerkrachten, de repressie van sociale bewegingen of de uithuiszettingen. De hypocrisie kent geen grenzen. Alsof het racistische gif nog niet volstond, worden de vreselijke aanslagen ook gebruikt om verdeeldheid te zaaien tussen de Catalaanse jongeren en werkenden en die van de rest van de Spaanse staat. Voor de kapitalisten is elk excuus goed om de onderdrukten te verdelen. Het gebeurt met de tactiek van angst, xenofobie of gelijk welk ander excuus. Maar het doel is altijd hetzelfde: ons verdelen zodat we niet samen op straat komen tegen het beleid van de rechtse PP-regering of dat van de Catalaanse burgerlijke krachten die er eveneens alles aan doen om de eigen privileges te verdedigen. Ze zijn bang van de kracht van gezamenlijke strijd van alle werkenden en jongeren, daarom verdelen ze ons.
Kapitalisme is barbarij
De vreselijke moorden in de straten van Barcelona en de verschrikkelijke reacties van het establishment en de gevestigde media tonen eens te meer de hypocrisie en het rotte karakter van dit systeem. Het establishment heeft de werkenden en jongeren nooit zomaar verworvenheden toegekend. De belangen van de kapitalisten gaan niet samen met rechten, vrijheden of waardigheid voor de meerderheid van de bevolking. Dat is waarom diegenen die het slachtoffer zijn van hun beleid, diegenen die gebukt gaan onder terrorisme en oorlog, zich moeten verenigen om in te gaan tegen dit barbaarse systeem. Enkel door alle onderdrukten te verenigen in de strijd voor internationaal socialisme, over de grenzen van naties, religies, huidskleuren of taalverschillen heen, kunnen we een einde maken aan de horror die het kapitalisme betekent voor de overgrote meerderheid van de mensheid.
