Your cart is currently empty!
Tag: armoede
-
Asociaal beleid duwt record aantal mensen naar voedselbank
De traditionele partijen zitten te ruziën over wie er in de volgende regering mag zitten en wie het niet met wie wil doen. Over de sociale noden van de bevolking wordt echter amper gesproken. De voorbije jaren zaten zowat alle traditionele partijen wel eens in een regering. Hun asociale beleid zorgt voor steeds meer problemen. Het nieuwe record van het aantal mensen dat vorig jaar beroep moest doen op een voedselbank is een schokkende en bijtende veroordeling van het jarenlang gevoerde neoliberale beleid.Waar er in 2000 nog 92.225 mensen in dit land naar de voedselbanken trokken, liep dit vorig jaar op tot 168.476. Er was een stijging op een jaar tijd met 5,9%, waarmee de voedselbanken wellicht de snelst groeiende ‘bank’ vormen. Onder de asociale regering-Michel steeg het aantal gebruikers van de voedselbanken van 130.030 in 2014 tot 159.081 in 2018. De echte slogan van de Zweedse regering was dus niet ‘jobs, jobs, jobs’, maar ‘honger, honger, honger.’ De stijging die onder vorige regeringen bestond, kwam onder Charles Michel en zijn bende in een stroomversnelling. Nu er geen regering is, houdt die versnelling aan. Deze cijfers vormen slechts het tipje van de ijsberg: ze hebben enkel betrekking op hulp via organisaties aangesloten bij de Belgische Federatie van Voedselbanken. Bijna evenveel mensen krijgt hulp via andere organisaties en OCMW’s. In totaal zijn 321.000 Belgen afhankelijk van voedselhulp.
De organisaties van de Belgische Federatie van Voedselbanken verdeelden 17.936 ton voedsel, wat overeenkomt met 36 miljoen maaltijden en een stijging is met 17%. De hulpvraag van wie beroep doet op de voedselbanken neemt dus verder toe. Tegelijk dreigen de voedselbanken in de problemen te komen omdat de Europese steun vanaf 2021 afneemt. Voor sommige banken heeft de EU meer over dan voor andere. Het maakt dat voedselbanken steeds meer afhankelijk zijn van schenkingen, lees: van liefdadigheid.
Terwijl de groep die uit de boot valt aangroeit, concentreert zich een nooit geziene rijkdom bij een handvol superrijken. Oxfam becijferde dat 2.153 miljardairs in deze wereld vorig jaar rijker waren dan 4,6 miljard mensen. De 22 rijkste mannen bezitten meer dan alle vrouwen in Afrika samen. Het kapitalisme doet de ongelijkheid toenemen: waar de gemiddelde lonen wereldwijd tussen 2011 en 2017 met 3% stegen, was de stijging van de dividenden aan de grote aandeelhouders van een andere orde: +31%! Miljardairs gingen er de afgelopen tien jaar met gemiddeld 7,4 % per jaar op vooruit.
Een ernstige strijd tegen de oprukkende armoede zou iets doen aan de enorme ongelijkheid waarbij een kleine toplaag steeds rijker wordt terwijl honderdduizenden in dit land van voedselhulp afhankelijk zijn. Een massaal programma van publieke investeringen in sociale huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, … zou de sociale noden al drastisch verlichten en zou bovendien nieuwe degelijke jobs creëren. Om de grondslag van de ongelijkheid aan te pakken, zal er meer nodig zijn. De bevolking zal democratische controle moeten verwerven over de sleutelsectoren van de economie om de inhaligheid van die kleine elite aan de top uit te schakelen. Dat vereist een consequent socialistisch beleid als alternatief op de ellende van het kapitalisme. Strijdbaar verzet is een eerste stap om te bouwen aan zo’n alternatief.
-
Armoede bestrijden met hoger minimumloon: 14€/h nu!
In het kader van de internationale dag tegen de armoede werd gisteren in verschillende steden geprotesteerd. Zo ook in Gent waar het ABVV deelnam met de eis van een hoger minimumloon: 14 euro per uur. Dat is een belangrijke offensieve eis in de strijd tegen armoede en voor een menswaardig leven. Hieronder een korte reactie door Elise van de campagne ROSA en enkele foto’s door Jean-Marie.
“Armoede is een probleem dat elk jaar opnieuw, ook in Gent, veel slachtoffers maakt. Mensen hebben geen toegang tot basisbenodigdheden zoals een degelijke woning, voldoende te eten, een kwalitatieve job met een loon waarmee je rond kan komen etc.. Steeds meer wordt de werkdruk opgedreven, samen met de pensioensleeftijd, worden de voorwaarden voor een uitkering verstrengd en steeds meer mensen zien zich door omstandigheden gedwongen om ‘flexibele’, precaire jobs te aanvaarden of deeltijds te gaan werken.
“Een minimumloon van 14 euro per uur zou voor heel veel mensen een grote stap vooruit betekenen qua levensstandaard. Een dergelijke maatregel is haalbaar, wanneer we de juiste prioriteiten leggen in de samenleving: Geen geld voor de winsten van grote bedrijven, maar geld investeren in de mensen die alles doen draaien: de gewone werkenden en hun gezinnen!
“In Seattle was er een succesvolle strijd voor een minimumloon van 15 dollar per uur. Hier werd vertrokken vanuit de noden die er zijn in de samenleving en werd aangetoond dat politici etc. die een dergelijke maatregel ‘onmogelijk’ en ‘onrealistisch’ noemden, ongelijk hebben! Laten we ook in België blijven op straat komen en ons blijven organiseren tegen de besparen op ons welzijn en voor een samenleving waarin het ”onmogelijke” nodige, effectief gerealiseerd wordt net OMDAT HET NODIG IS !! ”
Foto’s:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/Yd339Sm3Kx7fBRoM7]“Armoede is geen individuele keuze, maar resultaat van asociaal beleid”

Foto: Jean-Marie Versyp Het jarenlange besparingsbeleid leidt tot sociale problemen. In de koude winterperiode valt het bestaan van een groeiend daklozenleger op. Media spelen daarop in. Zo zendt Vier een realityprogramma uit waarin vijf Antwerpse daklozen elk 10.000 euro krijgen om uit de problemen te geraken: ‘project Axel’. Emotie en drama gegarandeerd! Maar hoe staat het ondertussen met het armoedebeleid? We spraken met een sociaal werker.
“Een probleem met ‘project Axel’ is dat dakloosheid geïndividualiseerd wordt: vijf uitverkorenen krijgen elk 10.000 euro en vervolgens zien we hoe met geld en een cameraploeg veel deuren opengaan. Dit is geen sociaal experiment, maar een vorm van entertainment waarbij de privacy van vijf mensen afgekocht wordt.
“Het is opmerkelijk dat schepen Duchateau (N-VA) dit programma toejuicht omdat het een realistisch beeld van dakloosheid zou brengen, terwijl zijn beleid er net op gericht is om daklozen zoveel mogelijk uit het straatbeeld te houden. Dat gebeurt zowel door het sociaal werk te ‘hervormen’ (lees: door er steeds meer ‘politiewerk’ van te maken) als door rechtstreekse straffen als GAS-boetes voor daklozen.
“Maar het idee is natuurlijk wel interessant: met geld en een intensieve begeleiding is het effectief mogelijk om daklozen uit de problemen te halen. Dat is ook het principe van ‘Housing First’: onvoorwaardelijk een woning en begeleiding aanbieden. In Antwerpen werd deze methode op kleine schaal toegepast, maar vorig jaar is het afgeschaft.
“Het programma biedt geen realistisch beeld van dakloosheid. Zo wordt niet ingegaan op de redenen van armoede en dakloosheid. Het gebrek aan sociale huisvesting, de krapte van betaalbare huisvesting op de privémarkt en stijgende prijzen voor onder meer energie zorgen ervoor dat de problemen toenemen. Het asociale beleid van deze regering draagt daar actief aan bij. In 2016 waren er in Vlaanderen elke week 80 tot 250 uithuiszettingen, sinds het uitbreken van de crisis neemt dit aantal sterk toe.
“Er is dringend nood aan meer sociale huisvesting, maar daar wil de regering niet van weten. In Antwerpen is er zelfs uitdrukkelijk beslist om niet te investeren in extra sociale huisvesting. Er staan 33.000 mensen op de wachtlijst, terwijl er in totaal 20.000 sociale wooneenheden zijn. Een verdubbeling zou dus nog niet volstaan. Door op Vlaams niveau de huurwaarborg van twee op drie maanden te brengen, verhoogt de N-VA de drempel om te huren. Ook wordt het moeilijker om via het OCMW een huurwaarborg te krijgen.
“Het beste antwoord op armoede is een degelijk inkomen. In plaats van werkloosheid te bestrijden, voert het beleid al jarenlang een jacht op werklozen. De beperking van de wachtuitkering in de tijd, ingevoerd door de vorige regering, draagt bijvoorbeeld bij tot een sterke toename van het aantal leefloners. In de eerste helft van 2017 waren er 8,4% meer leefloners dan een jaar voordien. Ondanks cijfers die dit tegenspreken, wijt de N-VA deze toename aan een ‘toestroom van vluchtelingen.’ Daarmee gaat de N-VA voor verdeeldheid onder wie uit de boot valt.
“Dit beleid legt de basis voor nog grotere sociale problemen. Een vierde van de huidige leefloners is jonger dan 25 jaar. In Antwerpen groeit één kind op vier in een gezin in armoede op, wat een niet in te halen achterstand oplevert. Het armoedebeleid vandaag is een grote flop: in plaats van armoede aan te pakken, worden de armen bestreden. Armoede is geen individuele keuze en vereist dan ook collectieve, structurele maatregelen: werk, huisvesting, middelen voor begeleiding, openbare diensten, … Dat gaat regelrecht in tegen het beleid van de rechtse regering.”
143.287 Belgen bij voedselbanken. Staatssecretaris van armoedebestrijding chargeert tegen… Unia
Hét cijfer van de afgelopen dagen dat blijft nazinderen, is ongetwijfeld het nieuwe en zoveelste record van het aantal Belgen dat naar voedselbanken trekt. Vorig jaar ging het om 143.287 mensen of 4.700 meer dan in 2015. Bij de Belgische Federatie van Voedselbanken hebben ze het over een stijging van 17% op drie jaar tijd. Die stijging wordt vooral toegeschreven aan de stijgende energie- en huurprijzen.
Net bij het bekendmaken van deze rampzalige cijfers werd ook een nieuwe staatssecretaris voor Armoedebestrijding aangesteld. Zuhal Demir (N-VA) verkoos om niet met de strijd tegen armoede haar entree in de regering te maken, maar met een strijd tegen Unia, het vroegere Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding.
Demir werd meteen gecoverd door Vlaams minister Liesbeth Homans die aankondigde een onderzoek naar Unia te zullen instellen: “ofwel sta je als centrum open voor iedereen die klachten heeft over discriminatie, ofwel ben je een centrum voor klagende allochtonen.” De verwijten tegenover Unia doen erg Trumpiaans aan. Zo werd ten onrechte beweerd dat Unia niet of amper zou reageren bij discriminatie op basis van leeftijd, terwijl het vorige week nog naar buiten kwam met een rapport hierover. Haar eerdere verwarring tussen het Minderhedenforum en Unia omtrent de zwartepietendiscussie probeerde Demir achteraf goed te praten met de stelling dat er bij Unia een “verdachte stilte” heerst omtrent het thema. Eerder klonk het: “Mensen begrijpen niet waarom zij bijvoorbeeld obsessioneel met de zwartenpietendiscussie bezig zijn terwijl de echte problemen blijven liggen.” Zowel spreken als zwijgen is verdacht. Als kers op de taart meent Demir, een ervaringsdeskundige ter zake, dat Unia een “centrum van polarisering” is.
Zowat elke krant moest gisteren erkennen dat de argumenten van Demir en Homans geen steek hielden. Voor Homans en Demir was dat echter geen punt, wellicht houden zij vast aan hun eigen ‘alternatieve feiten’? Toen ze Vlaams minister van Armoedebestrijding werd, beweerde Liesbeth Homans dat ze de kinderarmoede zou halveren en daarop mocht afgerekend worden. De kinderarmoede is bijlange niet op weg om gehalveerd te worden: enkel Homans zelf ziet een significante daling terwijl de cijfers dit tegenspreken. Als de cijfers niet in de pas van de Nieuw-Trumpiaanse Alliantie lopen, hebben ze daar voldoende talent in huis om op creatieve wijze met cijfers en statistieken om te gaan.
Zullen we met Demir hetzelfde beleid zien op federaal vlak? Ze suggereerde al meteen dat de toename van het aantal mensen dat naar voedselbanken trekt verband houdt met “de gigantische instroom aan vluchtelingen.” Zelfs de armsten wil Demir tegen elkaar opzetten: in plaats van de armoede, pakt ze de armen aan. Armoede bestrijden, gebeurt volgens Demir het best door de drempel om te werken naar beneden te halen. Dat is neoliberaal jargon voor ‘goedkoper’ werken, goedkoper voor de werkgever wel te verstaan. Voor gewone mensen zijn flexi-jobs van 9,5 euro per uur nog te duur, voor zichzelf denken ze aan andere bedragen als er postjes in raden van bestuur worden verdeeld.
De koers van Demir is geen toeval: elementen van racisme zijn electoraal lonend, kijk maar naar Theo Francken. Dat Demir zelf van migrantenafkomst is, wordt het standaard antwoord op wie dit racisme aanklaagt. Na de boemerang van Bracke, wil Demir de meubels redden op kap van migranten, werklozen, armen, vluchtelingen, … Alleen doet ze dat wel erg onhandig.
Een ernstige strijd tegen de oprukkende armoede zou iets doen aan de enorme ongelijkheid waarbij een kleine toplaag steeds rijker wordt terwijl 143.287 mensen in dit land naar de voedselbanken trekken. Een massaal programma van publieke investeringen in sociale huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, … zou de sociale noden al drastisch verlichten en zou bovendien nieuwe degelijke jobs creëren. Om de grondslag van de ongelijkheid aan te pakken, zal er meer nodig zijn. De bevolking zal democratische controle moeten verwerven over de sleutelsectoren van de economie om de inhaligheid van die kleine elite aan de top uit te schakelen. Dat vereist een consequent socialistisch beleid als alternatief op de ellende van het kapitalisme. Strijdbaar verzet tegen de Thatcheriaanse regering is een eerste stap om te bouwen aan een alternatief.
Debat over basisinkomen. Hoe iedereen een leefbaar inkomen garanderen?

In Seattle voerden de linkse socialisten een offensieve campagne voor een hoger minimumloon. Dit leverde resultaat op, het minimumloon van 15 dollar per uur werd effectief afgedwongen. Zowat 15% van de Belgen leeft in armoede, veel jongeren worden veroordeeld tot nepjobs (eigenlijk tot neplonen voor echte jobs), … Tegelijk waren er nog nooit zoveel miljonairs in ons land. De vraag naar een herverdeling van de rijkdom werpt zich dan ook op en leidt tot discussies over verschillende voorstellen. Zo is er heel wat steun voor een onvoorwaardelijk basisinkomen.
Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het klinkt interessant: elke maand een vast bedrag betalen aan iedereen, of die nu werkt of niet. Als het bedrag dan nog eens een pak boven de huidige armoedegrens ligt, zou het voor veel gepensioneerden, alleenstaande ouders, interimmers of werklozen een serieuze stap vooruit zijn. Maar er zitten ook adders onder het gras.
Ten eerste moeten we ons afvragen hoeveel dit basisinkomen zou bedragen en wie daarover beslist. Vandaag worden beslissingen genomen vanuit de noden van de grote bedrijven. Dat is de reden waarom de ongelijkheid zo sterk toeneemt. Een rechtse voorstander van een basisinkomen, zoals de voormalige minister-president van de Duitse deelstaat Thüringen, stelt voor om het inkomen op 420 euro vast te leggen. Niet bepaald een leefbaar inkomen dus. Maar zelfs een hoger bedrag wordt snel ondermijnd door stijgende prijzen. Door de lonen van werkenden schijnbaar deels los te koppelen van hun arbeid, wordt bovendien het sterkste argument voor loonsverhogingen (het opeisen van ons deel van wat we geproduceerd hebben) ondermijnd. De neoliberale mythe van de onbetaalbaarheid zal dan luider dan ooit klinken.
Dat leidt tot de tweede vraag, die van de financiering van het stelsel. Toen het voorstel van een basisinkomen destijds door huidig Vld-politicus en rijke ondernemer Roland Duchâtelet in ons land naar voor werd gebracht, werden bijvoorbeeld hogere BTW-tarieven naar voor geschoven. Natuurlijk zijn er ook voorstellen om de middelen bij de rijken te zoeken, bijvoorbeeld met een vermogensbelasting. Dat vereist een krachtsverhouding. Op het eerste gezicht kan een universeel basisinkomen de eenheid tussen werkenden en werklozen versterken, iedereen vertrekt immers van dezelfde basis. Maar de maatregel verandert niets aan de fundamentele reden voor de werkloosheid, met name het tekort aan jobs. Terwijl sommigen zich kapot werken, zoeken anderen vruchteloos naar werk. Een basisinkomen zou voeding geven aan de argumentatie dat werklozen zelf voor hun situatie gekozen hebben en zich wentelen in hun hangmatten. Het zou geen opstap naar eenheid in strijd zijn.
Een derde probleem is het gevolg voor de loonvorming van werkenden. Een basisinkomen kan aangewend worden om komaf te maken met de arbeids- en loonsvoorwaarden van alle werkenden. Door een deel van het inkomen niet langer als loon betaald door de werkgever te beschouwen, wordt een enorme loonsubsidie ingevoerd waarvan de financiering onder het kapitalisme steeds een strijdtoneel zal zijn (zie hierboven). Werkgevers zullen bovendien steeds proberen om het loon boven het basisinkomen te beperken, net zoals ze nu onze lonen naar beneden drukken met indexsprongen, steeds meer flexibiliteit en bijhorende productiviteit. Het basisinkomen zal daarbij als argument ingeroepen worden tegen loonsverhogingen en dit terwijl het bedrag van het basisinkomen zelf onderdeel is van strijd tussen de werkenden en hun gezinnen aan de ene kant en de kapitalisten aan de andere. Het maskeert het uitgangspunt van het kapitalistisch productieproces, met name dat alle waarde het resultaat is van onze arbeid.
Het idee van een basisinkomen heeft de verdienste dat de discussie over een leefbaar inkomen wordt gevoerd. Onder het huidige systeem heeft de kleine laag van superrijken geen enkel belang bij een leefbaar inkomen voor de meerderheid van de bevolking. Ongelijkheid zit ingebakken in dit systeem en kan niet met kunstgrepen uitgeschakeld worden. Zonder publiek bezit van de productiemiddelen kan de gemeenschap geen controle uitoefenen op de aanwending van de bestaande middelen en rijkdom.
Betekent dit dat we dan maar moeten wachten op een ander systeem om tot een leefbaar inkomen te komen? Zeker niet. Er zijn heel wat eisen voor een onmiddellijke vooruitgang van onze levensstandaard. Socialisten komen op voor een kortere werkweek om het beschikbare werk te verdelen, een 30-urenweek zonder loonverlies en met verlaging van de werkdruk. We komen op voor loonsverhogingen en pleiten voor een algemeen minimumloon van 15 euro per uur. Het minimumpensioen met omhoog tot 1500 euro per maand, werkloosheidsuitkeringen moeten minstens 1200 euro per maand bedragen.
Met deze eisen kunnen we een leefbaar inkomen voor iedereen afdwingen zonder de oorzaken voor ongelijkheid te maskeren. Het is bovendien een programma gebaseerd op de positie van de werkenden in het productieproces. Dat is noodzakelijk omdat de arbeidersbeweging de kracht is die in staat is om fundamentele verandering te bekomen door strijd tegen diegenen die een groeiende groep van de bevolking veroordelen tot ellende en armoede.
94.500 dollarmiljonairs, 420.000 kinderen groeien op in armoede. Dit is een fout systeem!
Vorige week werd bekend gemaakt dat ons land een record aantal dollarmiljonairs kent. Het gaat om 94.500 mensen of 11.900 meer dan een jaar geleden. Veel voormalige arbeiders van Ford zullen er daar niet tussen zitten. Geschorste werklozen al evenmin. En wat de liberale propaganda ook mag beweren, mensen met een wachtuitkering zitten er wellicht ook niet tussen. De dollarmiljonairs zijn een kleine groep, minder dan 1% van de bevolking. Wel hebben ze voldoende economische en politieke macht om hun eigen positie er sterk op te verbeteren.
Langs de andere kant van de sociale kloof vinden we de armen. Ook zij zijn met steeds meer. Maar liefst 420.000 van de 2,2 miljoen Belgische kinderen en jongeren onder de 18 jaar groeien op in een arm gezin. Het gaat om 18,7% van de kinderen. In Brussel loopt het zelfs op tot 4 op de 10 kinderen, een cijfer dat gelijkaardig is aan dat van Bulgarije en Roemenië. De armoedecijfers in Vlaanderen vallen nog mee, zo wordt ons gezegd. Maar ook hier groeit 10% van de kinderen in armoede op. Het aantal kinderen dat in een Vlaams gezin in armoede wordt geboren is tussen 2001 en 2012 bijna verdubbeld van 5,8% tot 10,5%.
Wereldwijd waren er vorig jaar zowat 13,7 miljoen dollarmiljonairs, een stijging met twee miljoen sinds 2011. Samen beschikten ze over 52.620 miljard dollar of 38.770 miljard euro. Tegen 2016 zou dit oplopen tot 47.370 miljard euro. Binnen deze groep van superrijken – goed voor amper 0,1% van de wereldbevolking – is er nog een scherpe kloof tussen de allerrijksten en de anderen. Eerder dit jaar maakte Oxfam bekend dat de 85 rijksten ter wereld evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking. Wereldwijd zijn er 1.426 miljardairs met een gezamenlijk vermogen van 5.400 miljard dollar.
Met dergelijke bedragen is het mogelijk om armoede de wereld uit te helpen en iedereen toegang te geven tot drinkbaar water, onderwijs, gezondheidszorg en degelijke huisvesting. Dergelijke bedragen geven aan hoe fout de algemeen verspreide retoriek dat wij nu eenmaal allemaal moeten betalen als gevolg van de crisis wel is. Terwijl wij inspanningen moeten leveren, onder meer om de collectivisatie van de private bankenschulden te betalen, is er een kleine toplaag die amper aan de gemeenschap bijdraagt en steeds rijker wordt. Waarom wordt eens te meer verwacht dat werkenden op hun loon inleveren, openbare diensten verder afgebouwd worden en uitkeringstrekkers nog dieper onder de armoedegrens worden geduwd? Dat neoliberale beleid wordt ons verkocht als het enige mogelijke. ‘Er is geen alternatief,’ krijgen we te horen. Als alternatief voorstellen dat die superrijken eens wat meer zouden bijdragen, wordt niet aanvaard door het establishment maar vindt wel steeds meer gehoor onder de door besparingen getroffen bevolking.
De enorme kloof tussen arm en rijk is niet gewoon een fout in het systeem waarbij een loutere herverdeling van de beschikbare middelen binnen het kader van dit systeem volstaat als oplossing. Uiteraard moet er een herverdeling van de middelen komen en moet de enorme beschikbare rijkdom worden aangewend voor de belangen van de meerderheid van de bevolking. Maar de concentratie van extreme rijkdom in de handen van een bijzonder kleine minderheid van de bevolking zit ingebakken in het kapitalistische systeem. Er is meer aan de hand dan een systeemfout, het hele systeem is fout. Socialisten pleiten voor een herverdeling van de beschikbare middelen door middel van maatschappijverandering. Enkel door de productiemiddelen uit de handen van de rijke elite te halen, kan de gemeenschap een democratische controle en beheer op de beschikbare rijkdom uitoefenen. Een socialistisch alternatief is meer dan ooit noodzakelijk!
Namen. Actie om armoede aan te pakken in plaats van de armen
De stad Namen overweegt een reglement om het bedelen aan banden te leggen in druk bezochte delen van de stad. Het komt erop neer dat de stad de bedelaars uit de binnenstad weg wil. De verklaringen van de burgemeester kwamen enkele dagen na mediaberichten over de sterke toename van het aantal mensen dat van het OCMW afhankelijk is. Het gebrek aan werk en het toenemende aantal uitsluitingen van de werkloosheidsuitkeringen gaat gepaard met repressie tegen de armen. Om daartegen te protesteren was er afgelopen donderdag een protestactie aan de gemeenteraad.
Verschillende organisaties namen deel aan dat protest. Naast LSP en ALS waren er ook de Mouvement VEGA, Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté, Luttes Solidarités Travail (LST), de Jeunes Organisés Combatifs (JOC), MG, PTB en niet-georganiseerde activisten aanwezig.
Hieronder een video van CanalC met interviews van vertegenwoordigers van Luttes Solidarités Travail en van LSP. En daarna enkele foto’s door Daniel uit Charleroi.
Fotos door Daniel (Charleroi)
De neoliberale strafstaat aangeklaagd
door Geert Cool
De Brusselse jeugdwerker en filosoof Bleri Lleshi beschrijft in dit boek op krachtige wijze hoe het systeem fout loopt. Hij doet dit op een betrokken wijze, niet als commentator vanop afstand. In zekere zin legt dit boek ook uit hoe de auteur zelf is gaan radicaliseren op basis van wat hij meemaakt in zijn job als Brusselse jeugdwerker.Het boek bevat heel wat cijfers en argumenten inzake armoede, onderwijs, werkloosheid,…Bleri Lleshi legt ook terecht het verband tussen de afbouw van de sociale zekerheid en openbare diensten aan de ene kant en de opmars van wat hij de neoliberale strafstaat noemt: het kluwen van repressieve maatregelen dat van uitsluiting een individuele verantwoordelijkheid maakt.
De cijfers in het boek zijn hallucinant. Bijna 37% van alle kinderen in eenoudergezinnen leeft in armoede, maar ook grote gezinnen worden getroffen: 37% van de gezinnen met meer dan drie kinderen kent armoede. In een aantal Brusselse gemeenten loop de jongerenwerkloosheid op tot 45% en over heel de stad bedraagt het ongeveer 35%. Bijna 50% van de Brusselse gezinnen komt in aanmerking voor een sociale woning terwijl het aandeel sociale woningen slechts 8% van het totale woonbestand bedraagt (waar het in Amsterdam bijvoorbeeld 55% is). De afgelopen jaren is de kindersterfte in Brussel met 36,5% toegenomen. Het zijn maar enkele cijfers en gegevens die Bleri Lleshi aanhaalt in deze vernietigende analyse van wat het neoliberalisme betekent voor gewone gezinnen in een stad als Brussel.
Wij zijn het op veel vlakken eens met de analyses van Bleri Lleshi en delen zijn verontwaardiging over de vele sociale tekorten en de opmars van willekeur en repressie. De auteur verwijst naar de campagne TegenGAS en de acties tegen de GAS-boetes waar wij mee een actieve voortrekkersrol in speelden.
Maar verontwaardiging volstaat niet, de vraag is welke alternatieven we naar voor brengen. Daartoe is een stevig uitgewerkte analyse van de huidige gang van zaken nodig om van daaruit antwoorden en alternatieven te formuleren. Op dat vlak blijft Bleri Lleshi wat steken. Hij wil enkele constructieve aanzetten geven, maar de scherpte van de verontwaardiging stemt niet overeen met de beperkingen van de antwoorden.
In zijn analyse van het systeem is verontwaardiging het centrale uitgangspunt, soms ten koste van een meer onderbouwde analyse. Zo meent Bleri Lleshi dat de middenklasse vandaag de grootste groep in de samenleving is, ook al geeft hij toe dat de definities ervan uiteenlopen (al waagt hij zich niet aan een eigen definitie). Hierdoor zouden middenklassenidealen dominant zijn in de media en bij politici. Wij zijn het daar niet mee eens. In de kapitalistische klassensamenleving is de arbeidersklasse de grootste groep, een meerderheid van de bevolking verkoopt zijn of haar arbeidskracht in ruil voor een steeds kleiner loon. De dominante ideologie is deze van de heersende klasse, de burgerij.
In de aanzetten tot alternatieven komt Bleri Lleshi niet verder dan zaken als coöperatieven, meertalig onderwijs en een Tobintaks om het te financieren. Een massaal programma van publieke investeringen in onderwijs, huisvesting en tewerkstelling betaald door het niet-afbetalen van de overheidsschulden en door het geld te halen waar het zit, wordt jammer genoeg niet voorgesteld.
Na enkele concrete voorstellen zoals coöperatieven gaat Lleshi een stap verder, er moet buiten het kapitalisme gedacht worden, stelt hij terecht, en meteen verwijst hij naar Marx. Het is wat vreemd om de concrete eisen niet te verbinden met een breuk met het huidige vernietigende systeem. En het boek blijft vaag over wat een alternatief op het kapitalisme kan vormen, laat staan hoe we tot dat alternatief zullen komen. De aanzetten tot een alternatief op het kapitalisme zijn interessant: arbeidsherverdeling in de vorm van een 30-urenweek, een economie gericht op de noden en behoeften van de bevolking, zelfbeheer, meer democratie,… Maar waarom niet meteen een stap verder gaan en pleiten voor een socialistisch alternatief, een samenleving waarin de gemeenschap de controle en het beheer over de productiemiddelen in handen neemt teneinde de behoeften en noden van de meerderheid van de bevolking effectief centraal te stellen?
De aanklacht van de neoliberale strafstaat met dit boek is krachtig. Laat het ons, zoals de auteur aangeeft, effectief aangrijpen om een constructieve discussie aan te gaan over alternatieven erop.
LLESHI, Bleri, “De neoliberale strafstaat”, EPO, 2014, 319 pagina’s, 22,5 euro
Stop het Europa van de besparingen
“Europa kent de ergste humanitaire crisis sinds 60 jaar”, stelde Bekele Geleta, de algemeen-secretaris van het Rode Kruis, onlangs op een voorstelling van een rapport van zijn organisatie over Europa. Het besparingsbeleid houdt al lelijk huis: 43 miljoen Europeanen hebben regelmatig honger en 120 miljoen mensen leven op of onder de armoedegrens. Het aantal mensen dat op voedselhulp van het Rode Kruis beroep doet nam de afgelopen drie jaar met 75% toe tot inmiddels 3,5 miljoen mensen!
In Spanje moet het Rode Kruis 2,4 miljoen mensen helpen, dat zijn er twee keer zoveel als drie jaar geleden. De landen in het zuiden van Europa worden hard geraakt, maar geen enkel land op het continent blijft van het fenomeen gespaard. In België worden er jaarlijks meer dan 50.000 voedselpakketten verdeeld en dat enkel nog maar langs Franstalige kant. De enige banken die een gouden toekomst tegemoet gaan, zijn de voedselbanken.
Armoede blijft niet beperkt tot wie volledig uit de boot is gevallen. Er zijn ook de ‘nieuwe armen’, gewone werkenden die op het einde van hun loon nog een fors stuk maand over hebben. In Duitsland is het aantal werkende armen de afgelopen jaren sterk toegenomen, er zijn inmiddels ongeveer 5,5 miljoen Duitsers die in deze categorie vallen. Bij ons willen sommige politici het ‘Duitse model’ van lage lonen versneld doorvoeren, de voorbije jaren werden al flinke stappen in die richting gezet. Het Rode Kruis moet de volgende conclusie trekken: “Europa glijdt af naar een lange periode van toenemende armoede, massale werkloosheid, sociale uitsluiting, extreme ongelijkheid en collectieve wanhoop. Dit alles is het resultaat van de gestrenge besparingspolitiek.”
De vaststelling is correct, de vraag is wat we ermee aanvangen. Wij denken dat het nodig is om het Europese besparingsbeleid te verwerpen door in verzet te gaan. Gecoördineerde acties van alle slachtoffers van de EU-dictatuur van besparingen en miserie zijn noodzakelijk om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee we een einde kunnen stellen aan dit beleid.
Een nuttige stap daartoe is het voorziene protest tegen de Europese top van december in Brussel. D19-20, een nooit eerder vertoonde alliantie tegen het besparingsbeleid met zowel melkboeren als syndicalisten zal een blokkade organiseren. Het doel is om de Europese Top op 19 december te stoppen. Wij ondersteunen dit initiatief en nemen eraan deel. De actie is een uitdrukking van een radicalisering en actiebereidheid onder heel wat syndicale basismilitanten.
De ideeën van strijdbare acties en een offensieve opstelling komen hierbij naar voor. Er wordt nog gezocht naar een uitdrukking ervan. Om het besparingsbeleid te blokkeren, moeten de werkenden collectief bouwen aan een oplopend actieplan waarbij het wapen van algemene staking(en) op Belgisch en Europees niveau wordt gehanteerd. Tegelijk moet ook gebouwd worden aan een eigen brede politieke vertaling van deze strijd.
Brussel. Armen verjagen lost armoede niet op
Op 4 november viel de politie binnen in het Gésu-klooster in Sint-Joost-Ten-Node. Er werden 200 agenten ingezet om de 120 bewoners, waaronder 38 minderjarigen, van het sinds 2009 leegstaande pand op straat te zetten. Dat gespierde optreden kwam er na een beslissing van burgemeester Emir Kir (PS) die stelde dat de uitzetting nodig was met het oog op de veiligheid, de rust en de openbare hygiëne.
Sinds 2009 hebben tientallen arme families van daklozen, mensen-zonder-papieren en anderen het grote leegstaande gebouw in de buurt van de Botanische Tuinen in Brussel ingepalmd. Voor de discussie over de uitzetting woonden er ongeveer 200 mensen. Ze deden dat omdat ze nergens anders in de hoofdstad onderdak vonden. Burgemeester Kir maakte er een einde aan: “Ik kan niet toelaten dat er zones zijn waar het recht niet geldt, dat is een rechtsstaat onwaardig (…) We willen geen plaatsen die leiden tot een sociale ontbinding. We willen de miserie niet in stand houden… ik kan geen anarchie toelaten.”
Waar moeten die mensen nu naartoe? Wie het meeste ‘geluk’ heeft, kan tijdelijk terecht in de 12 appartementen die door het Brusselse Gewest beloofd werden. Dat aantal was echter niet meteen voorhanden. Begin november waren er amper vijf appartementen beschikbaar terwijl 120 mensen uit het pand gezet werden. Zij moesten noodgedwongen onderdak zoeken in de lokalen van Samu Social. Nog voor het beperkte “winterplan” van noodopvang begon, zat Samu Social hierdoor al vol. En dan zijn er ook nog de tientallen andere bewoners van Gésu die voor de uitzetting door de politie het pand hadden verlaten.
Al die mensen worden door de PS en de andere partijen gezien als “onruststokende krakers”. In werkelijkheid zijn het de zoveelste slachtoffers van een beleid dat tot miserie leidt en het bijna onmogelijk maakt om onderdak in Brussel te vinden voor wie arm is. De massale werkloosheid in de hoofdstad (meer dan 20% zit zonder werk) duwt een steeds groter deel van de bevolking in de onzekerheid. De echte oorzaken van miserie, anarchie en sociale desintegratie liggen niet bij de armen, maar bij het kapitalistische systeem en het besparingsbeleid waar ook de PS voor verantwoordelijk is.
Volgens het ‘Brusselse armoederapport’ kregen in 2012 maar liefst 38.284 Brusselaars steun van het OCMW. Het gaat om 3,2% van de bevolking. Er was een stijging van 1.303 mensen in vergelijking met 2011. In Sint-Joost-Ten-Node gaat het om meer dan 10% van de bevolking. Onder jongeren tussen 18 en 24 jaar was er op een jaar tijd een stijging van 22% naar 28,2%. In totaal leeft een derde van de Brusselse bevolking (33,7%) van een inkomen dat onder het armoederisico ligt.
De sociale huisvesting wordt ondertussen amper uitgebreid en alleszins volstaat dit niet om een aangroei van de wachtlijsten te stoppen. Sinds 2010 is het aanbod van sociale huisvesting onder de 50% van de vraag gezakt. Die vraag wordt dan nog onderschat. Bij gebrek aan sociale huisvesting nemen de prijzen voor andere huisvesting toe. Dat brengt heel wat Brusselse gezinnen in de problemen. Het is geen toeval dat Samu Social een toename van het aantal hulpbehoevenden in de opvangcentra vaststelt.
Het regionale beleid in Brussel en de gemeenten is gericht op het bestrijden van de armen. Ze willen de armen uit de hoofdstad verjagen. In plaats van te antwoorden op de behoeften inzake werk, huisvesting, onderwijs en andere diensten op basis van publieke investeringen, gaat de aandacht naar prestigeprojecten waarbij er geen plaats is voor armen. Brussel wil beter begoede lagen aantrekken. Het optreden van Emir Kir vormt daar een onderdeel van.
Wij staan voor verzet tegen het neoliberale en asociale beleid. Er is een nieuwe partij nodig om de belangen van de werkenden en hun gezinnen te verdedigen op basis van een radicaal programma van publieke investeringen om de tekorten aan te pakken op basis van een democratische controle van de sleutelsectoren van de economie.







