Your cart is currently empty!
Tag: 67
-
Wat goed genoeg is voor hen, is dat ook voor ons. Neen aan de 67!
De parlementsleden stemden tegen het voorstel om hun eigen pensioenleeftijd gelijk te stellen met die van ons en dus op te trekken naar 67 tegen 2030. Velen zijn geschokt dat deze gepriviligieerde groep zichzelf blijft bedienen. We kunnen het ook anders bekijken: wat goed genoeg is voor hen, is dat ook voor ons. Hun strijd tegen de 67 schept een precedent (waarom zouden precedenten altijd in ons nadeel moeten zijn?). Laat ons dit precedent aangrijpen om voor iedereen hetzelfde te eisen: neen aan de 67!
Het was een opmerkelijke stemming. Liberale partijen die er resoluut voorstander van zijn dat iedereen moet werken tot hij of zij erbij neervalt, stemden plots tegen een verhoging van een pensioenleeftijd. Het argument daartoe – ‘slordige wetgeving’ – was duidelijk een excuus, of waren al hun wetgevende initiatieven de voorbije jaren zo ‘netjes’? Het andere argument van Peter De Roover (N-VA fractieleider) was dat dit voorstel “een goedkope manier om bij het publiek te scoren” was. Moeten we er dansende moslims bijhalen om de ernst van dergelijk argument door N-VA’ers in vraag te stellen?
Vreemd genoeg heeft een voorstel om parlementsleden te laten leven aan de voorwaarden die gewone mensen kennen iets subversief. Zelf kijken de heren en dames politici liever naar boven, naar wie nog meer dan hen verdient. Ze vinden hun maandloon van tot ruim 10.000 euro voor een topminister zelfs laag. In de privé kunnen ze meer verdienen, luidt het dan. De topmanagers van de Bel20-bedrijven kenden zichzelf vorig jaar een opslag van 20% toe (inderaad, daar geen indexsprongen of het moet zijn dat er een andere betekenis aan wordt gegeven: verschillende indexen overspringen) om tot een gemiddeld jaarloon van 2 miljoen euro te komen. Dat is effectief een pak meer dan de ministers en parlementsleden. We hebben wel wat sympathie voor de redenering om bij vergelijking van lonen en inkomsten niet langer te kijken naar wie het slechter heeft om op die basis tot een neerwaartse spiraal te komen. Misschien moeten we dat met onze lonen ook eens doen. Een ideetje voor de discussie over de hervorming van de wet op de loonevolutie: in plaats van de ontwikkeling van de Belgische lonen te vergelijken met die van werkenden in de buurlanden, kunnen we deze lonen vergelijken met die van de ministers en topmanagers. De “loonhandicap” ziet er dan plots heel anders uit.
Welke antwoorden kunnen we naar voor schuiven? Socialisten zijn voorstander van parlementsleden die leven aan een gemiddeld loon van een geschoolde werkende zodat ze de gevolgen van hun beleid aan de lijve ondervinden. Strijdbare socialisten voegen de daad bij het woord, zodat hen geen hypocrisie kan verweten worden zoals dit vandaag terecht aan de SP.a’ers wordt gedaan.
Socialisten zijn ook voorstander van meer gelijkheid. Dit betekent niet dat iedereen exact hetzelfde moet verdienen. We stellen een maximale loonspanning voor (een maximaal verschil tussen de hoogste en de laagste lonen). In de Sovjet-Unie bedroeg deze loonspanning bijna 100 jaar geleden (voor de stalinistische contrarevolutie) één op vier. Als een gewone werkende een normaal loon heeft, dan kan iemand met een erg stresserende job en veel verantwoordelijkheden maximaal vier keer dit normale loon verdienen. We denken daarbij niet zozeer aan politici maar pakweg aan havenloodsen of luchtverkeerleiders. Vandaag is de loonspanning een pak groter. Terwijl een topmanager 2 miljoen euro per jaar verdient, hoorden wij recent een voorbeeld van een jong LSP-lid die net zijn papieren als vluchteling in orde had gekregen en een job in een prestigieus restaurant (waar je makkelijk 25 euro voor een hoofdschotel betaalt) aangeboden kreeg met een uurloon van 8 euro. Wie van beiden zou het hardste moeten werken? Een “normaal loon” zou overigens ook aan de levensduurte aangepast moeten zijn, een minimumloon van 15 euro per uur zou een goed begin zijn.
Een verhoging van de pensioenleeftijd en opdrijven van de flexibiliteit op de werkvloer door onder meer de 8-urendag af te schaffen en overloon te schrappen, heeft enkel als doel om de winsten van een kleine elite verder op te drijven. Het was die verhoging van de winsten die als reden werd ingeroepen voor de opslag van 20% voor de topmanagers van de Bel20-bedrijven vorig jaar. De gevestigde politici verdedigen de belangen van de parasitaire elite. We hebben nood aan een brede eigen politieke vertegenwoordiging waarin al wie zich verzet tegen het huidige besparingsbeleid een plaats vindt en mee kan bouwen aan een alternatief op dit systeem.

