Tag: Arizona en het verzet ertegen

  • Na geslaagde stakingsdag verder bouwen aan beweging om Arizona weg te krijgen!

    De stakingsdag van 31 maart was een succes. In de aanloop naar de staking groeide de steun ervoor ondanks de dagelijkse propaganda die ons protest voorstelt als zinloos, marginaal of louter als een hinder veroorzakende gebeurtenis. De regeringspartijen verdedigden hun beleid zoals ze dat ondertussen al decennia doen: met het argument dat anders de toekomstige generaties moeten betalen. Die plaat is al meerdere generaties grijs gedraaid zonder uitzicht op verandering. Het is een excuus om het echte argument niet te moeten gebruiken: de besparingsmaatregelen dienen om de winsten van de grote bedrijven veilig te stellen. 

    Het feit dat er gestaakt werd zorgde voor een tegengeluid. Na de grote betogingen in januari en februari in Brussel en de sterke betogingen op 8 maart, de internationale vrouwendag, zorgde de stakingsoproep voor een nieuw momentum. Zeker rond de pensioenen is er veel ongenoegen. De aanvallen op de landingsbanen, SWT (het vroegere brugpensioen) en de pensioenen komen hard aan. Het voelt bovendien als een gebrek aan respect voor ons harde werk, zeker met het opdrijven van de flexibiliteit en de werkdruk de afgelopen jaren. Vanuit de pensioenwoede is het mogelijk om ook alle andere kwesties te bespreken onder collega’s, vrienden en familie. Er is immers een verband: de klassenoorlog van de grote bazen en hun regering is gericht tegen de volledige werkende klasse in al haar diversiteit. 

    Peilingen gaven aan dat een meerderheid van de Walen en Brusselaars achter de staking stond. In Vlaanderen is die steun nog beperkter: ongeveer 3 op 10. Conner Rousseau van Vooruit mag dan beweren dat de staking de steun aan de vakbonden uitholt, het tegendeel is waar. De leugen dat er geen draagvlak voor syndicaal protest is, wordt doorprikt door de peilingen. In Vlaanderen zijn er meer mensen die de staking steunden dan dat er voor N-VA gestemd hebben. Als nu reeds een derde van de Vlamingen en een meerderheid van de Walen en Brusselaars achter de stakingen staat terwijl er amper brede informatiecampagnes gevoerd zijn, is dat vooral een indicatie van een heel groot potentieel. 

    Naarmate de gevolgen van de plannen concreter worden, groeit de steun voor onze acties verder. Uiteraard hebben we daar zelf een rol in te spelen. Een informatiecampagne met toegankelijke krantjes en digitale varianten om uit te leggen wat er op ons afkomt en welk protest we daar tegenover zetten, zou de mogelijkheid bieden om op elke werkplaats maar ook in de wijken, onder jongeren, op de markten … in gesprek te gaan en een zo sterk mogelijke krachtsverhouding opbouwen. Het bewust maken van wat nog onbewust is en het activeren in strijd van wie nog passief toekijkt, zijn grote uitdagingen. Die kunnen we het best aangaan met een duidelijk actieplan en een stevig programma van eisen die zich niet beperken tot het verwerpen van de besparingen, maar die vertrekken van wat de werkende klasse nodig heeft. 

    De afgelopen weken is het argument dat er nu eenmaal geen middelen zijn doorprikt. Het rechtse beleid en de sterke positie van extreemrechts wereldwijd leiden tot een nadruk op militarisering en de roep om miljarden aan publieke middelen in defensie te investeren. De snelheid en het gemak waarmee voor oorlogsvoering miljarden gevonden worden, maakt duidelijk dat onze pensioenen, lonen en openbare diensten voor hen geen prioriteit zijn. Anders zouden daar ook al lang miljarden voor gevonden zijn. Bovendien wordt de militarisering nu gebruikt als extra argument om de besparingen op onze sociale bescherming als onvermijdelijk voor te stellen! 

    Er zijn wel degelijk middelen. De sterke toename van de cadeaus aan de grote bedrijven zijn er een uitdrukking van, net als de winstmarges die hoog blijven. Als die vandaag onder druk staan, komt dat niet door onze pensioenen of lonen. Het komt niet omdat LGBTQIA+ personen opkomen voor hun rechten. De instabiliteit van de wereldeconomie is het resultaat van de winsthonger van de grote bedrijven en het (extreem)rechtse beleid van de politieke vertegenwoordigers van die zoektocht naar winstmaximalisatie. 

    Na de staking van 31 maart is er een vervolg nodig, een echt actieplan. De vakbondsleidingen waarschuwen dat we het scenario van 2014 niet mogen herhalen, met de stelling dat de acties elkaar toen te snel opvolgden. Ze gaan voorbij aan het feit dat er door de opbouw van acties een sterke krachtsverhouding werd opgebouwd, maar dat het momentum verloren ging omdat er geen vervolg kwam. Een actieplan vandaag moet rekening houden met verschillende factoren: sommige sectoren worden zo hard geraakt dat de actiebereidheid erg groot is terwijl andere hebben meer tijd en informatie nodig, er zijn ook regionale verschillen. Dat mag echter geen excuus zijn om alles op de lange baan te schuiven.  

    In eerder materiaal deden we volgende voorstellen:

    • Wie weet wat de Arizona-maatregelen concreet betekenen, is kwaad. Dat kunnen we stimuleren met informatiekrantjes, zoals de toegankelijke pensioenkranten in gemeenschappelijk vakbondsfront in 2014 en 2018. Uiteraard zijn daar ook digitale varianten van nodig.
    • Met infosessies op elke werkplaats is het mogelijk om collega’s te bereiken en de geplande maatregelen te vertalen naar die werkvloer.
    • Militantenbijeenkomsten per sector en per regio kunnen de temperatuur meten, eisen verfijnen en volgende stappen in het actieplan voorbereiden.
    • Betogingen en stakingsdagen per sector of regio kunnen aangegrepen worden om gerichte campagnes op die sector of regio te voeren.
    • Nationale algemene stakingsacties zijn noodzakelijk, als er niet geluisterd wordt na een eerste 24-urenstaking moet opgebouwd worden naar een sterkere staking die bijvoorbeeld 48 uur kan duren. Tussentijdse acties (zoals acties per sector of regio) kunnen daarnaar opbouwen.
    • Personeelsvergaderingen en een blijvende betrokkenheid zijn nodig. Daarmee kunnen we onze beweging organiseren en antwoorden op de leugenachtige propaganda van het establishment die een versnelling hoger schakelt.
    • Onze zelforganisatie wordt cruciaal. Initiatieven die activisten bijeenbrengen, zoals Commune Colère, versterken dit.
    • Doorheen deze zelforganisatie moeten we het ook durven hebben over welke maatschappij we willen en hoe we een alternatief kunnen afdwingen.

    Het coördineren van de acties zal eveneens belangrijk zijn. Nu zijn er acties gepland bij onder meer het spoor, de zorg en het Franstalig onderwijs. Daarnaast is er het plan om op 29 april regionale betogingen te organiseren, gevolgd door een nationaal evenement in juni (mogelijk een concert naar het voorstel van Bert Engelaar) en mogelijk een nieuwe grote betoging na de zomer. Wat ontbreekt, zijn het element van een informatiecampagne en data voor nieuwe algemene stakingen. Een plan over meerdere maanden biedt de kans om alle actiemomenten en ook nieuwe algemene stakingen nu reeds bijeen te brengen en te integreren in de informatiecampagne. Als we bijvoorbeeld een toegankelijke informatiekrant op 1 miljoen exemplaren verspreid krijgen in de loop van de maand april om te mobiliseren naar 29 april en een algemene staking in de weken hierna, kunnen we het momentum van 31 maart verder opbouwen. 

    Twijfel over onze acties is niet nodig: alle acties die we dit jaar al ondernamen, waren een succes en vaak groter en sterker dan op voorhand verwacht. In januari waren er de nationale betoging met grote deelname van het Nederlandstalig onderwijspersoneel en de grote Franstalige onderwijsbetoging en -staking, in februari was er de massale betoging van 13 februari en in maart de mobilisatie op 8 maart en de algemene staking. Er is een dynamiek, maar deze mag gerust beter georganiseerd en gecoördineerd worden! Daarnaast is elke stap richting een sterkere zelforganisatie van onderuit positief. In Brussel en Wallonië is er bijvoorbeeld een dynamiek rond ‘Commune Colère’. 

    Bovendien gaat het rechtse offensief van goedpraten en stimuleren van onderdrukking en discriminatie zo ver dat dit onvermijdelijk tot regelmatige uitbarstingen van protest leidt. De jongerenacties naar aanleiding van de uitspraak van een Leuvense rechter in een verkrachtsingszaak is daar een nieuw voorbeeld van. De woede over klassenjustitie met verwijzing naar de talenten van de dader om geen straf uit te spreken, leidde net zoals rond Reuzegom en het proces Sanda Dia tot grote acties. Ons protest tegen Arizona en alles waar het voor staat, is sterker als we de volledige reactionaire agenda bestrijden en protest met elkaar verbinden. 

    Ons protest niet opbouwen is geen optie. Rechts staat al klaar met volgende aanvallen, onder meer rond de lonen (index en loonnormwet liggen eind 2026 opnieuw op tafel) en met nieuwe aanvallen op de meest kwetsbaren (zoals vluchtelingen, werklozen, zieken …). We moeten strijden om te kunnen winnen, om het rechtse offensief te stoppen en om een eigen alternatief vanuit de noden van de werkende klasse te populariseren en hiervoor een krachtsverhouding op te bouwen.

  • Arizona moet weg, dat moeten onze acties uitstralen

    De Arizona-regering heeft het voordeel van de duidelijkheid. Er is zelfs geen poging om de beenharde, asociale politiek met een sociaal ogend sausje te camoufleren. Deze regering haalt de botte bijl boven om op een structurele manier sociale rechten af te bouwen. Vooral de slachtoffers van een harder wordende samenleving kunnen op weinig mededogen rekenen. Vluchtelingen zullen hemel en aarde moeten verzetten om hier een waardig leven op te bouwen.

    Artikel door Bart Vandersteene uit ‘de Linkse Socialist’

    De Arizona-regering schrijft zich expliciet in binnen de internationale Trumpistische tendens. Weg met de schijn van progressiviteit of diversiteit. Het huidige kapitalisme evolueert naar een meer naakte en brute vorm, gekenmerkt door internationale concurrentie, handelsoorlogen en militaire confrontaties. Dit gaat gepaard met een nationaal beleid waarin de staat radicaal ten dienste staat van de eigen kapitalisten. Overheidsmiddelen worden ingezet als subsidies voor bedrijven, legers worden uitgebouwd en oppositiebewegingen met repressie de kop ingedrukt. Vooruit heeft blijkbaar geen enkel probleem om hierin mee te gaan.

    Deze regering en de elite stralen een zelfvertrouwen uit dat vooral hun zenuwachtigheid moet verbergen. Er is weinig maatschappelijk draagvlak voor dit beleid, zeker als het echt uitgedaagd wordt. De agressieve en hypermannelijke toon heeft één doel: de tegenbeweging intimideren en de indruk wekken dat er geen alternatief mogelijk is. Wanneer de tegenbeweging op gang komt, zal deze bestreden worden met een agressieve anti-woke tirade, bedoeld om seksistische en racistische ideeën aan te wakkeren en zo de aandacht af te leiden van de asociale maatregelen en hun impact op de volledige werkende klasse.

    Overleg met Arizona is niet mogelijk

    Onze ambitie moet veel verder reiken dan protesteren om enkele kleine toegevingen te bekomen aan de onderhandelingstafel. Toch is dat waar de huidige dominante vakbondsstrategie ons naartoe leidt. Het grootste deel van de vakbondsleiding houdt halsstarrig vast aan een model van sociaal overleg dat door de kapitalisten al lang overboord werd gegooid. Deze regering en de kapitalistische klasse die ze vertegenwoordigt, zijn niet van plan om te ‘overleggen’ over hun agenda.

    De nieuwe algemeen-secretaris van het ABVV, Bert Engelaar, bracht een frisse wind in de communicatie. Toch lijkt hij vooral een vlottere en jongere vertegenwoordiger van dezelfde groep binnen het ABVV die nauwe banden onderhoudt met Vooruit. Een band die steeds moeilijker te verantwoorden valt tegenover de achterban. In plaats van vast te houden aan overleg dat nergens toe leidt, hebben we een strategie nodig die gebaseerd is op krachtsverhoudingen en die deze regering effectief een halt toeroept en ten val brengt.

    Toen Engelaar door de Gazet van Antwerpen werd gevraagd: ‘Als u een nieuw regeerakkoord eist, zegt u eigenlijk dat deze regering moet vallen?’, antwoordde hij: “De mensen hebben rechts gestemd, dan is een rechtse regering niet onlogisch. Om nu te zeggen dat deze regering moet vallen… Kijk, dit zal nooit mijn regering zijn, maar ik ga proberen om er het beste van te maken. De balans tussen werkgevers en werknemers zit gewoon niet goed. Ik ga proberen voor evenwicht te zorgen.”

    Dit is niet gewoon naïef; het verraadt de intentie van de vakbondsleiding. Eerst bombastische taal gebruiken om een algemene staking aan te kondigen, deze vervolgens halfslachtig organiseren en nadien toch aan de onderhandelingstafel gaan zitten. Als er dan een kruimel van de tafel valt, zal de vakbondsleiding, arm in arm met Vooruit, het sociale overlegmodel bewieroken en beweren dat ze alles hebben gedaan om die kruimel te realiseren. Wanneer er kritiek komt uit eigen rangen, zal men beweren dat de kiezers nu eenmaal voor deze regering hebben gekozen – eigen schuld, dikke bult. De waarheid is dat dit regeerakkoord nooit een meerderheid had gekregen als het voor de verkiezingen volledig op tafel had gelegen.

    Arizona moet vallen

    We moeten deze regering stoppen en niet toelaten dat ze haar agenda uitvoert. Belangrijke sociale verworvenheden dreigen structureel te worden uitgewist. De val van deze regering is noodzakelijk. Elke daaropvolgende regering, ongeacht haar samenstelling, zal dan weten dat dit beleid geen draagvlak heeft. Bovendien zal een sterkere tegenbeweging met een kwalitatief uitgebreide organisatorische capaciteit en een overwinningservaring elke nieuwe regering met vertrouwen tegemoet treden.

    Op 31 maart volgt een eerste algemene staking. Deze moet tot in de puntjes worden voorbereid en zo breed mogelijk worden gedragen. Maar we hebben niet alleen een sterke en algemene staking nodig. We moeten ook inzetten op een volledige en diverse mobilisatie van het verzet. 31 maart moet een dag worden waarop iedereen zijn verzet tegen de Arizona-regering kan uiten – van jong tot oud, in alle sectoren en via een brede mobilisatie van alle bewegingen tegen onderdrukking. Lokale betogingen kunnen deze dynamiek versterken, met acties op en rond scholen, jongeren die deelnemen aan manifestaties en georganiseerde blokken van vrouwenbewegingen, de Palestijnse solidariteitsbeweging, vluchtelingenorganisaties, klimaatcoalities, en meer. Enkel door een massale, diverse mobilisatie kunnen we een kracht opbouwen die de Belgische variant van het Trumpisme kan stoppen.

  • Enkele leugens van de besparingspolitiek ontmaskerd

    De besparingspolitiek van de regering wordt vaak verdedigd met argumenten dat de maatregelen zogezegd “onvermijdelijk” en “rationeel” zouden zijn. Maar wie profiteert er echt van? Wie betaalt de prijs? Laten we enkele van de meest gehoorde tegenargumenten ontkrachten.

    Artikel door Nick (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist

    https://nl.socialisme.be/100813/arizona-vergroot-de-ongelijkheid

    1. “We leven langer, dus is langer werken normaal”

    Feit: De stijging van de levensverwachting geldt vooral voor de hogere inkomens. Werkenden in zware beroepen en de armere lagen van de bevolking zien hun levensverwachting nauwelijks stijgen of zelfs dalen. Bovendien zegt een hogere levensverwachting niets over de gezondheid op latere leeftijd. Veel arbeiders en zorgpersoneel kampen op hun zestigste al met rugproblemen, hart- en vaatziekten en chronische pijn. Hen verplichten langer te werken, is niets minder dan een aanslag op hun gezondheid. Als er vandaag meer langdurig zieken zijn, komt dat onder meer door de maatregelen die iedereen verplichten om langer te werken.

    2. “We moeten besparen om de pensioenen betaalbaar te houden”

    Feit: De pensioenkosten zijn slechts een excuus voor een bewust beleid dat ten dienste staat van de grote vermogens. De regering beweert dat er geen geld is voor waardige pensioenen, terwijl ze miljarden uitgeeft aan belastingverlagingen voor bedrijven en de rijken. De belastingverlaging voor vennootschappen in 2017 kostte de staatskas jaarlijks 8 miljard euro. 

    3. “Nacht- en flexwerk zijn nodig om onze economie draaiende te houden”

    Feit: Nachtwerk en extreme flexibiliteit zorgen niet alleen voor uitbuiting, maar ook voor een gezondheidscrisis. Werknemers in nachtdiensten hebben een veel hoger risico op slaapstoornissen, depressies en hart- en vaatziekten. Toch worden bedrijven niet verantwoordelijk gesteld voor deze gevolgen. In plaats daarvan belanden nachtarbeiders in een zorgsysteem dat steeds meer uitgehold wordt. Dit is een typische vorm van sociale kosten afschuiven: de bedrijven maken winst, de samenleving betaalt de prijs.

    De Arizona-regering wil nachtarbeid vergemakkelijken door enkel werkuren na middernacht nog als nachtarbeid te beschouwen. Dit betekent dat premies voor nachtarbeid verdwijnen voor de vier uren tussen 20u en middernacht. Voor een logistiek arbeider in de voedingshandel betekent dit een verlies tot 434 euro per maand aan nachtpremies – een brutale aanval op de koopkracht van werkenden. Dit beleid zorgt niet alleen voor dalende lonen, maar zet de deur open voor verdere flexibilisering en onzekere werkvoorwaarden.

    4. “Een activeringsbeleid is nodig om mensen uit de werkloosheid te halen”

    Feit: De regering presenteert haar werkloosheidsmaatregelen als “activerend”, maar in realiteit is het gewoon een bestraffingsmechanisme. Werkzoekenden worden opgejaagd, zonder dat er voldoende fatsoenlijke jobs zijn. Flexi-jobs en precaire contracten nemen toe, terwijl stabiele voltijdse banen verdwijnen. Vooral jongeren en vrouwen worden getroffen: zij worden gedwongen in onzeker werk zonder sociale bescherming, wat hun gezondheid en toekomstkansen ondermijnt.

    5. “Zieken moeten sneller geactiveerd worden”

    Feit: De jacht op zieken is in volle gang. Werkgevers kunnen al vanaf de eerste ziektedag een re-integratietraject starten, en wie langdurig ziek is, wordt gedwongen zich in te schrijven als werkzoekende. Dit terwijl de werkdruk en burn-outs de pan uitrijzen. De regering bespaart op gezondheidszorg en preventie, terwijl ze tegelijk de sociale zekerheid ondergraaft. Dit zal leiden tot meer zieken, meer armoede en een grotere druk op de zorgsector.

    6. “Niet besparen is de schuld doorschuiven naar toekomstige generaties”

    Feit: Dit is de ultieme hypocrisie. Het argument van de ‘toekomstige generaties’ wordt al sinds de jaren 1980 gebruikt en telkens weer gerecycleerd. De echte erfenis die we doorgeven, is een samenleving waarin winst primeert op gezondheid en sociale bescherming. Eens jongeren afgestudeerd zijn in een ondergefinancierd onderwijsstelsel, worden ze geconfronteerd met slechtere arbeidsvoorwaarden, langere loopbanen en een onbetaalbare zorgsector. De regeringen van vandaag maken bewust keuzes die de ongelijkheid vergroten en de sociale zekerheid uithollen. Dit is geen financiële noodzaak, maar klassenpolitiek.

    De echte oplossing: strijd en herverdeling van de rijkdom

    Als we een gezonde toekomst willen garanderen, moeten we breken met het beleid van sociale afbraak. We hebben nood aan:

    • Massale investeringen in de zorgsector in plaats van besparingen en privatisering.
    • Arbeidsduurverkorting zonder loonverlies met bijkomende aanwervingen en verlaging van de werkdruk, zodat mensen gezonder kunnen werken.
    • Haal het geld bij de grote vermogens in plaats van lastenverlagingen aan bedrijven te geven.
    • Sterke sociale zekerheid, zodat werkenden niet tot hun laatste krachten moeten werken.

    Dit zullen we niet cadeau krijgen, we zullen ervoor moeten strijden. In die strijd stellen we de volledige maatschappelijke organisatie in vraag. Om met de meerderheid van de bevolking over onze toekomst te beslissen, moeten we immers de macht van de kleine groep superrijke kapitalisten breken.

  • Eerst kwamen ze voor de vluchtelingen…

    Ontmenselijking in een internationaal opbod voor het ‘meest strenge asielbeleid’. Dat is waar Arizona voor staat. Met de Trumpiaanse wind in de rug worden de rechten van vluchtelingen herleid tot quasi nul, een niveau waarvan experts zich afvragen of het grondwettelijk is. Als de regering de meest kwetsbaren zo hard aanvalt, is dat slechts een voorbode voor wat ons allemaal te wachten staat. Een analogie met de bekende uitspraak van Martin Niemöller is hierbij gepast. (*)

    Extreemrechts zit formeel niet in deze regering, maar dat neemt niet weg dat het asielbeleid enkel als extreemrechts kan omschreven worden. Blijft er iets over uit het oude 70-puntenplan van het Vlaams Blok dat ondertussen nog niet in beleid is omgezet?

    Ongezien, ongehoord, onaanvaardbaar

    De opvang van vluchtelingen wordt beperkt tot ‘bed, bad, brood en begeleiding’, en zelfs dat wordt niet gegarandeerd. Na talloze veroordelingen omdat de Belgische overheid geen enkele opvang voorziet, wil Arizona de bestaande opvangcapaciteit verder afbouwen en de wet veranderen zodat het zich op “overmacht” kan beroepen om dat te rechtvaardigen. Sociale bescherming wordt afgebouwd, zo kan er pas na vijf jaar aanspraak zijn op een leefloon.

    Woonstbetredingen bij mensen-zonder-papieren, zonder huiszoekingsbevel en zonder toestemming, worden mogelijk. Dat opent de deur voor razzia’s die zich niet beperken tot de openbare ruimte.

    Gezinshereniging wordt nog moeilijker. Nu is het voor erkende vluchtelingen al niet evident om hun partner en/of kinderen naar hier te brengen. Voortaan komt er onder meer een wachttijd van twee jaar bij voor oorlogsvluchtelingen. Wie de genocide in Gaza ontvlucht, wordt dus gevraagd om twee jaar te wachten vooraleer de rest van het gezin naar België mag komen. Wie dat verzint, zou beter zelf eens proberen om al is het slechts een week of een maand in Gaza te overleven. Deze wachttijd zal in de praktijk voor de meeste vluchtelingen gelden. In 2024 waren er 39.615 asielaanvragen in België, waarvan 14% uit Palestina kwam, 11% uit Syrië en 10% uit Afghanistan. Niet de steeds meer onbestaande bescherming van vluchtelingen zorgt voor een ‘aanzuigeffect’, de oorlogspolitiek die door de Belgische regering wordt gesteund zorgt voor een ‘vertrekeffect’.

    Bij de procedure wordt zelfs de schijn van ‘gerechtigheid’ overboord gegooid. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV) wordt ‘hervormd’ om kortere en volledig schriftelijke procedures mogelijk te maken, waarbij beslissingen minder gemotiveerd worden en de mogelijkheid van beroep beperkt wordt. De juridische bijstand wordt “geëvalueerd”, een procedure voor de RVV wordt duurder en er komt zelfs een mogelijkheid om advocaten te straffen bij “kennelijk onrechtmatig ingestelde beroepen”. Enkele professoren grondwettelijk recht, mensenrechten en migratierecht omschrijven de voorgestelde maatregelen als “ongezien en ook ongehoord, want in strijd met de scheiding der machten, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en/of fundamentele rechten.”

    Wie uiteindelijk de Belgische nationaliteit wil en slaagt in een ‘nationaliteitsexamen’, zal 1000 euro moeten betalen in plaats van de huidige 150 euro. Het indexeren van deze 1000 euro wordt niet in vraag gesteld, ook niet vanaf 2027 zoals voor onze lonen en uitkeringen. Ook hier kan Conner Rousseau mee uitpakken…

    Solidariteit en strijd

    De heftige ruzie tussen Musk en MAGA-aanhangers rond migratie was een uitdrukking van de tegenstrijdigheden van rechts. Enerzijds surfen ze op racisme dat ze zoveel mogelijk aanwakkeren, anderzijds doen ze als bazen maar al te graag beroep op goedkope arbeidskrachten die extra hard uitgebuit worden.

    Ook in België zijn er tienduizenden mensen-zonder-papieren elke dag aan het werk aan lage lonen en zonder enige bescherming. Via stelsels van onderaanneming werken ze aan de renovatie van metrostations of zelfs als schoonmakers in justitiepaleizen en andere openbare gebouwen. Superuitbuiting zet een neerwaartse druk op alle lonen en arbeidsvoorwaarden.

    Mensen-zonder-papieren verzetten zich tegen Arizona. Op de betoging van 13 februari was er een delegatie aanwezig. Er is nood aan solidariteit. Als de regering ermee wegkomt om één laag van kwetsbare werkenden te ontmenselijken, zal dit nadien verder doorgezet worden naar andere lagen. Uiteindelijk worden alle werkenden geviseerd, dat is eigen aan de winstmachine van het kapitalisme. In plaats van toe te laten dat de bazen en hun politici vinger per vinger breken, maken we beter meteen samen een strijdbare vuist.

    (*) De bekende tekst van Martin Niemoller:

    Toen de nazi’s de communisten arresteerden heb ik gezwegen; ik was immers geen communist.

    Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat.

    Toen ze de vakbondslieden kwamen halen heb ik gezwegen; ik was immers geen vakbondsman.

    Toen ze de Joden opsloten heb ik gezwegen; ik was immers geen Jood.

    Toen ze mij kwamen halen… was er niemand meer die nog kon protesteren.

  • Strijden en staken om de rechten en eisen van vrouwen uit de schaduw te halen!

    Amper vier van de vijftien ministers van de federale regering-De Wever zijn vrouwen. Het kernkabinet bevat er zelfs geen enkele. Die kern, het beslissingsorgaan van de federale regering, zal dus onder mannen beslissen over maatregelen als abortus, minimumpensioen, gelijkgestelde periodes en andere zaken die vrouwen aanbelangen.

    door Katarina (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Bij de eerste groepsfoto van de regering-De Wever moest men ‘waar is Wally’-gewijs gaan zoeken naar de vrouwelijke ministers. Zij werden ongelukkig achteraan in de schaduw weggestoken. Een foto en een samenstelling van een regering zeggen natuurlijk niet alles. Heeft deze Arizona-regering met een hoog witte-mannen-gehalte oog voor vrouwenthema’s en zet ze vrouwen en genderminderheden centraal in het geplande beleid? Of valt de vrouwonvriendelijke lijn door te trekken naar het beleid? We nemen enkele elementen uit het regeerakkoord onder de loep.

    We gingen toch meer verdienen?

    De partijen die deel uitmaken van Arizona beloofden ons dat we meer zouden gaan verdienen. Dit regeerakkoord bewijst het tegenovergestelde. De loonnormwet blijft onveranderd, de index is niet gered en komt tegen eind 2026 opnieuw op tafel te liggen. De BTW op bepaalde goederen wordt opgetrokken. Wanneer één van beide partners niet werkt of een beperkt inkomen ontvangt, krijgen gezinnen een fiscaal voordeel, de huwelijksquotiënt. Deze wordt afgebouwd. Aangezien vrouwen veel vaker een deel van hun loopbaan opgeven voor onbetaalde zorgarbeid, betekent dit een daling van hun inkomen.

    De welvaartsenveloppe wordt afgeschaft, wat betekent dat er geen systemische optrekking meer is van de laagste uitkeringen en pensioenen. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in die laagste uitkeringen en pensioenen. Hierdoor zullen veel mensen onder de armoedegrens belanden.

    De minimumlonen zullen gedurende de legislatuur tweemaal met 20 euro netto per maand worden opgetrokken. Dat is wel een heel beperkte ambitie. Ook dit treft veel vrouwen, aangezien velen werken in sectoren met de laagste inkomens.

    De Arizonaregering plant hard te snoeien in openbare diensten en de publieke arbeidsstelsels. Het zijn vooral vrouwen die gebruikmaken van publieke diensten en er ook in werken.

    Flexibel werk nog flexibeler?

    40% van de vrouwen werkt deeltijds. De meerderheid ervan koos er niet vrijwillig voor, maar doet dit om de zorg op te nemen voor de kinderen en andere afhankelijke personen. Velen doen het omdat ze geen voltijds werk vinden of omdat ze werken in sectoren die vooral deeltijdse jobs aanbieden. Arizona wil de mogelijkheden voor deeltijds werk vergroten, dit zou voortaan kunnen met contracten vanaf 3 uur per week.

    De verplichte sluitingsdag en de zondagsrust staan op de helling. Het verbod op nachtarbeid wordt opgeheven. Het wordt gemakkelijker om de arbeidstijd niet langer per week of maand in te vullen, maar per jaar. Annualisering van de arbeidstijd is dat. Stel dat je 24 uur per week werkt, dan kan de werkgever in rustige maanden 12 uur per week inplannen en in drukke maanden 36 uur per week. Daarnaast worden de overurenstelsels herbekeken en overuren zonder compensatie worden nog meer mogelijk.

    Werknemers worden alsmaar meer in flexibelere arbeidsregimes geduwd met directe negatieve gevolgen voor de work-life balans en voor de gezondheid.

    Gemiddeld werkt een vrouw na haar werk nog eens 33 uur aan onbetaalde arbeid thuis per week. De zogenaamde dubbele shift. Nu worden twee op de drie tijdskredieten opgenomen door vrouwen. De regering wil het systeem van zorg- en tijdskredieten vereenvoudigen en samenbrengen in een familiekrediet. Er wordt gevreesd dat dit in de realiteit zal leiden tot strengere voorwaarden.

    Pensioen onbereikbaarder voor vrouwen

    Naar schatting heeft 26,7% van de werknemers bij pensionering geen loopbaan van 35 jaar effectieve tewerkstelling. De gemiddelde effectieve loopbaan van een vrouw bedroeg in 2019 31,6 jaar tegenover 35,4 jaar voor een man.

    Elke toegang tot vervroegd pensioen wordt zo goed als onmogelijk. SWT, het vroegere brugpensioen, verdwijnt (met uitzondering van SWT wegens medische redenen). De voorwaarden voor landingsbanen worden opgetrokken, met strenge loopbaanvereisten waarin onder meer ziekte niet wordt meegerekend. De loopbaanvereiste voor vervroegd pensioen (bijvoorbeeld op 60 jaar na een loopbaan van 44 jaar) wordt strenger.

    Voor een pensioen is een minimale loopbaan van 35 jaar vereist, waarvan elk jaar minstens de helft effectief moet gepresteerd worden (156 dagen in een zesdaagse werkweek). Gelijkgestelde periodes (ziekte, werkloosheid, tijdskrediet, moederschapsrust …) mogen maar tot 40% van de loopbaan tellen vanaf 2027, wat al gauw daalt tot 20% in 2031. Vrouwelijke werknemers komen gemiddeld aan 39% gelijkgestelde periodes. Oh ja, voor de gelijkgestelde periodes geldt een beperking van het fictief loon zodat het pensioenbedrag lager ligt.

    De invoer van een pensioenmalus heeft het perverse effect deeltijds werkenden te straffen. Vier op vijf deeltijdse jobs worden uitgevoerd door vrouwen.

    Stelsels als het overlevingspensioen en het echtscheidingspensioen worden afgebouwd. Dit zijn stelsels waarvan vooral vrouwen de begunstigden zijn. Vaak gaat dit over vrouwen die thuisbleven voor het gezin.

    De pensioenmaatregelen van de Arizonaregering zouden de pensioenkloof tussen vrouwen en mannen doen oplopen tot 42%.

    Jacht op zieken en werklozen

    Ruim een half miljoen werknemers en zelfstandigen in België is langdurig ziek. 54,7% van deze mensen zijn vrouwen. 60% van de langdurige zieken met burn-out, spier- en skeletaandoeningen zijn vrouwen. Dit is te wijten aan het feit dat ze werken in sectoren met veel mentale en fysieke belasting, maar ook aan de dubbele dagtaak van werk en gezin. De Arizonaregering wil een snellere activering van zieken. Dat wil ze doen door herintegratietrajecten dwingender te maken. Maar Arizona investeert niet in werkbaar werk en haalbaardere progressief werksystemen.

    De regering-De Wever maakt een prioriteit van een aanval op de werklozen, met onder meer een snellere degressiviteit en een beperking van de uitkering in de tijd. Er zijn ongeveer evenveel mannen als vrouwen werkloos, onder langdurig werklozen zijn er iets meer vrouwen. Eén van de redenen hiervoor is dat vrouwen meer in precaire arbeidssystemen zitten. Daarnaast is een terugkeer naar de arbeidsmarkt vaak moeilijker door vooroordelen en door de aangepaste rolverdeling in het huishoudelijk werk.

    Abortusrechten en strijd tegen gendergerelateerd geweld naar de koelkast verwezen

    Abortus in België is heden ten dage toegestaan tot 12 weken zwangerschap. Daarbovenop is er de verplichte bedenktijd van vijf dagen en staat abortus nog steeds in het strafwetboek. Ondanks het jarenlange werk van expertisebureaus en populaire steun om abortus te decriminaliseren en de termijn te verlengen, werd het abortusdossier steevast gebruikt als pasmunt voor andere politieke dossiers. Het resultaat was dat er niets veranderde.

    Dat zal wellicht ook nu niet gebeuren.  Het regeerakkoord stelt: “We zetten het maatschappelijk debat rond de vrijwillige zwangerschapsafbreking verder op basis van het rapport van de expertencommissie. Na consensus tussen de meerderheidspartijen, passen wij de huidige abortuswetgeving aan.” De meerderheidspartijen houden er te verschillende standpunten op na om tot een consensus over een verlenging van de abortustermijn te komen. In realiteit betekent dit dus geen wetsaanpassingen.

    Over preventie van gendergerelateerd geweld bevat het regeerakkoord maar één zinnetje. De verdere uitrol van Zorgcentra na Seksueel Geweld is positief, maar het blijft beperkt tot wat eerder al was beslist (drie nieuwe centra) terwijl de noden veel groter zijn.

    De plaats van vrouwen is in de strijd!

    Arizona is een ernstige bedreiging voor de welvaart en het welzijn van iedereen. Vrouwen worden erg hard getroffen door de voorgestelde maatregelen. Diensten en stelsels waar veel vrouwen gebruik van maken dreigen te verdwijnen of worden verder kapot bespaard. Arbeidstijd en -regimes van werkneemsters dreigen te worden verlengd met een steeds grotere flexibiliteit, zonder enige erkenning van de onbetaalde arbeid die zij op zich nemen.

    Strijd tegen deze regering is noodzakelijk om onze rechten en eisen uit de schaduw te halen. Sterke en strijdbare betogingen op 8 maart, de internationale vrouwendag, kunnen onze eisen hoog op de agenda plaatsen. Daarmee versterken we de mobilisatie naar de algemene staking van 31 maart en het actieplan dat hierna noodzakelijk is.

  • Actieplan nodig om Arizona te doen vallen!

    Bij de spoorwegen gaat het er heftig aan toe. Het moet gezegd worden dat de pensioenhervorming voor ons een echte ramp is: met een berekening op basis van de hele loopbaan en de afschaffing van de voorkeursregeling zou het bedrag van onze pensioenen met meer dan 20% worden verlaagd. Voor treinpersoneel (machinisten en conducteurs) zou het einde van de mogelijkheid van vervroegd pensioen voor sommigen betekenen dat ze 12 jaar langer moeten werken! En dan hebben we het nog niet eens over de bedreigingen voor ons statuut, ons ziekenfonds en de toekomst van iedereen die deel uitmaakt van de spoorwegen. Arizona is ook een directe aanval op passagiers, met plannen om bepaalde haltes te schrappen.

    door een treinbegeleider

    Twee kleine onafhankelijke vakbonden, OVS en ASTB, organiseerden met succes een 9-daagse staking tussen eind februari en begin maart. Ze waren er sneller bij dan het front van de traditionele vakbonden ACOD en ACV, die later hun eigen plan aankondigden. Dit bestond uit een paar stakingsdagen per maand tot juli, inclusief data voor intersectorale en interprofessionele acties. Tegen hun achterban, die een nog harder actieplan eiste, antwoordden de leiders van de traditionele vakbonden: “We zitten in een marathon, niet in een sprint!”

    De angst om “te vroeg, te snel, te hard” te staken is legitiem. De regering zou kunnen gokken op een snel verlies van momentum in de sectoren die het meest in de voorste gelederen van de protesten staan, om vervolgens van het begin van de zomer te profiteren om haar ergste hervormingen door te drukken. Het is dus waar dat we een duurzaam plan nodig hebben. Maar dit mag niet gebruikt worden als excuus om de strijd te vertragen of ons te beperken tot het oproepen tot “overleg”. Zelfs als de helft van de maatregelen geschrapt wordt, blijft het Arizona-plan onverteerbaar. Er valt dus niets te onderhandelen!

    Solidariteit opbouwen

    We zijn vastberaden, maar laten we eerlijk zijn: dat is deze regering ook. De Wever en zijn werkgeversvrienden zijn bereid om een paar dagen staking uit te zitten als dat voor hen op de lange termijn meer winst betekent. Een hard, goed doordacht actieplan zal dus essentieel zijn om hen te doen buigen. Het is niet alleen een kwestie van het aantal stakingsdagen opvoeren, maar ook van een solidariteitsbeweging opbouwen met iedereen die Arizona in gevaar brengt.

    We weten allemaal waar rechts mee bezig is: doen alsof de acties gevoerd worden door slechts een “kleine minderheid”, die dan nog zijn “privileges” verdedigt. Werknemers worden tegen elkaar opgezet. De nieuwe minister van Mobiliteit, Jean-Luc Crucke, betreurt het dat bij de spoorwegen “twee kleine vakbonden die 5% van het personeel vertegenwoordigen beslissen om alles te blokkeren”. Maar meneer de minister, als alleen de vakbondsverantwoordelijken zouden staken, zou 99% van de treinen rijden… Als de spoorwegen geblokkeerd zijn, komt dat omdat duizenden spoorwegarbeiders besloten hebben om deel te nemen aan de actie, het is zeker niet beperkt tot 5%!

    Solidariteit is ons beste wapen tegen verdeeldheid. Solidariteit op onze werkplekken, solidariteit tussen sectoren, solidariteit met alle lagen van de bevolking die zullen lijden als Arizona zijn plannen kan uitvoeren.

    Een echt actieplan

    Personeelsbijeenkomsten op de werkvloer zijn essentieel om al onze collega’s te informeren over wat er op het spel staat en om de acties democratisch te bespreken. Deze regering valt onze arbeidsomstandigheden, onze sociale zekerheid, onze pensioenen en onze openbare diensten aan. Maar ze gaat ook degenen die al in de put zaten er nog wat dieper in duwen: alleenstaande ouders, sociale uitkeringstrekkers, minderheden en migranten. De best georganiseerde werknemers zouden solidariteitsacties kunnen opzetten met andere sectoren in de strijd. Bijvoorbeeld door solidariteitsboodschappen te publiceren op sociale netwerken, bezoeken te organiseren aan stakersposten van anderen of door gezamenlijke bijeenkomsten te houden.

    De algemene staking op 31 maart zou op ieders agenda moeten staan. Die actiedag kan een echte krachtmeting worden. Door de hele economie van het land tot stilstand te brengen, door hun winsten aan te vallen, zullen we de enige taal spreken die de machtigen begrijpen. Daarnaast moeten andere acties worden georganiseerd: een staking van de openbare diensten, roterende stakingen, massale deelname aan de internationale vrouwendag op 8 maart, enz. zijn nuttig om de mobilisatie op te bouwen.

    We moeten ook plannen maken voor de periode na 31 maart. We willen niet dezelfde fouten maken als in 2014, toen de vakbondsleiders na een buitengewone mobilisatie geleidelijk de actie lieten varen. Door geduldig een actieplan op te bouwen dat crescendo aangroeit, door zo breed mogelijk te mobiliseren, kunnen we winnen.

    Informeren en organiseren!

    Het informeren en organiseren van collega’s, vrienden en buren is essentieel. De rechtse politici, allerhande ‘experten’ en de traditionele media overspoelen ons dagelijks met leugens en propaganda. Daarop antwoorden we best zo collectief mogelijk. Enkele voorstellen.

    • Wie weet wat de Arizona-maatregelen concreet betekenen, is kwaad. Dat kunnen we stimuleren met informatiekrantjes, zoals de toegankelijke pensioenkranten in gemeenschappelijk vakbondsfront in 2014 en 2018. Uiteraard zijn daar ook digitale varianten van nodig.
    • Met infosessies op elke werkplaats is het mogelijk om collega’s te bereiken en de geplande maatregelen te vertalen naar die werkvloer.
    • Militantenbijeenkomsten per sector en per regio kunnen de temperatuur meten, eisen verfijnen en volgende stappen in het actieplan voorbereiden.
    • Betogingen en stakingsdagen per sector of regio kunnen aangegrepen worden om gerichte campagnes op die sector of regio te voeren.
    • Nationale algemene stakingsacties zijn noodzakelijk, als er niet geluisterd wordt na een eerste 24-urenstaking moet opgebouwd worden naar een sterkere staking die bijvoorbeeld 48 uur kan duren. Tussentijdse acties (zoals acties per sector of regio) kunnen daarnaar opbouwen.
    • Personeelsvergaderingen en een blijvende betrokkenheid zijn nodig. Daarmee kunnen we onze beweging organiseren en antwoorden op de leugenachtige propaganda van het establishment die een versnelling hoger schakelt.
    • Onze zelforganisatie wordt cruciaal. Initiatieven die activisten bijeenbrengen, zoals Commune Colère, versterken dit.
    • Doorheen deze zelforganisatie moeten we het ook durven hebben over welke maatschappij we willen en hoe we een alternatief kunnen afdwingen.

    Een voorbereide beweging is er twee waard…

    Zwakheid zet aan tot agressie. Elke beweging hoedt zich dan ook best voor mogelijke zwakheden in het protest. Drie belangrijke kwesties.

    1/ Bewaren van onze eenheid. Alle mogelijke vormen van verdeeldheid worden gepropageerd. Ambtenaren zouden geprivilegieerd zijn omdat sommigen van hen een pensioen hebben waarmee je een woonzorgcentrum kan betalen. Dat is geen privilege, maar zou een recht voor iedereen moeten zijn. Communautaire tegenstellingen worden terug opgerakeld. Racisme staat altijd hoog op de rechtse agenda. Ook de hele anti-woke campagne is gericht op het zaaien van verdeeldheid. Het zijn geen trans personen die onze pensioenen aanvallen, dat gebeurt door de rijke mannenclub waar Arizona voor staat.

    2/ Een strategie om te winnen. Een losse opeenvolging van acties is geen plan. De kracht van een actieplan zit in het opbouwende karakter: elke actie bouwt op naar een volgende. De waarschuwing dat we een marathon zullen moeten lopen en geen sprint, mag geen excuus zijn om ondertussen vooral ter plaatse te blijven trappelen waardoor de woede tot frustratie en verbittering leidt in plaats van stevige strijd. Ook voor een marathon is er veel en regelmatige training nodig, anders halen we het niet. Het mag ook geen excuus zijn om onduidelijkheid te laten over onze doelstelling: de val van Arizona. Niet in 2029, maar liefst zo snel mogelijk! Wachten op verkiezingen leverde ons nooit iets op, het is door onze eigen acties dat we zaken afdwingen.

    3/ Duidelijkheid over wat we willen. In 2014 groeide de steun voor een vermogensbelasting op de superrijken, maar werd die eis meer en meer vertaald naar een ‘taxshift’. We kregen een taxshift, maar die was niet in ons belang. Duidelijke eisen versterken de beweging en verkleinen de ruimte om ons in de zak te zetten. We komen op voor een echte vermogensbelasting, massale investeringen in publieke diensten, collectieve arbeidsduurvermindering, pensioen op 60, behoud van SWT … We koppelen dat aan de noodzaak van een samenleving waarin de meerderheid van de bevolking echt beslist, ook over wat en hoe er geproduceerd wordt, zodat dit gericht wordt op de noden.

  • Arizona vergroot de ongelijkheid

    We worden voortdurend aangespoord om “samen onze schouders onder de maatschappij te zetten.” Maar wat als sommigen nauwelijks bijdragen terwijl anderen het volle gewicht torsen? De cijfers spreken boekdelen: de rijksten betalen amper 4% via een meerwaardebelasting (die deels bij de middenklasse terecht komt en waarbij er meteen over achterpoortjes wordt gesproken), terwijl de rest van de bevolking opdraait voor de overige 96%. Dit is geen kwestie van gezamenlijke inspanning, maar een bewuste strategie om structurele ongelijkheid in stand te houden.

    Artikel door Nick (Antwerpen) voor de maarteditie van De Linkse Socialist

    Harder en langer werken

    Een pijnlijk voorbeeld van deze klassenpolitiek is de flexibilisering van nachtarbeid, overuren en werkritme. Werknemers betalen de prijs met hun gezondheid: slaapproblemen, hart- en vaatziekten en een verhoogd sterfterisico zijn slechts enkele van de gevolgen. Wetenschappelijke studies tonen keer op keer aan dat structureel nachtwerk het risico op chronische ziekten verhoogt. Toch worden de kosten niet gedragen door de bedrijven die nachtarbeid promoten, noch door de overheid die deze flexibilisering faciliteert. De rekening wordt doorgeschoven naar de getroffen werknemers en de gezondheidszorg. Dit is pure externalisering van lasten: de bedrijven plukken de vruchten, werknemers dragen de risico’s.

    De geplande pensioenhervormingen zijn een volgende stap in de afbraak van de sociale zekerheid. Vrouwen, die door deeltijds werk en zorgtaken vaak minder pensioenrechten opbouwen, worden extra hard getroffen. De kloof tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt wordt zo enkel dieper. Tegelijkertijd ondermijnt het nieuwe systeem het recht op een menswaardig pensioen voor wie tijdens zijn loopbaan geconfronteerd wordt met ziekte of psychische problemen.

    Het bonus-malus-systeem verplicht werkenden om langer te blijven werken, zonder rekening te houden met de fysieke tol van een langdurige carrière. Pensioenen worden zo een instrument van bestraffing voor de meest kwetsbaren in plaats van een sociaal vangnet. De regering doet er alles aan om iedereen voltijds tot 67 jaar aan het werk te houden en zet de deur open voor druk om ook na de wettelijke pensioenleeftijd aan de slag te blijven.

    Een schrijnend voorbeeld van de onbetrouwbaarheid van dit beleid is de invoering van de pensioenmalus. Minister van Pensioenen Jan Jambon beweerde eerst dat ziekteperiodes zouden meetellen als gelijkgestelde periodes en beschuldigde de PVDA van “leugens” toen ze dit in vraag stelden. Nog geen 36 uur later moest hij zich excuseren: in werkelijkheid wordt ziekte niet gelijkgesteld aan effectieve arbeid, waardoor werknemers die ook maar één dag ziek zijn tijdens een halftijdse tewerkstelling een volledig jaar op hun loopbaanteller verliezen. Dit treft vooral vrouwen en werknemers in zware beroepen.

    Aanval op pensioenen vergroot de ongelijkheid

    De regering rechtvaardigt de hervorming door te stellen dat zonder ingrijpende maatregelen een steeds groter deel van de overheidsinkomsten naar pensioenen zal vloeien. Maar in werkelijkheid zijn deze tekorten het gevolg van politieke keuzes.

    Onder het mom van “harmonisatie” worden pensioenrechten afgebroken. De invoering van de pensioenmalus treft vooral zij die fysiek zwaar werk doen. Langdurige ziekte en brugpensioen worden in groeiende mate uit de pensioenberekening geschrapt, waardoor velen onverwachts langer moeten werken. Zelfs de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) wordt strenger, waardoor kwetsbare ouderen nog harder getroffen worden.

    Ondertussen verdwijnen miljarden euro’s in de zakken van de grote vermogens via belastingontwijking, speculatie en gesubsidieerde investeringen. Werklozen en bijstandstrekkers worden afgeschilderd als profiteurs, terwijl de werkelijke parasieten de financiële elite zijn. Verdeel-en-heers is de strategie: werkenden en uitkeringsgerechtigden worden tegen elkaar opgezet om te verhullen dat de ware profiteurs ongemoeid blijven.

    De overheid presenteert begrotingstekorten als een gevolg van onze sociale bescherming, terwijl ze het gevolg zijn van bewuste politieke keuzes. De verlaging van de vennootschapsbelasting van 33,99% naar 25% onder de regering-Michel betekende een jaarlijkse inkomstenderving van 8 miljard euro. Het tekort werd bewust gecreëerd, zodat de werkende klasse de put kon vullen via besparingen.

    Pensioenen zijn geen gunst, maar een recht dat werknemers doorheen hun loopbaan opbouwen. De huidige hervormingen ondermijnen dat principe en vergroten de sociale ongelijkheid. Daarom is strijd nodig: voor een eerlijke verdeling van de rijkdom, hogere lonen en een degelijk pensioen. Alleen een massabeweging kan deze aanvallen stoppen!

  • Haal het geld waar het zit, niet in onze portemonnee!

    Hieronder enkele cijfers die we haalden vanop een toelichting op een personeelsvergadering aan de UGent. Daarop waren een 400-tal aanwezigen om toelichting te krijgen bij de harde besparingsplannen en de gevolgen ervan voor het UGent-personeel. Op het einde werd geantwoord op de illusie dat er ‘geen alternatief’ zou zijn voor de besparingen of dat dit de enige manier is om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden.

    De bedrijfswinsten in ons land stegen tussen 1999 en 2024 van gemiddeld 35% naar gemiddeld 45% van de toegevoegde waarde in ons land. In 2024 bedroeg die 507 miljard. Als bedrijven tevreden zouden zijn met de winstmarges die ze 25 jaar geleden maakten, zou er 50,7 miljard extra beschikbaar zijn voor lonen, uitkeringen, sociale zekerheid en openbare diensten. Daar kan je al wat mee, niet?

    In diezelfde periode stegen de lastenverlagingen – wat bedrijven uitsparen aan bijdragen tot de sociale zekerheid – van 1,6 miljard per jaar naar 16 miljard euro per jaar: een vertienvoudiging. Dat is 3 keer de totale besparing op pensioenen en werkloosheidsuitkeringen die Arizona plant. Met dat bedrag kan je dus niet alleen die besparingen teniet doen, je heb ook nog 11 miljard over, waarmee je de uitkeringen kan optrekken tot boven de armoedegrens, of de pensioenen in de privé “harmoniseren” naar boven tot het niveau van de ambtenarenpensioenen.

    In 2024 ging er 383 miljard euro uit België naar belastingparadijzen. Sinds 2010 zijn bedrijven verplicht die transfers te melden als ze meer dan 100.000€/jaar bedragen. Opvallend: die 383 miljard aan transfers werd door slechts 765 Belgische bedrijven uitgevoerd (0,21% van de bedrijven in ons land). Een kleine toplaag aan superrijken en multinationals wist dus een bedrag dat 84% van ons BBP bedraagt over te maken naar belastingparadijzen. Nog opvallender: het grootste “transferland” is Dubai.

    Waarom? Enkele jaren tekende Didier “Lottofraudeur” Reynders een belastingverdrag met dat land dat stipuleert dat Belgisch geld dat langs Dubai passeert, en daar wordt belast (met een minimale belasting) bij terugkeer in ons land vrij is van verdere belastingen. Met andere woorden: er is een massale route voor belastingontwijking gecreëerd die door de grootste bedrijven op grote schaal wordt gebruikt. Dus: sluit deze en andere “sluipwegen” van belastingontduiking: hou het geld in België, en belast het zoals alle andere inkomsten…

    Vorig jaar stegen de financiële vermogens van “de Belgen” tot 1.230 miljard euro, opnieuw een record. Afhankelijk van de schatting zou 300 à 400 miljard daarvan in handen zijn van de rijkste 1% in ons land, die dus elk gemiddeld een financieel vermogen hebben van 3 à 4 miljoen. Opgelet: dit gaat enkel over de financiële vermogens: immobiliën etc. zitten hier niet in… Die 1% rijken kunnen perfect meer bijdragen. Een miljonairstaks van 1% op hun vermogens zou meteen 3 à 4 miljard per jaar opleveren.

    Arizona wil 96% van de besparingen doorvoeren op lonen, uitkeringen en pensioenen. Slechts 4% komt op de “sterkste schouders”. Hoewel: wie gelooft echt dat het de rijksten zullen zijn die de “meerwaardebelasting” zullen ophoesten: zullen zij niet snel een achterpoortje vinden?

    Dit is geen wetmatigheid, geen noodzaak. Het is een politieke keuze om de tendens waarin de rijken rijker worden, en de meerderheid daarvoor de prijs betaalt gewoon verder te zetten. Om dat te keren is strijd nodig, veel strijd, ideologische duidelijkheid en een heldere strategie om te winnen.

    Nu donderdag 13 februari zetten we de eerste stap. Laten we daar massaal aanwezig zijn. En er zal nog actie volgen!

  • ACV Voeding en Diensten: “aanpassing nachtarbeid betekent tot 434 bruto minder per maand”

    Persbericht van ACV Voeding en Diensten

    De Arizona-regering wil nachtarbeid vergemakkelijken in de sector van de distributie en aanverwante sectoren. Daarom wil ze enkel de uren die gepresteerd worden tussen middernacht en 6 u ‘s ochtends nog beschouwen als nachtarbeid, in plaats van de uren tussen 20 u en 6 u ‘s ochtends zoals nu het geval is. Het belangrijkste element in deze wijziging zijn de premies voor nachtarbeid, die dan niet langer betaald moeten worden voor de vier uren voor middernacht. De wijziging zou in principe de bestaande werknemers sparen en enkel van toepassing zijn voor nieuwe werknemers. De juridische invulling van dit akkoord blijft nog enigszins onduidelijk, maar er is wel degelijk een risico op verlies van koopkracht.

    ACV Voeding en Diensten berekende de bedragen die nachtwerknemers mislopen als de uren voor middernacht niet meer meetellen. Momenteel bedraagt het minimumloon voor een nachtwerknemer in een opslagplaats van de voedingshandel gemiddeld 2.900 euro/maand, en daar bovenop 913 euro aan premies voor nachtarbeid (bij een uurrooster van 22 u – 6 u ‘s ochtends). Als de uren voor middernacht voor deze werknemer niet meer worden meegeteld, dan verliest hij twee uur aan premies voor nachtarbeid voor elke gewerkte nacht. Daardoor daalt de premie van 913 euro naar 685 euro per maand, dat is een verlies van 228 euro per maand.

     Logistiek arbeider aan het minimumloonLogistiek arbeider met een hoger loon
    Maandloon 2025€ 2.900€ 3.797
    Huidige nachtpremie (30%/40% voor de uren tussen 22 u en 6 u)€ 913€ 1.519  
    Verminderde nachtpremie (30%/40% voor de uren tussen 24 u en 6 u)€ 685€ 1.085
    Verlies door het systeem Arizona€ 228€ 434

    Berekening voor een arbeider in PC 119, 12 jaar anciënniteit, categorie 4, onderneming +50 werknemers, opslagplaats vers

    Dit voorbeeld is gebaseerd op een werknemer met een minimumloon, maar de meesten hebben een hoger loon. Zo verdient een nachtwerknemer bij een welbekend merk 1.519 euro per maand aan premies voor nachtarbeid. Als de uren voor middernacht niet worden meegeteld, bedragen de premies voor nachtarbeid nog slechts 1.085 euro, dat is een verlies van 434 euro per maand. Voor een nieuwe nachtwerknemer in de voedingshandel kan het verlies dus oplopen tot 434 euro per maand, dat is ongeveer 5.600 euro per jaar.

    Luc Debast, nationaal woordvoerder voor de voedingshandel van ACV Voeding en Diensten: “De premies voor nachtarbeid vormen een compensatie voor het feit dat nachtwerk zeer moeilijk is. Het ontwricht het gezinsleven en zorgt voor gezondheidsproblemen. Studies tonen zelfs aan dat mensen die ’s nachts werken vaker kanker ontwikkelen. De Arizona-regering zegt dat ze diegenen die werken beter wil verlonen. Maar door het beperken van de premies voor nachtarbeid gaat ze deze werknemers, die een van de zwaarste beroepen uitoefenen, net minder belonen. Bovendien wil ze de wet die bruto loonsverhogingen verbiedt al minstens tot in 2027 verlengen. Er is een groot verschil tussen de woorden en de daden. Wij vragen dat dit ontwerp voor de hervorming van de nachtarbeid wordt stopgezet”.

    ACV Voeding en Diensten roept de bevolking op om op 13 februari deel te nemen aan de manifestatie voor eerlijke arbeidsvoorwaarden in Brussel.

  • Waarom ook vrouwen de strijd moeten aanbinden tegen de regering-De Wever

    Zoals altijd het geval is met asociale politiek die (opnieuw!) een versnelling hoger schakelt, zijn de gevolgen voor de sociaal meest kwetsbare groepen het meest schrijnend. De supernota van De Wever zou de levensstandaard van alle werkenden en armen achteruithalen, maar vrouwen en jongeren zullen dat het hardst aan den lijve ondervinden.

    Artikel door Anja Deschoemacker

    Recht op voltijds pensioen verder onmogelijk gemaakt

    Het is bekend dat er naast de loonkloof ook een daarmee samenhangende pensioenkloof bestaat. Volgens de laatste cijfers van de Federale Pensioendienst (op basis van gegevens van 2022) bedraagt de kloof in het wettelijk pensioen 19%, of een verschil van 406 euro in het bruto maandelijks pensioen. Voor het aanvullend pensioen rijst de kloof helemaal de pan uit tot maar liefst 53%. 

    Voor zelfstandigen is er een gender-pensioenkloof van 52% en voor loontrekkenden van 28%, terwijl dat voor ambtenaren slechts 3% is. De aanval op de ambtenarenpensioenen neemt dus feitelijk de enige toegang tot een leefbaar pensioen voor vrouwen weg. 

    Daarbovenop komt het kleinere gewicht van de gelijkgestelde perioden. Volgens een studie van Sigedis in 2023 behaalt 66% van de mannen een loopbaan van meer dan 30 jaar tegenover slechts 34% van de vrouwen, vooral een gevolg van deeltijds werk en tijdskrediet waar veel vrouwen toe gedwongen worden om de balans met het gezinsleven in evenwicht te houden binnen een kader van absoluut te weinig toegankelijke en betaalbare kinderopvang, jeugdzorg, ouderenzorg, hulp in de huishoudelijke taken …

    Nieuw sluitstuk in heksenjacht op vrouwelijke en jonge werklozen

    De Wever bekokstooft op federaal niveau dat de werkloosheidsuitkering in de tijd wordt beperkt. 

    Net als met de pensioenen is het een verdere stap in decennia van non-stop geknabbel aan de levensstandaard en financiële onafhankelijkheid van vrouwen. De hele geschiedenis van de aanvallen op het recht op werkloosheidsuitkeringen is een anti-feministisch verhaal. De continue aanvallen van rechtse regeringen in de jaren ‘80 werden nadien door de voorlopers van Vooruit/PS en CD&V/les Engagés verder opgeschaald en structureel gemaakt. Het resultaat: in de jaren ‘90 maakten vrouwen 92% van de ettelijke tienduizenden geschorste werklozen uit. 

    Het doel mag na deze decennia duidelijk zijn: het was een centrale schakel in het dwingen van vrouwen en jongeren in precaire tewerkstelling, in deeltijds en tijdelijk werk met lage lonen. Het is ook een vooral symbolische afsluiting van een hoofdstuk; in realiteit hou je na twee jaar werkloosheid al lang geen leefbaar inkomen meer over. Aan een problematische gezinssituatie ontsnappen, staat voor vrouwen en jongeren hierdoor quasi gelijk aan een veroordeling tot armoede.

    Anti-woke regering

    Een anti-woke regering staat in de steigers: vrouwen, LGBTQI+ personen, migranten, vluchtelingen en mensen zonder papieren bereiden zich best voor op de strijd!

    Met De Wever en Bouchez zouden twee Trump-fans en anti-wokers de plak zwaaien, sociaal-economisch rechts én spilfiguren binnen de Belgische politieke elite voor openlijke steun aan Israël. 

    Het is een teken aan de wand dat een verdere verstrenging van het migratiebeleid iets was waar alle Arizona-partijen het mee eens waren, niet verrassend na de trackrecord van Vooruit in zijn geheel en Connor Rousseau in het bijzonder. Voor alle duidelijkheid: ook zonder verstrenging slapen nu al duizenden vluchtelingen op straat, ook in de vrieskou, hebben vele tienduizenden mensen zonder papieren geen enkel uitzicht op een regularisatie van hun situatie en worden honderdduizenden mensen met een achtergrond in migratie – eerste, tweede, derde, vierde … generatie – systematisch geconfronteerd met discriminatie op alle vlakken van het leven. 

    Er was de afgelopen jaren een parlementaire meerderheid van MR/VLD, PS/Vooruit, Ecolo/Groen en PVDA mogelijk voor een uitbreiding en verbetering van het abortusrecht. Behalve de PVDA gaven ze allemaal zonder enig gevecht toe als pasmunt om in een regering te kunnen zetelen. Met Arizona is het zo goed als zeker dat er ook de komende jaren weinig van in huis zal komen. Honderden vrouwen zullen jaarlijks naar het buitenland moeten blijven gaan om een abortus na 12 weken te verkrijgen. Dat is moeilijker en duurder, dus ontoegankelijk voor de armsten.

    Net als voor vrouwen zal er ook voor gender niet-conforme personen in het beste geval een stagnatie komen, terwijl tegen de door rechts en extreemrechts steeds verder opgezweepte LGBTQI+fobie geen tegenwicht geboden wordt. 

    Het zijn slechts enkele redenen om ons tegen deze aangekondigde regering te organiseren. Vakbonden, linkse militanten, feministen en organisaties van andere onderdrukte groepen moeten de handen ineenslaan en de mobilisatie opvoeren, niet voor toegevingen in de marge, maar voor reële vooruitgang voor de grote meerderheid van de bevolking door een sociale politiek die het geld haalt waar het zit. Samen met de strijd tegen internationaal rechts – Netanyahu en Trump voorop – moet de strijd tegen de rechtse anti-woke regeringen centraal staan op 8 maart.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop